Aanwijzingsregeling willekeurige
afschrijving milieu-investeringen 2005
Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris
van Financiën en na overleg met de Minister van Economische Zaken;
Gelet op artikel 3.31, tweede
lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001;
Besluit:
Artikel 1
Als milieubedrijfsmiddelen als bedoeld in artikel 3.31, eerste lid,
in verbinding met het derde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001
worden aangewezen de bedrijfsmiddelen of onderdelen daarvan, opgenomen
in de bijlage bij deze regeling mits:
a.zij in overeenstemming zijn met de bestemming die voor die
bedrijfsmiddelen of onderdelen daarvan is aangegeven in de bijlage
bij deze regeling;
b.zij niet eerder zijn gebruikt;
c.zij bestaan uit de in de bijlage bij deze regeling met
betrekking tot die bedrijfsmiddelen of onderdelen daarvan genoemde bestanddelen;
d.zij gericht zijn op de verbetering van het natuurlijke milieu;
e.zij, indien het bedrijfsmiddelen of onderdelen daarvan in
landbouwbedrijven betreft, niet gericht zijn op een
productieverhoging waarvoor op de markt geen normale
afzetmogelijkheden kunnen worden gevonden, en
f.daarvoor niet uit anderen hoofde vanwege de overheid of de
Commissie van de Europese Gemeenschappen een zodanig bedrag aan
geldelijke steun is of zal worden verstrekt, dat door toekenning
van de willekeurige afschrijving het totale bedrag aan geldelijke
steun dat ingevolge communautaire regelgeving mag worden
verstrekt, zou worden overschreden.
Artikel 2
Artikel 1 is niet van toepassing op investeringen waarvan de kosten
meer dan € 25 miljoen bedragen, tenzij hiervoor goedkeuring is
verleend door de Commissie van de Europese Gemeenschappen.
Artikel 3
De Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving
milieu-investeringen 2004 wordt ingetrokken.
Artikel 4
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.
Artikel 5
Deze regeling wordt aangehaald als: Aanwijzingsregeling willekeurige
afschrijving milieu-investeringen 2005.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag
20 december 2004
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
P.L.B.A. vanGeel
Bijlage , behorend bij artikel 1
1. Deze bijlage wordt aangehaald als: Milieulijst willekeurige
afschrijving milieu-investeringen 2005.
2. Tot de in deze bijlage genoemde bestanddelen kunnen tevens worden
gerekend voorzieningen (zoals leidingen, appendages en meet- en
regelapparatuur) die technisch noodzakelijk zijn voor en uitsluitend
dienstbaar zijn aan deze bedrijfsmiddelen en derhalve geen zelfstandige
betekenis hebben.
3. De bedrijfsmiddelen, genoemd onder de nummers B 5110, B 5111,
B 5141, B 5142, B 5143, B 5150, B 5151, B 5160, B 5170, B 5180, B 5181,
B 5190, B 5200 en B 5201 gaan vergezeld van een EG-verklaring van
overeenstemming waarop het gewaarborgd geluidsvermogensniveau is
aangegeven, zoals bedoeld in artikel 8 van richtlijn nr. 2000/14/EG van
het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 8 mei 2000
inzake de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten betreffende de
geluidsemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis
(PbEG L 162).
4. De bedrijfsmiddelen, genoemd onder nummers B 5101, B 5140 en
B 5191, gaan vergezeld van een verklaring van gelijkvormigheid, af te
geven door de leverancier overeenkomstig een door de Minister van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer vast te stellen
model. De meting geschiedt door een instantie die is aangewezen op grond
van artikel 5 van de Regeling geluidemissie buitenmaterieel, volgens de
meetmethoden die zijn opgenomen in de door het Ministerie van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer uitgegeven
VAMIL-publicatiereeks 7, 11 en 13.
5. Bedrijfsmiddel B 5130 valt onder richtlijn nr. 2000/25/EG van het
Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2000
inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en
deeltjes door motoren bestemd voor het aandrijven van landbouw- of
bosbouwtrekkers en houdende wijziging van Richtlijn 75/150/EEG van de
Raad (PbEG L 173).
De bedrijfsmiddelen, genoemd onder de nummers B 1130, B 5111, B 5122,
B 5130, B 5160, B 5180, B 5181, B 5190, B 5200 en B 5201 overschrijden
wat betreft hun emissie van koolmonoxide (CO), koolwaterstoffen (CH),
stikstofoxiden (NOx) en deeltjes (PM)niet de in de tabel
vermelde grenswaarden, waarbij P het vermogen in kW is, bepaald volgens
richtlijn nr. 80/1269/EEG van de Raad van de Europese Economische
Gemeenschap van 16 december 1980 betreffende de onderlinge aanpassing
van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het motorvermogen van
motorvoertuigen (PbEG L 375) en de hiervoor bedoelde emissies worden
gemeten volgens richtlijn nr. 97/68/EG van het Europees Parlement en de
Raad van de Europese Unie van 16 december 1997 betreffende de onderlinge
aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen
tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige
verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde
mobiele machines (PbEG 1998, L 59).
Netto-vermogen | Koolmonoxide | KWS | Stikstofoxiden | deeltjes |
P | CO | CH | NOx | PM |
[kW] | [g/kWh] | [g/kWh] | [g/kWh] | [g/kWh] |
130 ≤ P ≤ 560 | 3,5 | 1,0 | 6,0 | 0,20 |
75 ≤ P < 130 | 5,0 | 1,0 | 6,0 | 0,30 |
37 ≤ P < 75 | 5,0 | 1,3 | 7,0 | 0,40 |
18 ≤ P < 37 | 5,5 | 1,5 | 8,0 | 0,80 |
6. De bedrijfsmiddelen, genoemd onder de nummers B 1130, B 5090,
B 5101, B 5110, B 5111, B 5122, B 5130, B 5140, B 5141, B 5142, B 5143,
B 5150, B 5180, B 5181, B 5190, B 5200 en B 5201 alsmede die, waarvan
het hydraulische systeem meer dan 6 liter vloeistof bevat, zijn voorzien
van een verklaring van de producent of leverancier waaruit blijkt dat
het hydraulische systeem van het desbetreffende bedrijfsmiddel is
voorzien van een eenvoudig biologisch-afbreekbare niet-toxische olie of
van water en waaruit blijkt dat bij het gebruik van een dergelijke olie
of van water de garantiebepalingen onverkort van toepassing zijn. Olie
en vet zijn eenvoudig biologisch-afbreekbaar indien de ultimate
afbreekbaarheid binnen 28 dagen meer dan 60% en de primaire
afbreekbaarheid binnen 28 dagen ten minste 90% is.
De ultimate afbreekbaarheid wordt bepaald overeenkomstig de
OECD-testmethode 301D (zuurstofverbruik) of 301B (CO2), dan
wel met behulp van een naar het oordeel van de Minister van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer aantoonbaar
gelijkwaardige methode. Voor de bepaling van de primaire afbreekbaarheid
is geen methode dwingend voorgeschreven.
De toxiciteit wordt bepaald door middel van twee onderzoeksmethoden.
De toxiciteit ten opzichte van planten wordt bepaald door middel van een
groeitoets op algen volgens OECD-testmethode 201. De acute toxiciteit
wordt bepaald via een test op Daphnia magna (watervlo) volgens
OECD-testmethode 202. Beide tests worden uitgevoerd op de hydraulische
olie zoals deze volgens het specificatieblad in de handel is. De
toxiciteit uitgedrukt in EC50/LC50-waarde mag niet lager zijn dan 1 mg/l.
Indien het hydraulische systeem gevuld is met water en er kans op
bevriezing bestaat, worden aan het systeem slechts stoffen toegevoegd
die nodig zijn om het vriespunt te verlagen.
7. Indien in deze bijlage sprake is van bepaalde meetvoorschriften of
tests, of van bepaalde verklaringen of certificaten, worden
bedrijfsmiddelen die getoetst zijn met gelijkwaardige meetvoorschriften
of tests, onderscheidenlijk voorzien zijn van gelijkwaardige
verklaringen of certificaten, met de desbetreffende meetvoorschriften,
tests, verklaringen of certificaten gelijkgesteld.
8. Een wijziging van een richtlijn, genoemd in deze bijlage, gaat voor
de toepassing van deze regeling gelden met ingang van de dag waarop aan
de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.
9. Bedrijfsmiddel F 1090 (de Groen Label Kas) komt voor maximaal € 100
per m2 in aanmerking voor de willekeurige afschrijving. A
3000 komt voor maximaal € 1.000.000 voor willekeurige afschrijving in
aanmerking. Bedrijfsmiddel C 5082 (voertuig met milieuvriendelijk
gemaakte motor) is willekeurig afschrijfbaar tot een maximumbedrag van € 200.000.
Bedrijfsmiddel C 4155 (geluidreducerende voorzieningen voor lichte
propellervliegtuigen) is willekeurig afschrijfbaar tot een maximum
bedrag van € 37.000.
A 1000 Productieapparatuur voor bioplastics of voor producten
van bioplastics
bestemd voor: het uitsluitend produceren van plastics of plastic
producten die biologisch afbreekbaar zijn en die gemaakt zijn van
grondstoffen van biologische oorsprong,
en bestaande uit: (aanpassing van) productieapparatuur die technisch
noodzakelijk voor en uitsluitend dienstbaar is aan het produceren van
(producten van) bioplastics.
F 1001 Productieapparatuur voor biologische landbouwproducten
bestemd voor: het uitsluitend produceren van biologische
landbouwproducten volgens het Landbouwkwaliteitsbesluit biologische productiemethode,
en bestaande uit: (aanpassing van) productieapparatuur die aantoonbaar
noodzakelijk is om te voldoen aan de eisen van het
Landbouwkwaliteitsbesluit biologische productiemethode.
Exclusief gebouwen.
A 1002 Apparatuur voor milieuvriendelijke dienstverlening of productie
bestemd voor: het uitsluitend verlenen van milieuvriendelijke diensten
of uitsluitend produceren van milieuvriendelijke producten, die
gecertificeerd zijn volgens de eisen zoals vastgesteld door de Stichting Milieukeur,
en bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die aantoonbaar
noodzakelijk is om te voldoen aan de eisen van de Stichting Milieukeur.
Exclusief gebouwen.
B 1003 Productieapparatuur voor industriële verwerking van landbouwgrondstoffen
bestemd voor: de industriële verwerking van landbouwgrondstoffen tot
producten die niet geschikt zijn voor menselijke of dierlijke
consumptie, niet zijnde (bio)brandstoffen, voor zover die producten nog
niet gangbaar zijn en de verwerking leidt tot een aanmerkelijke
verbetering van het milieu,
en bestaande uit: (aanpassing van) productieapparatuur die technisch
noodzakelijk voor en uitsluitend dienstbaar is aan het industrieel
verwerken van landbouwgrondstoffen.
B 1050 Werf voor het uitsluitend milieuvriendelijk demonteren
van zeeschepen en -platforms
bestemd voor: het in een gesloten ruimte, selectief en
milieuvriendelijk demonteren van zeeschepen en -platforms, waarbij alle
milieubelastende verontreinigingen conform ISO- en/of NEN-normen, of
daaraan gelijkwaardig, worden verwijderd en evenals het vrijkomende
staal worden hergebruikt,
en bestaande uit: snij-apparatuur, hydraulische staalpers, mobiele of
drijvende demontagekranen, pneumatische demontage-apparatuur,
brandpreventie-apparatuur, stoomheaters voor zware olie, ballastwater
behandelingsinstallatie, opslagtanks voor vrijkomende vloeistoffen
(zware brandstoffen, oliën, smeermiddelen, ballastwater, chemicaliën en
slobs), mobiele of drijvende pompinstallaties, reinigingsinstallatie
voor vloeistoftanks, asbestverwijderingsinstallatie,
asbestdecontaminatie-unit en stoffiltermachine,
olie/water-afscheider, verschrottingsinstallatie, snijdampen
rookgasbehandelingssysteem, vloeistofdichte vloeren.
B 1070 Houtmodificatie-installatie
bestemd voor: het chemisch of thermisch modificeren van hout waardoor
de duurzaamheid van het hout wordt verhoogd zonder toepassing van houtverduurzamingsmiddelen,
en bestaande uit: houtmodificatie-installatie die voldoet aan de eisen
van de BRL Houtmodificatie (0604) of de BRL Gemodificeerd hout (0605).
B 1080 Rijsimulator
bestemd voor: het lesgeven in rijvaardigheid door autorijscholen met
een rijsimulator,
en bestaande uit: rijsimulator, bedieningsmiddelen, LCD-projectoren, computer.
F 1090 Groen Label Kas
bestemd voor: het bedrijfsmatig telen van gewassen in een Groen Label Kas:
–waarvan is vastgesteld dat de betreffende kas voldoet aan de eisen
van de maatlat GLK, zoals vermeld in appendix C in deze bijlage van
de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving milieu-investering
2005, tot een niveau van 100 punten. Dit moet blijken uit een
voorlopig certificaat dat voor de meldingsdatum is afgegeven door
een door de Raad voor Accreditatie erkende organisatie, en
–waarvan voor nieuw op te richten opstand van een
glastuinbouwbedrijf als bedoeld in het Besluit glastuinbouw door het
bevoegde gezag voor de opstand een bouwvergunning is afgegeven die
rechtsgeldig is ten tijde van de aanmelding, en
–waarbij binnen twee jaar na afgifte van het voorlopig certificaat
een definitief certificaat wordt overlegd, dan wel binnen drie jaar
een certificaat wordt overlegd volgens de dan vigerende maatlat GLK,
en bestaande uit: Groen Label Kas, kasdek, gevels, teelttechnische en
klimaattechnische voorzieningen.
Exclusief die onderdelen die bij de EIA zijn aangemeld.
Deze investering komt voor € 100 per m2 in aanmerking voor
de milieu-investeringsaftrek en de vrije afschrijving
milieu-investeringen. De aftopping betreft de som van alle investeringen
in een Groen Label Kas op een tuinbouwlokatie.
F 1099 Proefstal
bestemd voor: het huisvesten van dieren in een stalsysteem waarvoor
een bijzondere emissiefactor is vastgesteld als bedoeld in artikel 3 van
de Regeling ammoniak en veehouderij (Stcrt. 2002, 82), en waarbij wordt
voldaan aan de meetverplichtingen volgende uit voornoemde regeling,
en bestaande uit: proefstal.
Exclusief de niet voor het reduceren van emissies relevante onderdelen
van de inrichting zoals melkmachine en melkkoeling.
F 1100 Stal
bestemd voor: het huisvesten van vee in een bedrijf dat dierlijke
landbouwproducten produceert volgens de voorschriften van het
Landbouwkwaliteitsbesluit biologische productiemethode,
en bestaande uit: stal.
A 1101 Diervriendelijke rundveestal met lage ammoniakemissie (nieuwbouw)
bestemd voor: het op diervriendelijke wijze houden van rundvee in
stallen met een lage ammoniakemissie,
en bestaande uit: stal met emissiebeperkende en diervriendelijke
voorzieningen, zoals vermeld in appendix A in de bijlage van de
Aanwijzingsregeling Milieu-investeringsaftrek 2005.
A 1102 Ombouw naar diervriendelijke rundveestal met lage ammoniakemissie
bestemd voor: het op diervriendelijke wijze houden van rundvee in
stallen met een lage ammoniakemissie,
en bestaande uit: aanpassing van een bestaande stal met
emissiebeperkende en diervriendelijke voorzieningen, zoals vermeld in`
appendix A en B in de bijlage van de Aanwijzingsregeling
Milieu-investeringsaftrek 2005.
A 1110 Diervriendelijke varkensstal met lage ammoniakemissie (nieuwbouw)
bestemd voor: het op diervriendelijke wijze houden van varkens in
stallen met zeer lage ammoniakemissie,
en bestaande uit: stal met emissiebeperkende en diervriendelijke
voorzieningen, zoals vermeld in appendix A in de bijlage van de
Aanwijzingsregeling Milieu-investeringsaftrek 2005.
A 1111 Ombouw naar diervriendelijke varkensstal met lage ammoniakemissie
bestemd voor: het op diervriendelijke wijze houden van varkens in
stallen met een lage ammoniakemissie,
en bestaande uit: aanpassing van een bestaande stal met
emissiebeperkende en diervriendelijke voorzieningen, zoals vermeld in
appendix A en B in de bijlage van de Aanwijzingsregeling
Milieu-investeringsaftrek 2005.
A 1120 Diervriendelijke pluimveestal met lage ammoniakemissie (nieuwbouw)
bestemd voor: het op diervriendelijke wijze houden van pluimvee in
stallen met een lage ammoniakemissie,
en bestaande uit: stal met emissiebeperkende en diervriendelijke
voorzieningen, zoals vermeld in appendix A in de bijlage van de
Aanwijzingsregeling Milieu-investeringsaftrek 2005.
A 1121 Ombouw naar diervriendelijke pluimveestal met lage ammoniakemissie
bestemd voor: het op diervriendelijke wijze houden van pluimvee in
stallen met een lage ammoniakemissie,
en bestaande uit: aanpassing van een bestaande stal met
emissiebeperkende en diervriendelijke voorzieningen, zoals vermeld in
appendix A en B in de bijlage van de Aanwijzingsregeling
Milieu-investeringsaftrek 2005.
B 1122 Eendenstal
bestemd voor: het houden van eenden in een gesloten stal die is
voorzien van een vloeistofdichte bodemafdichting, waarin de eenden op
strooisel worden gehouden,
en bestaande uit: eendenstal voorzien van vloeistofdichte vloer.
Exclusief stalinrichting en nutsvoorzieningen.
B 1130 Nettenplant- of rooimachine voor bollen en knollen
bestemd voor: het planten of rooien van bollen en knollen met behulp
van een net, waarbij de bollen/knollen in een net in de grond gebracht
of gerooid worden, waarbij de emissies de in onderdeel 5 van deze
bijlage vermelde grenswaarden niet overschrijden,
en bestaande uit: rooimachine of plantmachine, waarvan het hydraulisch
systeem van de machine met een eigen hydraulisch systeem is gevuld met
biologisch afbreekbare, niet toxische olie.
B 1140 Schoenreparatie-eenheid
bestemd voor: het repareren en/of veranderen van schoenen met behulp
van een reparatie-eenheid die voorzien is van een lijm- en drooggedeelte
voor waterverdunbare lijmen, een luchtafzuiging met koolfilter voor
oplosmiddel bevattende lijmen, een stofafzuiginstallatie met (de
mogelijkheid van) luchtrecirculatie en een automatische uitschakeling
bij geen gebruik,
en bestaande uit: schoenreparatie-eenheid.
B 1150 Beluchter op zonne-energie
bestemd voor: het beluchten van (afval)water door een beluchter die
werkt op fotovoltaïsche energie,
en bestaande uit: beluchter met zonnecellen.
B 1170 Vloeibare rook dompel- of douche- of vernevelingsysteem
bestemd voor: het roken van kaas, vis en vleeswaren door middel van
onderdompelen of douchen van deze producten in een oplossing of
verneveling van vloeibare rook,
en bestaande uit: vloeibare rook dompel- of douche- en/of vernevelingsysteem.
B 1180 Watergeïnjecteerde schroefcompressor
bestemd voor: het samenpersen van lucht door middel van een
schroefcompressor die voor de koeling en smering uitsluitend gebruik
maakt van water,
en bestaande uit: schroefcompressor, (eventueel) waterbereidingseenheid.
B 1190 Windgekoelde condensor
bestemd voor: het condenseren van koudemiddel in een koelinstallatie
door buitenlucht zonder gebruik te maken van ventilatoren of spuiwater,
en bestaande uit: windgekoelde condensor.
B 1200 Oplosmiddelvrije folielamineermachine
bestemd voor: het vervaardigen van papier/kunststoffolie-,
karton/kunststoffolie- of kunststof/kunststoffolielaminaten met
oplosmiddelvrije lamineermiddelen,
en bestaande uit: lamineermachine, (eventueel) mengsysteem,
(eventueel) UV-eenheid.
B 2041 Biobrandstofafleverstation
bestemd voor: het afleveren van uitsluitend biobrandstof als
motorbrandstof voor voertuigen,
en bestaande uit: bufferopslag, afleverzuil.
B 2050 Aardgasafleverstation
bestemd voor: het afleveren van aardgas als motorbrandstof voor voertuigen,
en bestaande uit: compressor, bufferopslag, afleverzuil, droger.
A 2051 Blenderinstallatie voor dieselolie-water-emulsie
bestemd voor: de productie van een dieselolie-water-emulsie die wordt
gebruikt als brandstof voor voertuigen,
en bestaande uit: blender, demiwaterinstallatie, doseereenheid voor emulgator.
B 2060 Systeem voor gedeeld autogebruik
bestemd voor: het geschikt maken van personenauto's voor gedeeld
autogebruik door middel van een geautomatiseerd registratiesysteem in de
auto in combinatie met hard- en software buiten de auto, waarbij de auto
in de directe nabijheid (loopafstand) van wonen, werken en winkelen
wordt aangeboden en gedurende 24 uur per dag beschikbaar is,
en bestaande uit: elektronisch pasleessysteem, (eventueel)
locatiezuil, (eventueel) plaatsbepalingssysteem, centraal registratiesysteem.
B 2070 Oxidatiekatalysator voor stationaire gas- of dieselmotoren
bestemd voor: het verminderen van emissie van koolwaterstoffen en
koolmonoxide van stationaire gas- of dieselmotoren,
en bestaande uit: oxidatiekatalysator, (eventueel) roetfilter.
A 2080 Stortgaswinningsinstallatie
bestemd voor: het onttrekken van stortgas uit gestort afval,
en bestaande uit: stortgasonttrekkingssysteem,
gasbehandelingsapparatuur, (eventueel) compressor, (eventueel) gasmotor,
(eventueel) generator, (eventueel) warmtewisselaar.
B 2100 Ontsmettingsinstallatie
bestemd voor: het ontsmetten van (grondstoffen voor) levensmiddelen,
diervoeders en zaden door middel van een inertgassysteem,
en bestaande uit: inertgasgenerator of inertgasopslag,
gasdistributiesysteem, (eventueel) inertgas terugwinningssysteem.
B 2110 Koelapparatuur ontmantelingsinstallatie
bestemd voor: het terugwinnen van halogeenhoudende koelvloeistoffen
afkomstig van koel- en vriesapparatuur, met scheiding van olie en koelmiddel,
en bestaande uit: hefinrichting, boorinrichting, compressorpotopener,
(eventueel) kopertrekker, ontgassingstank, scheidingstank, opslagfles.
B 2111 Gesloten koelmediumsysteem met oplosmiddelterugwinning
bestemd voor: het koelen van proceswater met een gesloten koelsysteem
en een warmtewisselaar, waarbij het oplosmiddel door middel van
destillatie uit het circulatiewater wordt teruggewonnen,
en bestaande uit: tanks, warmtewisselaar, destillatiekolom, koeltoren, koelwaterbehandelingseenheid.
B 2112 Halogeenvrij koelsysteem (ombouw of vervanging)
bestemd voor: het koelen van ruimten of producten of processtromen
door een nieuw koelsysteem op basis van ammoniak, lucht, propaan,
(iso)butaan en/of CO2 dat bij vergelijkbare koelcapaciteit
dient ter vervanging van een hcfk of hfk bevattend koelsysteem, of een
bestaand koelsysteem dat is overgegaan van hcfk of hfk op ammoniak,
lucht, propaan, (iso)butaan en/of CO2,
en bestaande uit: ombouw of vervanging van het koelsysteem.
C 2113 Halogeenvrij koelsysteem (nieuw)
bestemd voor: het koelen van ruimten, producten of processtromen door
een nieuw koelsysteem op basis van ammoniak, lucht, propaan, (iso)butaan
en/of CO2,
en bestaande uit: koelsysteem.
B 2114 Indirect koelsysteem (klein)
bestemd voor: het koelen van ruimten, producten of processtromen door
een indirect koelsysteem met een koelvermogen van minder dan 200 kW,
waarvan het primaire koelsysteem werkt op basis van ammoniak, lucht,
propaan, en/of (iso)butaan en het secundaire, compressievrije
koelsysteem is gevuld met een vloeibare koudedrager, CO2 of ijsslurry,
en bestaande uit: primair koelsysteem, secundair koelsysteem.
C 2115 Indirect koelsysteem (groot)
bestemd voor: het koelen van ruimten, producten of processtromen door
een koelsysteem met een koelvermogen van meer dan 200 kW en minder dan
1.000 kW, waarvan het primaire koelsysteem werkt op basis van ammoniak,
lucht, propaan en/of (iso)butaan en het secundaire, compressievrije
koelsysteem is gevuld met een vloeibare koudedrager, CO2 of ijsslurry,
en bestaande uit: primair koelsysteem, secundair koelsysteem.
B 2118 Halogeenvrije koelmachine voor kadaverkoeling
bestemd voor: het gekoeld bewaren van kadavers en slachtafval in:
a.een gekoelde container,
en bestaande uit: container met geïntegreerde halogeenvrije
koelmachine, of
b.een gekoelde ruimte,
en bestaande uit: halogeenvrije koelmachine.
Exclusief de gekoelde ruimte zelf.
B 2120 Discontinue schuimmachine (aanpassing)
bestemd voor: het produceren van isolatiehardschuimen in discontinue
productie met een schuimmachine die wordt aangepast aan het gebruik van
pentaan of CO2 als blaasmiddel,
en bestaande uit: aanpassingen aan de schuimmachine, opslagtank,
mengeenheid, persen en mallen, explosiebeveiliging, afzuiging, stikstofspoeling.
B 2121 Polyethyleenschuiminstallatie
bestemd voor: het produceren van polyethyleenschuim door middel van
een systeem zonder cfk's of koolwaterstoffen als blaasmiddel,
en bestaande uit: doseer- en mengeenheid, blaasmiddelopslag en
doseersysteem, schuimproductiemachine.
B 2122 Variabele druk schuiminstallatie
bestemd voor: het produceren van polyurethaanschuim onder verlaagde
druk, zonder gebruik van additioneel blaasmiddel,
en bestaande uit: doseer- en mengeenheden, schuimproductiemachine,
variabele druktunnel (onderdrukinstallatie), sluissysteem.
B 2123 Polyurethaanschuimverwerkingsinstallatie
a.bestemd voor: het terugwinnen van cfk's uit polyurethaanschuim
en bestaande uit: shredder, pers, condensatiekolom,
cfk-opslagtank, invoermechanisme, (eventueel) waterzuivering, of
b.bestemd voor: het verwerken van polyurethaanschuim, nadat het
vrijkomende cfk is teruggewonnen, tot platen, briketten of korrels,
en bestaande uit: (eventueel) shredder, (eventueel) menger,
(eventueel) wals, (eventueel) pers.
A 2130 Katalytische reductie-installatie
bestemd voor: het omzetten, door chemische reductie en/of ontleding,
van distikstofoxide (lachgas, N2O) in afgassen en rookgassen,
en bestaande uit: katalysator, reactor, (eventueel) injectiesysteem.
A 2131 Selectieve katalytische reductie-installatie (SCR)
bestemd voor: het door chemische reductie omzetten van stikstofoxiden
in afgassen en rookgassen van:
a.proces- en verbrandingsinstallaties met uitzondering van eenheden
in energiecentrales met een vermogen groter dan 300 MWt en afval- en
slibverbrandingsinstallaties, waardoor de NOx-emissie
lager dan 50 mg/Nm3 (3% O2) is, gemeten
volgens de Regeling meetmethoden emissie-eisen stookinstallaties
milieubeheer A, of
b.motoren van zeeschepen,waardoor de NOx-emissiereductie
van de procesinstallaties, verbrandingsinstallaties of motoren van
zeeschepen minimaal 50% bedraagt,
en bestaande uit: katalysator, reactor.
A 2132 Selectieve non-katalytische reductie-installatie (SNCR)
bestemd voor: het omzetten van NOx in rookgassen door
injectie van ureum of ammoniak, waardoor de
NOx-emissiereductie minimaal 50% bedraagt en de
NOx-emissie lager dan 50 mg/Nm3 (3% O2)
is, gemeten volgens de Regeling meetmethoden emissie-eisen
stookinstallaties milieubeheer A,
en bestaande uit: ammoniak- of ureuminjectiesysteem, tank, leidingen.
A 2133 NOx-reductie-eenheid voor stationaire gasmotor
bestemd voor: het verminderen van emissie van NOx tot een
niveau minder dan 65 g NOx/GJ bij nominale belasting,
en bestaande uit: driewegkatalysator of lean-burn injectiesysteem.
B 2134 Stoom- of waterinjectiesysteem
bestemd voor: het beperken van NOx-vorming door het
injecteren van stoom of water in bestaande procesfornuizen, ketels,
ovens en drogers, waardoor de NOx-emissie beneden 60
mg/Nm3 (3% O2) ligt, gemeten volgens de Regeling
meetmethoden emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A,
en bestaande uit: injectiesysteem, (eventueel) stoomgenerator,
(eventueel) demineralisatie-apparatuur.
B 2140 Low-NOx-brander < 50 mg/Nm3
bestemd voor: het verminderen van de NOx-vorming bij
gasgestookte ketels en fornuizen met een thermisch vermogen van 100 kWt
tot 300 MWt door toepassing van brander-/vuurhaardtechnieken, zodanig
dat de NOx-uitworp met het rookgas over het gehele
regelbereik cq. werkingsgebied niet meer bedraagt dan 50
mg/Nm3 (3% O2), gemeten volgens de Regeling
meetmethoden emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer (BEES A en B)
dan wel blijkens wettelijk erkende branderkeuringen,
en bestaande uit: brander of brander-ketelcombinatie (met uitzondering
van keervlamketels) met een thermisch vermogen van maximaal 1 MWt of
alleen brander indien het thermisch vermogen groter is dan 1 MWt,
(eventueel) thermische verbrandingskamer, ventilatoren,
gas/lucht-regeling, branderbeveiligingen, rookgasrecirculatie,
poorten en omkastingen voor gas- en luchttoevoer.
B 2150 Bulkstoffen verpakkingsinstallatie
bestemd voor: het comprimeren en opslaan in wikkelfolie van persbare
bulkproducten zodanig dat ten minste een volumereductie van 25% wordt
bereikt ten opzichte van het ongeperste product,
en bestaande uit: doseerbunker, wikkelmachine, besturingssysteem.
B 2151 Aluminium container voor bulktransport
bestemd voor: het transporteren van granulaat en andere bulkgoederen
in een aluminium bulkcontainer,
en bestaande uit: aluminium bulkcontainer, (eventueel) stalen omhulling.
B 2160 Mobiel monstername-apparaat voor de gastankvaart
bestemd voor: het bemonsteren van gastanks in de gastankvaart door
middel van een mobiel gesloten systeem, waarbij geen emissie van de
gassen optreedt,
en bestaande uit: bemonsteringseenheid met circulatiepomp,
inertgastank, (aansluiting op) dampretourleiding.
B 2170 CO2-benuttingssysteem voor bierbrouwerijen
bestemd voor: het terugwinnen van CO2 dat vrijkomt bij het
vergistingsproces in bierbrouwerijen,
en bestaande uit: afzuigsysteem, compressor, condensatiesysteem,
(eventueel) opslagtank, (eventueel) verdampingsinstallatie.
F 2171 Benuttingssysteem voor CO2 van derden binnen de glastuinbouw
bestemd voor: het toepassen van CO2 van derden voor
CO2-bemesting in de tuinbouwkas,
en bestaande uit: verdeelstation, aansluiting op
CO2-distributiesysteem, (eventueel) compressor, (eventueel)
drukreduceerstation, (eventueel) rookgasreiniging.
F 2172 Apparatuur voor het leveren van gasvormige CO2 aan glastuinbouw
bestemd voor: het comprimeren van zuivere afgas CO2 en via
een pijpleidingsysteem leveren aan de glastuinbouw,
en bestaande uit: compressorstation,
CO2-distributiesysteem, CO2-buffer, (eventueel)
drukreduceerstations, (eventueel) rookgasreiniging.
Exclusief die onderdelen die bij de EIA zijn aangemeld.
A 2180 Vacuüminstallatie voor het aftappen van SF6
bestemd voor: het vacumeren van hoogspanningsinstallaties ten behoeve
van de recycling van SF6,
en bestaande uit: vacuüminstallatie (mobiel of vast) met appendages.
B 2190 Kasdekreinigingssysteem
bestemd voor: het mechanisch reinigen van kasdekken van tuinbouwkassen
door middel van roterende borstels en water,
en bestaande uit: kasdekreiniger, (eventueel) rail.
B 2200 Spanramen
bestemd voor: het opbrengen van laatste verflagen (finishing) op
doekbanen bij de textielindustrie, met schuim of met gegraveerde walsen,
en bestaande uit: schuiminstallatie of wals, spanramen,
ontwateringspers, (eventueel) filtereenheid voor afvoerlucht,
(eventueel) recirculatiesysteem voor warme afvoerlucht.
A 3000 Apparatuur ter beperking van de emissie van vluchtige
organische stoffen (aanpassing bestaande situatie)
bestemd voor: het terugbrengen van de emissie van vluchtige organische
stoffen naar de lucht tot 70% van de concentraties genoemd in de NeR, en waarbij:
–sprake is van aanpassing van een bestaande situatie en
–de reductie wordt gerealiseerd door aanpassingen in het proces die
niet gangbaar zijn en
–geen nageschakelde apparatuur nodig is en
–de investering niet verplicht is vanwege Arbo-regelgeving of
vanwege een AmvB ex artikel 8.40 of 8.44 van de Wet milieubeheer,
en bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur, die aantoonbaar
noodzakelijk en hoofdzakelijk bedoeld is om de emissiereductie te bereiken.
De investering komt voor maximaal € 1.000.000 in aanmerking voor
willekeurige afschrijving en milieu-investeringsaftrek.
A 3050 Olie-absorptie-installatie met regeneratie
bestemd voor: het terugwinnen van oplosmiddelen uit proceslucht door
middel van absorptie van de oplosmiddelen in olie gevolgd door destillatie,
en bestaande uit: olie-absorber, inertgassysteem, (eventueel)
warmtewisselaar, destillatie-eenheid.
A 3051 Biologisch luchtfilter voor vluchtige koolwaterstoffen
bestemd voor: de microbiologische afbraak van vluchtige koolwaterstoffen,
en bestaande uit: bak of vat met biomassa op dragermateriaal,
ventilator, (eventueel) filterbevochtigingsinstallatie, (eventueel)
afgasbevochtigingsinstallatie, (eventueel) demister, (eventueel) afgassenkoelinstallatie.
B 3052 Vacuümpompeenheid met recirculatiesysteem
bestemd voor: het voorkomen van emissies van vluchtige organische
verbindingen door samenbundeling van meerdere waterringpompen tot een
enkele eenheid en aansluiting op een gezamenlijke buffer, waarbij dampen
uit de buffer worden gecondenseerd, opgevangen en gerecirculeerd,
en bestaande uit: vacuümpompen (waterringpompen), waterbuffer met
recirculatiesysteem, condensor.
B 3053 Condensatie-installatie
bestemd voor: het terugwinnen van vluchtige koolwaterstoffen (met
uitzondering van cfk's) uit procesafgassen of verontreinigde
luchtstromen, door middel van condensatie gevolgd door afscheiding,
en bestaande uit: warmtewisselaar, koeleenheid, tank voor koelmedium,
(eventueel) adsorber.
B 3054 Gas- en dampadsorber met regeneratie
bestemd voor:
a.het verwijderen van vluchtige organische stoffen, geurstoffen en
dampen uit afgassen door middel van adsorptie, gevolgd door
regeneratie van het adsorptiemiddel en terugwinning of vernietiging
van de vluchtige organische stoffen, of
b.het verwijderen van zware metalen uit afgassen door middel van
adsorptie, gevolgd door regeneratie van het adsorptiemiddel en
terugwinning van de metalen,
en bestaande uit: adsorber, regeneratie-eenheid.
A 3055 Ondervuringssysteem
bestemd voor: het voorkomen of beperken van emissies van
koolwaterstoffen in procesafgassen of ruimtelucht afkomstig van de
productie of verwerking van kunststoffen of bij veredeling van textiel
door middel van ondervuring,
en bestaande uit: (eventueel) afzuiginstallatie, leidingen,
(eventueel) aanpassing aan de brander.
B 3056 Adsorptierotor voor het concentreren van oplosmiddelen
in luchtstromen
bestemd voor: het concentreren van lage concentraties koolwaterstoffen
of zware metalen uit luchtstromen met een hoog debiet door adsorptie op
een met adsorbens bedekte rotor, waarbij de koolwaterstoffen of zware
metalen tegelijkertijd worden gedesorbeerd door partiële verhitting van
de rotor door een hete luchtstroom met een lager debiet,
en bestaande uit: ventilator, adsorptierotor, filter, (eventueel) naverbrander.
A 3057 Reinigingsinstallatie voor scheepstanks uit de binnenvaart
bestemd voor: het na het lossen verwijderen van benzeen, tolueen,
styreen, brandstoffen en/of gechloreerde koolwaterstoffen uit
scheepstanks uit de binnenvaart door lucht in de scheepstank af te
zuigen en te wassen, waarbij het wasmedium de achtergebleven damp
opneemt en binnen de reguliere afvalkanalen wordt verwerkt,
en bestaande uit: afzuiginstallatie, gaswasser, (eventueel) buffertank.
A 3060 Biogaswasser
bestemd voor: het verwijderen van gasvormige verontreinigingen uit
afgassen die niet afkomstig zijn van afval- of
slibverbrandingsinstallaties, door middel van een biologische gaswasinstallatie,
en bestaande uit: biomassa op dragermateriaal, tank, (eventueel)
ventilator, (eventueel) druppelvanger, (eventueel)
chemicaliëndoseerinstallatie, (eventueel) wasvloeistofbehandelingssysteem.
A 3062 Membraanscheidingsinstallatie voor gasmengsels
bestemd voor: het zuiveren van afgassen of afvallucht door middel van
een membraanscheidingsinstallatie,
en bestaande uit: membraanscheidingseenheid, (eventueel) vacuümpomp,
(eventueel) voorfilter, pomp, (eventueel) condensor, (eventueel)
olienevelfilters, (eventueel) filter, (eventueel) ventilator,
(eventueel) dehydrator.
A 3070 Oxidatiebed met circulerend dragermateriaal
bestemd voor: het in een oxidatiebed met circulerend dragermateriaal
gecombineerd biologisch reinigen van lucht en afvalwater, welke niet
afkomstig zijn van afval- of slibverwerkingsinstallaties,
en bestaande uit: cilindrisch filter met biomassa op dragermateriaal,
voedingspomp, recirculatiepomp, dragercirculatiesysteem, ventilator.
A 3080 CO2-reinigings- of ontsmettingsinstallatie
bestemd voor: het reinigen en/of ontvetten van materialen en producten
met superkritisch CO2,
en bestaande uit: CO2-ontvettings- of reinigingsvat, pomp,
condensatie-eenheid, vuilopvangeenheid, (eventueel) koelinstallatie,
(eventueel) verwarmingsinstallatie.
B 3081 Ontvettings- en reinigingsinstallatie
bestemd voor: het ontvetten en reinigen door middel van een
installatie uitsluitend geschikt voor een reinigingsmiddel zonder
vluchtige organische oplosmiddelen,
en bestaande uit: ontvettings- en reinigingsinstallatie, pompen,
(eventueel) verwarmingssysteem, (eventueel) drooginstallatie,
(eventueel) water- of badreinigingsinstallatie.
B 3090 Olienevel- en olierook separatiesysteem
bestemd voor: het verwijderen van olienevel of olierook uit
proceslucht van metaalbewerkingsprocessen, waarbij de olie of emulsie
wordt teruggewonnen en waarbij ten behoeve van energiebesparing de
gezuiverde lucht in de ruimte kan blijven of terugkeren,
en bestaande uit: voorfilter, eindfilter, ventilator, olieterugwininstallatie.
B 3110 Droog rookgasreinigingsinstallatie
bestemd voor: het behandelen van het afgas van verbrandingsprocessen
dat niet afkomstig is van afval- of slibverbrandingsinstallaties door
middel van een droogreinigingssysteem,
en bestaande uit: (eventueel) mengers, reactor, (eventueel)
warmtewisselaar, (eventueel) filterinstallatie, doseerinstallatie.
B 3111 Half-droge-rookgasreinigingsinstallatie
bestemd voor: het verwijderen van gasvormige verontreinigingen uit
afgassen van glassmeltovens door een half-droog procédé, op basis van
soda, waarbij het rookgasreinigingsresidu wordt ingezet in het productieproces,
en bestaande uit: cycloonreactor, sodadoseerinstallatie, doekenfilter.
A 3120 Bewegend kalksteenbedreactor voor fluorideverwijdering
bestemd voor: het verwijderen van fluoriden uit proceslucht door
binding aan een langzaam bewegend bed van kalksteenkorrels, waarbij de
verrijkte kalk continu wordt verwijderd,
en bestaande uit: kalksteenbedreactor, kalkopslagsilo,
kalkafvoerinstallatie, (eventueel) doseerapparaat, (eventueel) pelmolen
of -trommel.
A 3121 Poederkalkreactor met doekfilter voor fluorideverwijdering
bestemd voor: het versproeien van calciumhydroxide of calciumcarbonaat
met als doel fluoriden uit de proceslucht te binden en vervolgens door
een doekfilter af te vangen,
en bestaande uit: reactor, kalkpoederverstuiver, kalkopslagsilo, doekfilter.
A 3130 Biologisch ontzwavelingssysteem
bestemd voor: het behandelen van zwavelhoudende afgassen door een
biologisch ontzwavelingssysteem, waarbij primair zwavel wordt gevormd,
en bestaande uit: gaswasser, biologische zwavelreactor,
zwavelopwerkingseenheid, voorraadtanks.
A 3131 Ontzwavelingsinstallatie
bestemd voor: het ontzwavelen van rookgassen die niet afkomstig zijn
van afval- of slibverbrandingsinstallaties, raffinaderijen of
petrochemische installaties, gevolgd door de productie van:
a.elementair zwavel,
en bestaande uit: (eventueel) wastorens, (eventueel) pompen,
(eventueel) concentratieverhogingsstap, (eventueel) indikker,
(eventueel) reactoren, (eventueel) verwerkingseenheid, (eventueel)
membraaninstallatie, (eventueel) oxidatiereactor, of
b.zwavelzuur of zwaveligzuur,
en bestaande uit: (eventueel) reactievat, (eventueel)
chemicaliëndosering, (eventueel) warmtewisselaar, (eventueel)
ventilatoren, (eventueel) membraaninstalatie, (eventueel) condensatie-eenheid.
C 3132 Zwavelverwijderingsinstallatie
bestemd voor: het verwijderen van zwavelhoudende componenten uit
lichte tops (C5 kooktraject/65 °C) die bestemd zijn voor de productie
van laagzwavelige benzine, die maximaal 10 ppm zwavel, berekend als S,
bevat, door middel van een mercaptide-extractieproces,
en bestaande uit: mercaptide-extractor, oxidatie-generator
B 3140 Ontsmettingsapparatuur op basis van UV-bestraling, ozon,
waterstofperoxide of perazijnzuur
bestemd voor: het zonder gebruik te maken van halogeenhoudende of
andere organische stoffen desinfecteren van vloeistoffen of oppervlakken
en/of desinfecteren van eieren en bijbehorend verpakkingsmateriaal, door
middel van UV-straling of ozon of waterstofperoxide of perazijnzuur,
en bestaande uit: (eventueel) UV-lamp, (eventueel) ozongenerator,
(eventueel) waterstofperoxide- of perazijnzuurtank, doseerinstallatie,
(eventueel) rollenbaan.
B 3150 Textielreinigingssysteem met CO2
bestemd voor: het reinigen van textiel met super-kritische
koolstofdioxide (vloeibaar),
en bestaande uit: reinigingsinstallatie, toevoereenheid, mengsysteem,
pomp, opslagsysteem voor koolstofdioxide.
B 3151 Natreinigingssysteem
bestemd voor: het reinigen van bovenkleding door middel van een nat
proces op basis van water in plaats van perchloorethyleen,
en bestaande uit: reinigingsmachine, vormdroger, gasgestookte
roterende droger.
B 3161 UV-belichtingseenheid
bestemd voor: het doen uitharden van lakken, verven, en lijmen door UV-belichting,
en bestaande uit: UV-lampen, (eventueel afzuiging).
Exclusief het doorvoersysteem.
B 3162 Opbrenginstallatie voor UV-lak
bestemd voor: het opbrengen van lakken die onder invloed van UV-licht uitharden,
en bestaande uit: lakopbrenginstallatie, (eventueel)
lakterugwinningsinstallatie, UV-belichtingseenheid, (eventueel) in de
laklijn opgenomen schuurmachine.
Exclusief de spuitcabine en het transportsysteem.
B 3163 Opbrenginstallatie voor hotmeltcoating of hotmeltwas of hotmeltlijm
bestemd voor: het, zonder gebruik te maken van oplosmiddelen,
aanbrengen van coating of was of lijm die door verwarming op
verwerkingsviscositeit komen,
en bestaande uit: (eventueel) spuitcabine of opbrenginstallatie,
verwarmingseenheid, pomp, applicatie-apparatuur.
Exclusief materiaaldoorvoersysteem.
B 3164 Terugwininstallatie voor overspray
bestemd voor: het terugwinnen van overspray ten behoeve van hergebruik
van de overspray van verf- en laksystemen,
en bestaande uit: opvangscherm of condenswand, schraap- en opvangsysteem.
B 3165 Elektrostatische verf- of lakspuitinstallatie voor het
handmatig verspuiten
bestemd voor: het handmatig elektrostatisch verspuiten van verf of poederlak,
en bestaande uit: pomp, slangen, elektrostatisch handspuitpistool.
Exclusief de spuitcabine.
A 3171 Ontstoffingsinstallatie
bestemd voor: het verwijderen van stofdeeltjes en dioxine uit afgassen
niet afkomstig van afval- of slibverbrandingsinstallaties via adsorptie
aan een adsorbens,
en bestaande uit: afgasverzamelsysteem, ventilator, stoffilter, adsorptiemiddelinjectiesysteem.
A 3173 Vernietigingsinstallatie voor dioxine of voor benzofuranen
bestemd voor: het afvangen en eventueel vernietigen van dioxinen of
benzofuranen uit afgassen door een absorptie- en/of een chemisch of
katalytisch proces,
en bestaande uit: (eventueel) absorptie-installatie, (eventueel)
reactor, (eventueel) katalysator, (eventueel) regeneratie-eenheid.
A 3190 Regeneratieve thermische naverbrander voor procesafgassen
bestemd voor: het thermisch naverbranden van procesafgassen, waarbij
de vrijkomende energie wordt teruggewonnen,
en bestaande uit: (reversed flow) verbrandingskamers, (eventueel)
keramisch bed, brander of elektrische opwarmelementen, ventilatoren,
warmtewisselaars, (eventueel) aërosolfilter of stoffilter.
A 3191 Katalytische naverbrander
bestemd voor: het naverbranden van verontreinigingen in procesafgassen
die vrijkomen uit stationair opgestelde installaties door middel van een
katalytische naverbrander,
en bestaande uit: katalytische naverbrander, (eventueel)
warmtewisselaar, (eventueel) ventilator, (eventueel) aërosolfilter of stoffilter.
B 3212 Cilinderschoonmaakmachine
bestemd voor: het onder hoge druk reinigen van diepdrukcilinders en/of
gegraveerde walsen door een mengsel van water en natriumbicarbonaat,
en bestaande uit: afgesloten reinigingsmachine met automatisch
aangestuurde mechanische spuitkoppen.
B 3213 Zeefdrukvorm- of flexodrukpersspoelinstallatie
bestemd voor: het verwijderen van lak- of inktresten uit
zeefdrukvormen of flexodrukpersen door een recirculerende vloeistof in
een gesloten systeem,
en bestaande uit: spoelinstallatie, sproeisysteem, rondpompsysteem,
(eventueel) destillatie- en vacuümeenheid.
B 3220 Mechanische reinigingsmachine
bestemd voor: het mechanisch reinigen van de champignonteeltcellen
zonder gebruik van ontsmettingsmiddelen,
en bestaande uit: mechanische reinigingsmachine.
A 4050 Biologisch luchtfilter voor geurafbraak
bestemd voor: de microbiologische afbraak van geurstoffen,
en bestaande uit: bak of vat met biomassa op dragermateriaal,
ventilator, (eventueel) filterbevochtigingsinstallatie, (eventueel)
afgasbevochtigingsinstallatie, (eventueel) demister, (eventueel) afgassenkoelinstallatie.
B 4051 Geurbestrijdingssysteem
bestemd voor: het afbreken van geurcomponenten door toepassing van
enzympreparaten die worden verneveld in afgasleidingen of een contactruimte,
en bestaande uit: enzymdoseer- en verstuivingseenheid, (eventueel)
contactruimte, leidingwerk, appendages, besturingseenheid.
A 4052 Foto-oxidatie-installatie
bestemd voor: het vernietigen van geur- en koolwaterstoffen in
procesafgassen door oxidatie met UV-licht in combinatie met
waterstofperoxide of ozon of zuurstofradicalen,
en bestaande uit: UV-reactor, (eventueel) waterstofperoxidewasser,
(eventueel) wastoren, (doseer)pompen, (eventueel) ventilator,
(eventueel) ozongenerator, (eventueel) ozonabsorber/restozonvernietiger,
(eventueel) zuurstofradicaalgenerator, (eventueel) tanks.
B 4060 Detectieapparatuur radioactiviteit
bestemd voor: toegangscontrole op transportmiddelen en
getransporteerde stoffen bij inrichtingen voor de verwerking van
schroot, waarbij de apparatuur geschikt is voor het snel (binnen enkele
seconden) meten van geringe variaties op het gamma-achtergrond niveau
(30 nSv/hr) of oppervlaktebesmettingen met minimaal 0,4
Bq/cm2 voor beta-deeltjes of 0,04 Bq/cm2 voor alfa-deeltjes,
en bestaande uit: detectieapparatuur voor radioactiviteit eventueel in
combinatie met registratieapparatuur en alarmeenheid.
B 4061 Stralingsvrije meetapparatuur (vervanging)
bestemd voor: het vervangen van bestaande apparatuur ten behoeve van
dichtheids- en niveaumeting op basis van radioactiviteit door een
alternatieve techniek,
en bestaande uit: dichtheids- en niveaumeetapparatuur anders dan met
behulp van radioactiviteit.
A 4080 Puntgerichte afzuiging van kleine stofbronnen met
nageschakelde filtrerende afscheider
bestemd voor: het afzuigen en filtreren van kleine stofbronnen, met
een capaciteit van maximaal 4.000 m3 per uur en een
stofvracht van maximaal 0,2 kg per uur, waarvoor geen maatregelen op
basis van de NeR hoeven te worden genomen, zodanig dat de lucht die naar
de atmosfeer wordt afgevoerd niet meer dan 5 mg stof per Nm3 bevat,
en bestaande uit: filtrerende afscheider, afzuigapparatuur.
B 4081 Tweetrapsfilter
bestemd voor: het afscheiden van stof uit een luchtstroom door
toepassing van een filter dat is uitgerust met twee afzonderlijke
afscheidingssystemen zodanig dat de lucht die naar de atmosfeer wordt
afgevoerd minder dan 2 mg stof per Nm3 bevat,
en bestaande uit: tweetrapsfilter.
B 4082 Elektrostatisch filter
a.bestemd voor: het verwijderen van rookdeeltjes uit afgas afkomstig
van vis-, vlees- en kaasrokerijen, of
b.bestemd voor: het verwijderen van bestrijdingsmiddelen uit
afgassen van zaaizaadbehandelingssystemen, of
c.bestemd voor: het verwijderen van stof uit afgas van stralen,
lassen, solderen, vlamspuiten of thermisch verzinken, of
d.bestemd voor: het verwijderen van stof uit afgas van
glassmeltovens, of
e.bestemd voor: het verwijderen van stof uit afgas van
houtverbrandingsinstallaties in de houtindustrie, of
f.bestemd voor: het verwijderen van deeltjes uit afgassen van
processen met een emissie van minder dan 5 mg/Nm3,
en bestaande uit: ventilator, elektrostatisch filter, opvangreservoir.
A 4084 Gesinterd ontstoffingsfilter
bestemd voor: het afscheiden van stof uit af- of procesgassen met een
gesinterd filter met een maximale doorlaat van 1 mg/Nm3, ter
vermindering van stofemissie naar de atmosfeer,
en bestaande uit: gesinterd filter, filterhuis, (eventueel) systeem
voor periodieke reiniging.
B 4090 Watermist/microschuim-ontstoffing
bestemd voor: het beperken van stofverspreiding bij sorteerlijnen,
puinbreek- en recyclinginstallaties en bij de op- en overslag van
stortgoed of bulkgoederen, door middel van een bevochtiging van het
stortgoed met zeer fijn verneveld water dan wel met schuim dat verkregen
wordt door het mengen van water met een volledig biologisch afbreekbaar schuimmiddel,
en bestaande uit: (eventueel) watervernevelingssysteem, (eventueel)
bindmiddelvoorraadvat, (eventueel) mengsysteem, (eventueel) schuimtoedieningssysteem.
B 4091 Windzifter voor vaste stof met materiaalterugwinning
bestemd voor: het afscheiden van fijn stof uit bulkgoederen door
middel van een windzifter, waarbij het afgescheiden stof wordt
gegranuleerd en teruggevoerd naar de bulk,
en bestaande uit: trilgoot, blaasnozzles, cycloon, expansiekamer,
draaisluis, ventilator, filters, granuleringskamer, (eventueel)
bevochtingsinstallatie, (eventueel) retourtransportsysteem.
B 4092 Beladingsbalg
bestemd voor: het verminderen van stofemissies bij het beladen van
vrachtwagens of schepen,
en bestaande uit: vouwbalg, (eventueel) sluitkegel of opblaasbare
band, filteraansluiting, geïntegreerd stoffilter.
B 4093 Mobiele lostrechter
bestemd voor: het lossen van bulkgoederen in een mobiele lostrechter
welke de grijper van de loskraan geheel kan omvatten en welke is
voorzien van onderafzuiging en filter met uitblaasopeningen in de
losrichting zodanig dat het verwaaien van stof wordt voorkomen,
en bestaande uit: lostrechter, filter, afzuigventilatoren.
B 4094 Flexibel klepsysteem voor overslag van bulkgoederen
bestemd voor: het verminderen van stofemissies bij overslag van
bulkgoederen door afdekking van de bunker met een flexibel klepsysteem,
waarbij onder de kleppen onderdruk wordt gehandhaafd,
en bestaande uit: flexibele kleppen, vacuümpompen.
B 4095 Gesloten hangende transportband
bestemd voor: het stofvrij transporteren van bulkgoederen door middel
van een systeem met een flexibele hangende, rondom gesloten transportband,
en bestaande uit: flexibele, hangende transportband, ophanging,
(eventueel) bandondersteuning, aandrijving, los- en laadsysteem.
Exclusief opslagsysteem.
B 4100 Natstraalinstallatie
bestemd voor: het stofvrij stralen van oppervlakken met behulp van een
nat of vochtig straalmiddel,
en bestaande uit: compressor, tank, straaleenheid, slangen, filter, waterpomp.
B 4110 Vloeimiddelvrije soldeerinstallatie
bestemd voor: het zonder vloeimiddel solderen in een gesloten systeem,
en bestaande uit: soldeerbad, condensatie-apparatuur,
voorverhittingseenheid, plasmakamer, transportsysteem.
B 4120 Rookgasbehandelingssysteem voor las-, soldeer- en snijdampen
bestemd voor: het afzuigen en behandelen van las-, soldeer- en
snijdampen, waarbij de gezuiverde lucht gerecirculeerd kan worden,
en bestaande uit: afzuigsysteem, filtersysteem, bedieningseenheid, recirculatie-eenheid.
B 4141 Gesloten malsysteem voor kunstharsverwerking
bestemd voor: het verwerken van kunstharsen in een gesloten systeem
ter vermijding van styreenemissies, door een vacuüminjectiesysteem of
een overdruksysteem,
en bestaande uit: vacuüm- of persinstallatie, gesloten malsysteem,
injectie-apparatuur, (eventueel) oven.
B 4150 Regeleenheid elektrodynamisch remmen
bestemd voor: het geluidarm remmen van diesel locomotieven in het
snelheidsgebied tot 30 km/uur,
en bestaande uit: elektronische regeleenheid voor dynamisch remmen.
C 4155 Geluidreducerende voorzieningen voor lichte propellervliegtuigen
bestemd voor: het terugbrengen van het brongeluidsniveau van lichte
propellervliegtuigen met een maximaal toegelaten startmassa van 5.700 kg
(vlg. ICAO Hoofdstuk 6) tot en met 8.618 kg (vlg. ICAO Hoofdstuk 10)
door aanpassing van vliegtuigen of aankoop van nieuwe vliegtuigen
(willekeurig afschrijfbaar tot een maximumbedrag van € 37.000), welke
voldoet aan het bereiken van een maximaal geluidsniveau van het
vliegtuig gemeten volgens
Maximaal toegelaten startmassa [kg] | Maximaal toegelaten geluidsniveau [dB(A)] |
5.700 tot 1.500 | 76 |
1.500 tot 600 | 64 + (M-600)/75 |
600 of minder | 64 |
Maximaal toegelaten startmassa [kg] | Maximaal toegelaten geluidsniveau [dB(A)] |
8.618 tot 1.325 | 80 |
1.325 tot 618 | 68 + (M-618) × 12/707 |
618 of minder | 68 |
M = maximaal toegelaten startmassa [in kg],
en bestaande uit: (eventueel) een geluiddemper op de uitlaat,
(eventueel) een drie- of meerbladige propeller, (eventueel)
aandrijfeenheden waarbij het maximum (start-)vermogen wordt bereikt bij
een propellertoerental kleiner dan of gelijk aan 2200 rpm.
B 4160 Vast opgesteld lagedruk aggregaat
bestemd voor: het laden of lossen van bulkgoederen door middel van een
vast opgesteld pneumatisch lagedruk aggregaat,
en bestaande uit: vast opgesteld pneumatisch lagedruk aggregaat.
B 4170 Geluidarme compressievrije transportkoeling
bestemd voor: het koelen van producten in trailers, trucks of
aanhangwagens door de verdamping van CO2 of stikstof aan de lucht,
en bestaande uit: voorraadtank, verdamper, (eventueel)
transportruimteventilator, (eventueel) koudeverdeler.
B 4171 Ventilator
bestemd voor: het verplaatsen van lucht bij warmtewisselaars,
koeltorens en ventilatiesystemen, zodanig dat het geluidsvermogensniveau
van de ventilator, overeenkomstig ISO 1680/1, niet meer bedraagt dan 28
+ 30 log U – 5 log D + 10 log P, waarbij U de omtreksnelheid van de
waaier (in m/s) is, D de diameter van de waaier is (in m) en P het
nominale elektrische aandrijfvermogen is (in kW),
en bestaande uit: ventilator, aandrijfmechanisme, (eventueel) toerenregeling.
F 5050 Brandstofcelsysteem voor aandrijving van transportmiddelen
bestemd voor: het opwekken van elektrische energie met een vermogen
van maximaal 1.000 kW waarbij de brandstof rechtstreeks wordt omgezet in
elektrische energie, ten behoeve van aandrijving van transportmiddelen,
en bestaande uit: systeem van brandstofcellen, elektrisch aandrijfsysteem.
B 5060 Elektro- of gasmotor voor schepen
bestemd voor: het voortstuwen van vaartuigen die, voor de
voortstuwing, uitsluitend voorzien zijn van een elektro- of gasmotor,
en bestaande uit: LPG- of aardgasmotor met tank of elektromotor met
accu's, (eventueel) oplaadstation.
A 5061 Ombouwset van dieselmotoren naar LPG- of aardgasmotoren
bestemd voor: het ombouwen van dieselmotoren van:
a.een vaartuig dat goederen transporteert op binnenwateren inclusief
de Nederlandse territoriale wateren (zgn. 12 mijls-zone), of
b.een vaartuig dat is ingericht voor het vervoer over binnenwateren
inclusief de Nederlandse territoriale wateren (zgn. 12 mijls-zone)
van meer dan 8 personen, of
c.een motorvoertuig in het goederenwegtransport met een minimaal
vermogen van 100 kW, of
d.een motorvoertuig dat is ingericht voor het vervoer over de weg
van meer dan 8 personen buiten de bestuurder, naar motoren voor deze
voertuigen die aardgas dan wel LPG als brandstof gebruiken, voor het
beperken van de emissie van NOx en deeltjes,
en bestaande uit: vaar- of voertuiggebonden installatie voor opslag,
toevoer, injectie en ontsteking van aardgas of LPG.
A 5062 Ombouwset van dieselmotoren naar biobrandstofmotoren
bestemd voor: het ombouwen van een dieselmotor van een voer- of
vaartuig naar een motor die uitsluitend biobrandstof als brandstof
gebruikt, voor het beperken van de emissie van NOx en deeltjes,
en bestaande uit: aanpassingen van pakkingen en/of brandstofleiding,
(eventueel) voorverwarmer, (eventueel) bio-oliefilter, (eventueel)
aangepaste verstuivers.
B 5070 Elektrisch aangedreven voertuig/vaartuig
a.bestemd voor: het vervoer van goederen of personen over de
openbare weg met behulp van een voertuig met minder dan 4 wielen,
uitgerust met een elektromotor en een accu als energiebron voor de
aandrijving, of
b.bestemd voor: het vervoer van goederen of personen over de
openbare weg met behulp van een voertuig met vier of meer wielen met
een elektromotor als hoofdmotor (elektro-auto), eventueel in
combinatie met een verbrandingsmotor (hybrideauto), waarvoor een
belastingplicht bestaat op grond van de Wet op de
Motorrijtuigenbelasting 1966, of
c.bestemd voor: het vervoer van goederen of personen over openbaar
vaarwater met behulp van een vaartuig met voor de aandrijving
uitsluitend een elektromotor,
en bestaande uit: elektrisch aangedreven voer- of vaartuig,
(eventueel) oplaadstation.
B 5075 Bus met hybride-motor
bestemd voor: het vervoer van personen over de weg door een
diesel-elektrisch aangedreven voertuig voorzien van meer dan 8
passagiersplaatsen buiten de bestuurder,
en bestaande uit: autobus voorzien van diesel-elektrische aandrijving.
C 5082 Voertuig met milieuvriendelijk gemaakte motor (MGV)
bestemd voor: het vervoer van goederen of het vervoer van ten minste 8
personen buiten de bestuurder, met een maximum toelaatbare massa van
meer dan 3.500 kg,
en bestaande uit: voertuig (inclusief cabine, opbouw, inrichting
etc.), welke is voorzien van een motor waarvan de uitstoot van
uitlaatgassen blijkens een certificaat als bedoeld in bijlage VI van
richtlijn 88/77/EEG voldoet aan de grenswaarden van rij C (MGV) van
tabel 2 van bijlage I van richtlijn 88/77/EEG van de Europese Unie,
zoals laatstelijk gewijzigd bij richtlijn 2001/27/EG.
De investering komt voor maximaal € 200.000 in aanmerking voor de
willekeurige afschrijving.
B 5090 Hydraulisch heiblok
bestemd voor: het heien van funderingspalen door middel van een
hydraulisch aangedreven heiblok, en waarvan het hydraulisch systeem is
gevuld met biologisch afbreekbare, niet toxische olie,
en bestaande uit: hydraulisch heiblok.
Exclusief generator.
B 5100 Geluidarme betonwarenverdichtingsinstallatie
bestemd voor: het vervaardigen van betonwaren in een installatie
waarbij de verdichting wordt verkregen door de toepassing van een
trillingsfrequentiegenerator (in plaats van doorslagtoepassing),
en bestaande uit: betonwarenverdichtingsmachine, trillingsfrequentiegenerator.
B 5101 Geluidarme mobiele puinbreker
bestemd voor: het breken van steen- en betonpuin tot granulaat in een
niet vast opgestelde mobiele breekinstallatie, die voldoet aan een
geluidsvermogensniveau van maximaal 114 dB(A) en waarvan het hydraulisch
systeem is gevuld met biologisch afbreekbare, niet toxische olie,
en bestaande uit: mobiele puinbreker voorzien van een toevoermond met
(eventueel) trilgoot, (eventueel) voorzeef, (eventueel) transportbanden,
(eventueel) magneetband.
B 5110 Houtversnipperaar
bestemd voor: het versnipperen van houtige gewassen door middel van
een niet stationair opgestelde houtversnipperaar waarvan het hydraulisch
systeem is gevuld met biologisch afbreekbare, niet toxische olie, en
welke voldoet aan een geluidsvermogensniveau van:
a.ten hoogste 117 dB(A)/1 pW voor versnipperaars met een maximale
invoerdiameter van 200 mm of minder, of
b.ten hoogste 120 dB(A)/1 pW voor versnipperaars met een maximale
invoerdiameter van meer dan 200 mm.
B 5111 Geluidarme gazonmaaier
bestemd voor: het maaien van gazonnen en sportvelden en -banen door
middel van een zelfrijdende gazonmaaier met een minimale maaibreedte van
70 cm, waarvan het eventueel aanwezige hydraulisch systeem is gevuld met
biologisch afbreekbare, niet toxische olie en waarbij de emissies de in
onderdeel 5 van deze bijlage vermelde grenswaarden niet overschrijden en
welke voldoet aan een geluidsvermogensniveau van:
a.ten hoogste 98 dB(A)/1 pW voor maaiers met een maaibreedte van
tenminste 70 cm, doch niet meer dan 120 cm, of
b.ten hoogste 103 dB(A)/1 pW voor maaiers met een maaibreedte van
meer dan 120 cm.
A 5120 Natte mobiele tarrascheidingsinstallatie voor bollen en knollen
bestemd voor: het verwijderen van tarra van bollen en knollen in een
mobiele installatie door middel van natte scheiding met tegenstroom en
wervelbed, waarbij de tarra op de rooiakker achterblijft en het
gebruikte water of op de rooiakker achterblijft of wordt hergebruikt,
en bestaande uit: natte mobiele tarrascheidingsinstallatie waarvan het
hydraulisch systeem is gevuld met biologisch afbreekbare, niet toxische olie.
B 5121 Droge mobiele tarrascheidingsinstallatie voor bollen en knollen
bestemd voor: het verwijderen van tarra van bollen en knollen in een
mobiele installatie op basis van een zwevend-zand bed, waardoor de tarra
op de rooiakker achterblijft,
en bestaande uit: droge mobiele tarrascheidingsinstallatie waarvan het
hydraulisch systeem is gevuld met biologisch afbreekbare, niet toxische olie.
B 5122 Rooimachine met tarrareinigingsinstallatie
bestemd voor: het rooien van bieten, wortels, prei, bollen of andere
knollen, waarbij aanhangende aarde en zand wordt verwijderd door middel
van een rooimachine welke voorzien is van een specifiek
reinigingssysteem en waarvan het hydraulisch systeem van zelfrijdende
rooiers of rooiers met een eigen hydraulisch systeem is gevuld met
biologisch afbreekbare, niet toxische olie, waarbij de emissies de in
onderdeel 5 van deze bijlage vermelde grenswaarden niet overschrijden,
en bestaande uit:
a.rooier voor wortels, bollen of knollen, met inbegrip van
aardappelen en wortels en met uitzondering van bieten, voorzien van
axiaalrollen, of
b.een bietenrooier met een sterrenbed, gevolgd door axiaalrollen, of
c.een bietenrooier met een sterrenbed met daarboven minimaal 3
borstels, of
d.een bietenrooier met een sterrenbed met daarboven een wrijfband, of
e.een bietenrooier met axiaalrollen met daarboven minimaal 3
borstels, of
f.een bietenrooier met speciale reinigingszon, een luchtdruk
reinigingsunit en borstels, of
g.een preirooier met klembanden, afsnij-inrichting, borstels of
schudsysteem, pelrollen, of
h.een aardappelrooier met doorvalmat.
B 5130 Milieu- en arbovriendelijke landbouwtrekker
bestemd voor: het trekken en/of aandrijven van werktuigen door een
landbouwtrekker waarvan:
–het hydraulisch systeem is gevuld met biologisch afbreekbare, niet
toxische olie, en
–welke voldoet aan een geluidsdrukniveau LpA(7,5m) van maximaal: 62
+ 11 log P, bepaald volgens EG-richtlijn 74/151/EG, waarbij P het
vermogen in kW is, bepaald volgens richtlijn ECE-R24, en
–waarbij de emissies de in onderdeel 5 van deze bijlage vermelde
grenswaarden niet overschrijden, en
–die met geringe fysieke belasting bestuurd en bediend kan worden,
en bestaande uit: milieuvriendelijke landbouwtrekker, op schokbrekers
of gel- of luchtdempers afgeveerde cabine, luchtgeveerde stoel met
bediening van de landbouwtrekkerfuncties in of aan de armleuning.
B 5140 Geluidarme straatveegmachine
bestemd voor: het vegen van straten met behulp van een zelfrijdende
door een verbrandingsmotor aangedreven straatveegmachine, waarvan het
hydraulisch systeem is uitgerust met biologisch afbreekbare, niet
toxische olie, en welke voldoet aan een geluidsvermogensniveau van
maximaal: 85 + 11 log P, waarbij P het vermogen in kW is, bepaald
volgens EG-richtlijn 2000/14.
B 5141 Geluidarme kolkenzuiger
bestemd voor: het leegzuigen van straat- en rioolkolken met behulp van
een kolkenzuiger, waarvan de pomp wordt aangedreven door de aftakas en
waarvan het hydraulisch systeem is uitgerust met biologisch afbreekbare,
niet toxische olie, en welke voldoet aan een geluidsvermogensniveau van
maximaal: 98 dB(A)/1pW.
B 5142 Geluidarme huisvuilwagen
bestemd voor: het inzamelen van huisvuil met behulp van een
huisvuilwagen, waarvan het hydraulisch systeem is uitgerust met
biologisch afbreekbare, niet toxische olie, en welke voldoet aan een
geluidsvermogensniveau van maximaal: 96 dB(A)/1pW.
B 5143 Geluidarme vloeren- en stratenreiniger
bestemd voor: het reinigen van vloeren en straten met een
zelfrijdende, door een verbrandingsmotor aangedreven vloeren- en
stratenreiniger, waarbij uitsluitend met water wordt gereinigd onder een
druk van ten minste 250 bar en waarbij het gebruikte reinigingswater
retour wordt genomen, en waarvan het hydraulisch systeem is uitgerust
met biologisch afbreekbare, niet toxische olie,en welke voldoet aan een
geluidsvermogensniveau van maximaal:
a.ten hoogste 101 dB(A)/1 pW voor vloeren- en stratenreiniger met
een vermogen tot maximaal 55 kW, of
b.82 + 11 log P voor een vloeren- en stratenreiniger met een
vermogen van meer dan 55 kW, waarbij P het vermogen in kW is,
bepaald volgens EG-richtlijn 2000/14.
B 5150 Geluidarm hydrauliek aggregaat
bestemd voor: het genereren van druk ten behoeve van hydraulische
werktuigen door middel van een niet-vast opgesteld, door een
verbrandingsmotor aangedreven aggregaat, waarvan het hydraulisch systeem
is gevuld met biologisch afbreekbare, niet toxische olie, en welke
voldoet aan een geluidsvermogensniveau van maximaal: 100 + 2 log P,
waarbij P het vermogen in kW is, bepaald volgens EG-richtlijn 2000/14.
B 5151 Geluidarm stroomaggregaat
bestaande uit: niet-vast opgestelde aandrijfmotor en generator met een
op rotatie berustende werking die stroom afgeeft voor laswerk of
arbeidsvermogen, en welke voldoet aan een geluidsvermogensniveau van
maximaal: 87 + log Pel, waarbij Pel het elektrisch vermogen is in kVA.
B 5160 Geluidarme motoraangedreven compressor met een
capaciteit van maximaal 30 m3/min
bestaande uit: niet-vast opgesteld door een verbrandingsmotor
aangedreven toestel waarmee lucht wordt samengeperst en verplaatst, met
uitzondering van ventilatoren en vacuümpompen, en welke voldoet aan een
geluidsvermogensniveau van maximaal: 95 + 2 log P, waarbij P het
vermogen in kW is, bepaald volgens EG-richtlijn 2000/14 en waarbij de
emissies de in onderdeel 5 van deze bijlage vermelde grenswaarden niet overschrijden.
B 5170 Geluidarme motorpomp
bestemd voor: het oppompen van water met behulp van een niet-vast
opgestelde pomp, aangedreven door een verbrandingsmotor met een
geluidsvermogensniveau van maximaal 95 dB(A)/1pW,
en bestaande uit: motorpomp met eigen verbrandingsmotor.
B 5180 Geluidarme laadschop
bestemd voor: het laden, lossen, vervoeren of zeven van materiaal,
en bestaande uit: een zelfrijdend door een verbrandingsmotor
aangedreven werktuig op wielen of rupsbanden met een geïnstalleerd
vermogen groter dan 25 kW dat aan de voorzijde is uitgerust met een bak
en waarvan het hydraulisch systeem is gevuld met biologisch afbreekbare,
niet toxische olie en waarbij de emissies de in onderdeel 5 van deze
bijlage vermelde grenswaarden niet overschrijden, en welke voldoet aan
een geluidsvermogensniveau van maximaal: 81 + 11 log P, waarbij P het
vermogen in kW is, bepaald volgens EG-richtlijn 2000/14.
B 5181 Geluidarme graafmachine
bestemd voor: het graven, laden, lossen, vervoeren, slopen, knippen,
zeven of vergruizen van materiaal,
en bestaande uit: graafmachine met een geïnstalleerd vermogen groter
dan 15 kW met een zelfrijdende door een verbrandingsmotor aangedreven
onderwagen en een bovenwagen die een zwenkbeweging van meer dan 360° kan
uitvoeren, door middel van bewegingen van de giek, de arm, die aan de
voorzijde is uitgerust met een bak, sloopschaar, zeef, vergruizer of
palenkraker en waarvan het hydraulisch systeem is gevuld met biologisch
afbreekbare, niet toxische olie en waarbij de emissies de in onderdeel 5
van deze bijlage vermelde grenswaarden niet overschrijden, en welke
voldoet aan een geluidsvermogensniveau van maximaal: 82 + 9 log P,
waarbij P het vermogen in kW is, bepaald volgens EG-richtlijn 2000/14.
B 5190 Geluidarme mobiele kraan
bestaande uit: een zelfrijdende telescoop- of vakwerkkraan op banden
met een maximale hijslast van 60 ton die niet aan een vaste baan is
gebonden, die is toegelaten op de openbare weg en waarvan het
hydraulisch systeem is gevuld met biologisch afbreekbare, niet toxische
olie en waarbij de emissies de in onderdeel 5 van deze bijlage vermelde
grenswaarden niet overschrijden, en welke voldoet aan een
geluidsvermogensniveau van maximaal:
a.101 dB(A)/1 pW voor een telescoopkraan met een vermogen tot
maximaal 55 kW, of
b.90 + 5 log P voor een telescoopkraan met een vermogen van meer dan
55 kW, waarbij P het vermogen in kW is, bepaald volgens EG-richtlijn
2000/14, of
c.96 dB(A)/1 pW voor een torenkraan.
B 5191 Geluidarme autolaadkraan
bestemd voor: het laden en lossen van vracht met behulp van een vast
op een voertuig gemonteerde autolaadkraan die is voorzien van een eigen
aandrijving, waarvan het hydraulisch systeem is uitgerust met biologisch
afbreekbare, niet toxische olie, en welke voldoet aan een
geluidsvermogensniveau van maximaal: 100 dB(A)/1pW.
B 5200 Vorkheftruck
bestemd voor: het heffen en verplaatsen van goederen met behulp van
een vorkheftruck die is voorzien van een meerijdende bestuurdersplaats
en waarvan het hydraulisch systeem is gevuld met biologisch afbreekbare,
niet toxische olie en waarbij de emissies de in onderdeel 5 van deze
bijlage vermelde grenswaarden niet overschrijden,
en bestaande uit: een vorkheftruck met verbrandingsmotor met een
geluidsvermogensniveau van maximaal: 74 + 16 log P, waarbij P het
vermogen in kW is, bepaald volgens EG-richtlijn 2000/14.
B 5201 Geluidarme telescooplader/verreiker
bestemd voor: het verplaatsen van materiaal door een zelfrijdend door
een verbrandingsmotor aangedreven werktuig op wielen met een
geïnstalleerd vermogen groter dan 25 kW, aan de voorzijde uitgerust met
gereedschap, waarmee materiaal geladen of gelost kan worden, waarvan het
hydraulisch systeem is gevuld met biologisch afbreekbare, niet toxische
olie, en waarbij de emissies de in onderdeel 5 van deze bijlage vermelde
grenswaarden niet overschrijden, en welke voldoet aan een
geluidsvermogensniveau van maximaal: 82 + 11 log P, waarbij P het
vermogen in kW is, bepaald volgens EG-richtlijn 2000/14.
B 6050 Gasdetectieapparatuur bij grote opslagen van ammoniak,
chloor of zeer toxische stoffen
bestemd voor: het met ten minste 2 sensoren vroegtijdig detecteren van
lekken bij opslagen van ammoniak of chloor of zeer toxische stoffen
groter dan 5 Nm3, met activering van een systeem dat het
ontsnappen van de gassen tegengaat of met automatische doormelding naar
een alarmcentrale,
en bestaande uit: early warning gasdetectieapparatuur, (eventueel)
apparatuur voor doormelding naar een alarmcentrale, (eventueel)
noodopslagtank die aantoonbaar geen deel uitmaakt van de normale bedrijfsvoering.
B 6060 Branddetectiesysteem in chemicaliënopslagen tot 10 ton
bestemd voor: het vroegtijdig detecteren van brand in
chemicaliënopslagruimten met een opslagcapaciteit van minder dan 10 ton,
met activering van een blussysteem of met automatische doormelding naar
een alarmcentrale,
en bestaande uit: detectieapparatuur, (eventueel) automatisch
brandblussysteem, (eventueel) apparatuur voor doormelding naar een alarmcentrale.
B 6061 Lichtschuimblusinstallatie voor chemicaliënopslagen
bestemd voor: het bij brand volschuimen van de opslagruimte bij
installaties waarbij de richtlijn CPR 15 van de Commissie Preventie
Rampen niet verplicht is,
en bestaande uit: lichtschuimgeneratoren.
B 6070 Aanvaringsbestendige binnenvaarttanker voor ammoniak of LPG
bestemd voor: het uitsluitend vervoeren van LPG of ammoniak over
binnenwateren in dubbelwandige binnenvaartschepen, die voorzien zijn van
een waarschuwingssysteem bij het manoeuvreren van het schip,
en bestaande uit: dubbelwandige (roestvrij) stalen wanden en tanks,
waarschuwingssysteem bij het manouvreren.
A 6071 Warmte-isolerende coating van LPG-tankwagens
bestemd voor: het verminderen van de kans op het bezwijken van de
tankwand door warmtestraling bij brand,
en bestaande uit: warmte-isolerende coating.
B 6072 Deluge-sprinklersysteem voor losplaatsen van
LPG-tankwagens bij tankstations
bestemd voor: het bestrijden van beginnende branden en het voorkomen
van explosies bij het lossen van LPG-tankwagens bij tankstations door
vroegtijdig en automatisch blussen van de brand en koelen van de tankwagen,
en bestaande uit: sprinklernetwerk, delugeklep, waterreservoir,
branddetectiesysteem dat de delugeklep bedient.
B 6080 Tweede omhulling voor een proces- of verladingsinstallatie
bestemd voor: het voorkomen van het in de buitenlucht komen van
incidentele emissies van toxische gassen die kunnen vrijkomen uit een
chemische procesinstallatie of een verladingsinstallatie. De uitsluitend
daartoe bestemde constructie dient in overeenstemming te zijn met de
eisen vanuit arbeidsveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding
zoals blijkt uit een verklaring opgesteld door een onafhankelijke
deskundige dan wel het bevoegde gezag,
en bestaande uit: een constructie welke als een tweede omhulling de
proces- of verladingsinstallatie omsluit zodanig dat er geen toxisch gas
naar buiten kan treden.
Exclusief gasopvang- en neutralisatie-installatie.
A 6090 Noodopvang voor regenwater
bestemd voor: de noodopvang van regenwater bij grote regenval, waarbij
het opgevangen water vertraagd naar de riolering of via het
oppervlaktewater wordt afgevoerd en waarbij maximaal 25% van het
opgevangen regenwater als gietwater in land- en tuinbouw wordt toegepast,
en bestaande uit: ondergronds wateropslagsysteem met een totale
opslagcapaciteit van tenminste 2.000 m3 per hectare verhard
oppervlak, (eventueel) elektronische regeling, (eventueel)
drukverdelende (teelt)vloer.
A 6092 Noodopslagvoorziening voor rioolwater
bestemd voor: de tijdelijke berging van rioolwater in bergingszakken
of -slurven ter voorkoming van riooloverstort,
en bestaande uit: bergingszakken of -slurven, (eventueel) apparatuur
voor lokale zuivering voorafgaand aan lozing of infiltratie.
A 6093 Noodopslagvoorziening
bestemd voor: het opvangen van vloeistoffen bij calamiteiten, door
middel van een schacht voorzien van een inertgassysteem en
afdekschuimsysteem of afdekkorrelsysteem,
en bestaande uit: schacht, inertgassysteem, korrel- of schuimsysteem.
B 6100 Overstromingsbestendige olie/water-afscheider
bestemd voor: het afscheiden van lichte minerale olie uit afvalwater
door een olie/waterafscheider die bij overstromingen geen olie kan
lekken, bijvoorbeeld door toepassing van een kloksysteem, door:
a.een afscheider met een platenpakket gebouwd overeenkomstig een
hydraulische berekening gericht op het afscheiden van laminaire en
stabiele waterstromen verontreinigd met lichte minerale oliedeeltjes
kleiner dan 50 micron met een soortelijke massa kleiner dan 850
kg/m3 bij 20 °C. De afscheider moet zijn vergezeld van
een verklaring opgesteld door een door de Raad voor Accreditatie
erkende organisatie waaruit blijkt dat het ontwerp en de uitvoering
van de installatie overeenkomt met de genoemde hydraulische berekening,
en bestaande uit: overstromingsbestendige afscheider waarin
opgenomen een platenpakket, (pre-)sedimentatie-eenheid of
slibvangput, casco, of
b.een afscheider met een coalescentiepakket. De afscheider moet zijn
vergezeld van een testverklaring volgens prEN 858 waaruit blijkt dat
de afscheider lichte minerale oliedeeltjes afscheidt uit water tot
een concentratie van minder dan 5 mg/l. De bedoelde verklaring moet
zijn opgesteld door een door de Raad voor Accreditatie erkende organisatie,
en bestaande uit: overstromingsbestendige coalescerende
afscheider, (eventueel) sedimentatie-eenheid of slibvangput.
F 6110 Lekdetectie- en tankbewakingssysteem
bestemd voor:
a.het detecteren van lekken van ondergrondse tanks en/of
ondergrondse leidingen en/of vloeistofdichte vloeren en/of
bestratingen, door bewaking door een permanente voorziening, of
b.het vanaf het (vloer)oppervlak via afsluitbare openingen direct in
het poriënvolume van de bodem detecteren van verontreinigingen van
de bodemlucht en/of monitoren van het grondwater en/of onderzoek van
de vloeistofdichtheid van voorzieningen met behulp van lucht en/of
begeleiden van een in situ-reinigingsproces van een verontreinigde bodem.
Het bovenstaande geldt met uitzondering van lekdetectie- en
tankbewakingsystemen die verplicht zijn in het kader van een AMvB ex
artikel 8.40 of 8.44 of vergunning ex artikel 8.1 van de Wet milieubeheer,
en bestaande uit: in het oppervlak aangebracht en/of in de verharding
gemonteerd verbindingselement dat wordt gevormd door een buisvormig
lichaam voorzien van een afsluitbare en afneembare opening en dat in de
verharding voorzien is van een afdichtingsmanchet en afdekplaat met
gasdichte afdichting, sensoren, (eventueel) lokale voeding, (eventueel)
zender voor datatransmissie naar een centrale computer.
B 6111 Dubbelwandige ingeterpte of ondergrondse tanks en
dubbelwandige leidingen
bestemd voor: het ingeterpt of ondergronds opslaan in tanks en/of het
onder- of bovengronds transporteren in leidingen van bodembedreigende
vloeistoffen, zolang de tanks en/of leidingen niet verplicht zijn in het
kader van een AMvB ex artikel 8.40 of 8.44 of vergunning ex artikel 8.1
van de Wet milieubeheer,
en bestaande uit: dubbelwandige tanks en/of dubbelwandige leidingen,
(eventueel) lekdetectiesysteem.
B 6112 Ingeterpte of ondergrondse opslag van explosieve gassen
bestemd voor: het ingeterpt of ondergronds opslaan in tanks van
explosieve gassen, niet zijnde LPG,
en bestaande uit: het interpen en afdekken van ondergrondse tank met corrosiebescherming.
Exclusief de tank.
A 6113 Vloeistofdichte voorzieningen (aanpassing van bestaande voorzieningen)
bestemd voor: het op basis van de Nederlandse Richtlijn
Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten (NRB) voorkomen van
bodemverontreiniging door toepassing van een bodembeschermende voorziening:
–waarbij sprake is van het vloeistofdicht maken van een bestaande
voorziening en
–waarbij de bodembeschermende voorziening is uitgevoerd
overeenkomstig de NIBV/PBV-tabel constructies en materialen uitgave
1997/01 (of later) en
–waarvoor na het aanbrengen een PBV-Verklaring Vloeistofdichte
Voorziening volgens model 99/02 is afgegeven door een daartoe
bevoegde keuringsinstantie en
–zolang de bodembeschermende voorziening niet verplicht is in het
kader van een AMvB ex artikel 8.40 of 8.44 of vergunning ex artikel
8.1 van de Wet milieubeheer,
en bestaande uit: aanpassing bodembeschermende voorziening.
A 6121 Vaste laad- en losarmen voor laden en lossen van chloor,
ammoniak of zwaveldioxide
bestemd voor: het door middel van laad- en losarmen laden en lossen
van chloor, ammoniak of zwaveldioxide tussen een vaste opstelling en een
transportmiddel, zolang de laad- en losarmen niet verplicht zijn in het
kader van een AMvB ex artikel 8.40 of 8.44 of vergunning ex artikel 8.1
van de Wet milieubeheer,
en bestaande uit: laad- en losarmen.
A 6131 Drijvende olieschraper
bestemd voor: het door toepassing van roterende borstels opnemen,
afscheiden en opslaan van op oppervlaktewater drijvende olieverontreiniging,
en bestaande uit: borstelschraper.
Exclusief stroomaggregaat.
B 6140 Dubbele mechanische asafdichting
bestemd voor: het verminderen van lek- en verdampingsverliezen van
vluchtige organische stoffen langs roterende assen van machines,
en bestaande uit: dubbele mechanische asafdichting welke voldoet aan
de norm API 610, plan 53.
B 6141 Magneetkoppeling
bestemd voor: het voorkomen van verliezen langs as en pakkingen door
toepassing van een hermetisch gesloten krachtoverbrenging voor
(filter)pompen, mengers en roerders voor tanks of leidingen,
en bestaande uit: magneet, aandrijving, roerder of pomp.
B 6142 Afsluiter voorzien van een metalen balg
bestemd voor: het regelen of beperken van de omvang van stromen van
vluchtige organische stoffen in leidingen, waarbij de afsluiteras is
voorzien van een metalen balg die verdampings- of lekverliezen voorkomt,
en bestaande uit: afsluiter met metalen balg.
A 6143 Lekvrij vul- en tanksysteem
bestemd voor: het vullen van een voertuig- of vaartuigtank met een
droge vaste koppeling zodanig dat tijdens het vullen tank en slang vast
zijn verbonden, en waarbij de slang is voorzien van een
overvulbeveiliging, met uitzondering van het vullen van tanks met
stoffen die een dampspanning hebben van 1 kPa of meer,
en bestaande uit: vulslang met vaste koppeling, in de vulslang
geïntegreerde geluidgestuurde overvulbeveiliging en (eventueel)
dampretour, (eventueel) aanpassing van de tankvulopening.
B 6150 Zoutelektrolyse-apparatuur
bestemd voor: het op de plaats van gebruik produceren van chloorbleekloog,
en bestaande uit: elektrolyse-apparatuur, (eventueel) zoutopslag,
(eventueel) pekeldoseereenheid, pomp.
B 6160 Kathodische bescherming voor beton
bestemd voor: het kathodisch beschermen van beton tegen betonrot,
waarbij een speciale betoncoating als anode en de bewapening als kathode fungeert,
en bestaande uit: anode (betoncoating), gelijkrichter, elektronische besturing.
F 7050 Zeeviskwekerij
bestemd voor: het diervriendelijk kweken van zeevis in een nagenoeg
gesloten waterrecirculatiesysteem met een verversing van ten hoogste 0,5
m3 water per kilogram verstrekt voer per dag, waarbij de
juveniele vis verkregen wordt van gekweekte oudervissen. Het
diervriendelijk kweken dient te voldoen aan het toetsingskader zoals
opgesteld voor te houden vissoorten door de Raad voor Dier Aangelegenheden,
en bestaande uit: kweekbassins, filtratie-en zuiveringsunit(s), recirculatievoorzieningen.
F 7052 Mosselhangcultuur ter vervanging van bodemberoerende mosselvisserij
bestemd voor: het kweken van mosselen met uitsluitend kunstmatige
hechtingssubstraten, ter vervanging van bodemberoerende mosselvisserij,
waarbij de mosselvisinstallatie op het schip permanent wordt verwijderd
en wordt vervangen door een oogstvoorziening voor de mosselhangcultuur
of waarbij het schip met mosselvisinstallatie wordt vervangen door een
schip dat uitsluitend geschikt is voor de oogst van mosselhangculturen,
en bestaande uit: hechtingssubstraat, drijvers, verankering, oogstvoorziening.
A 7053 Mosselzaadinvanginstallatie
bestemd voor: het invangen van mosselzaad met uitsluitend kunstmatige
hechtingssubstraten, waarbij de bodemberoerende mosselzaadinvang
vervangen wordt,
en bestaande uit: mosselzaadinvanginstallatie bestaande uit
hechtingssubstraat, drijvers, verankering en oogstvoorziening
F 7054 Mosselzaadbroedinstallatie
bestemd voor: het broeden en opkweken van mosselzaad uit oudermosselen
in een gesloten waterrecirculatiesysteem,
en bestaande uit: mosselzaadbroedinstallatie, voerkweeksysteem.
A 7060 Infiltratiesysteem
a.bestemd voor: het bufferen en infiltreren van regenwater in een
geperforeerde container, waarbij het regenwater na verblijf in deze
container infiltreert in de bodem,
en bestaande uit: geperforeerde container, (eventueel) geotextiel, of
b.bestemd voor: het transporteren naar een infiltratiesysteem en/of
infiltreren van regenwater met geperforeerde leidingen,
en bestaande uit: geperforeerde leidingen, (eventueel) geotextiel, of
c.bestemd voor: het bufferen en infiltreren van regenwater in een wadi,
en bestaande uit: wadi.
B 7080 Milieuvriendelijk beschermingssysteem voor scheepshuiden
bestemd voor: het beschermen van de scheepshuid tegen roest door een
initiële antifouling-, biocide- en kopervrije bedekking (aan te tonen
met een certificaat),
en bestaande uit: borstelbare harde coating of 'non-stick'
zachte coating.
B 7081 Borstelbaan voor scheepsrompreiniging
bestemd voor: het onder water door middel van roterende borstels
reinigen van een scheepsromp welke niet is behandeld met
aangroeiremmende verf,
en bestaande uit: borstelinstallatie, elektromotor, opvangbak.
A 7090 Gesloten grijswatersysteem voor schepen
bestemd voor: het opvangen en hergebruiken van grijswater op schepen
in een gesloten systeem ter voorkoming van ongezuiverde lozingen op het oppervlaktewater,
en bestaande uit: vuilwater buffertank, zuiveringsinstallatie,
slibopvangvoorziening, drukvat, secundair waterleidingnet, pomp.
A 7091 Individuele behandeling van afvalwater (IBA) voor schepen
bestemd voor: het individueel zuiveren van afvalwater van
huishoudelijke aard of hiermee vergelijkbaar door middel van een vast op
het schip opgestelde aërobe waterzuiveringsinstallatie, ter voorkoming
van ongezuiverde lozingen op het oppervlaktewater,
en bestaande uit: waterzuivering.
A 7092 Ballastwaterbehandelingsinstallatie
bestemd voor: het verwijderen van ecologieverstorende deeltjes,
sedimenten en/of organismen uit ballastwater in zeegaande schepen,
en bestaande uit: (hydro)cycloon, UV-bestralingseenheid.
B 7093 Havenontvangstinstallatie bij watersporthavens
bestemd voor: het innemen van grijswater, bilgewater of blackwater bij watersporthavens,
en bestaande uit: tanks, pompen, leidingen, (eventueel) olie/vetafscheider.
B 7094 Vuilwatertank voor pleziervaartuig
bestemd voor: het aan boord opvangen van afvalwater dat ontstaat in
pleziervaartuigen in de recreatievaart,
en bestaande uit: vuilwatertank, leidingen, koppelstukken,
dekaansluiting voor havenontvangstinstallatie.
A 7095 Bioreactor op voertuigen
bestemd voor: het biologisch reinigen van afvalstoffen afkomstig uit
toiletsystemen in voertuigen,
en bestaande uit: bioreactor, pomp en leidingen, (eventueel)
hergebruiksysteem grijswater, (eventueel) opslagtanks grijswater,
mobiele afzuigunits.
B 7096 Sedimentatie-installatie
bestemd voor: het door bezinking verwijderen van verontreinigingen uit
water dat vrijkomt bij het reinigen van schepen en waarbij de
reststromen hetzij hergebruikt of nuttig aangewend worden,
en bestaande uit: sedimentatiebak, pomp, (eventueel) slibruimer,
(eventueel) drijflaagafscheider.
B 7100 Schroefaskokerafdichtingsinstallatie
bestemd voor: het afdichten van de schroefaskoker van schepen door
middel van een watergesmeerde afdichtingsinstallatie,
en bestaande uit: lagerbussen, schroefaskokerafdichting.
Exclusief de schroef.
B 7101 Hennegatkokerafdichting
bestemd voor: het afdichten van het hennegat door middel van een
watergesmeerde afdichtingsinstallatie,
en bestaande uit: hennegatkokerafdichting, lagers, loopbussen,
hennegatkoker, roerkoning, waterpomp, (eventueel) steunlager,
(eventueel) watercirculatiesysteem.
B 7102 PTFE-glijlagers voor scheepshelling
bestemd voor: het geleiden van schepen bij het te water laten vanaf de scheepshelling,
en bestaande uit: PTFE-glijlagers, roestvaststalen baan.
Exclusief de scheepshelling.
B 7110 Spoorwisselsegment zonder smering
bestemd voor: het zonder smering laten functioneren van spoorwissels
door oplichting van de tong door het spoorwisselsegment,
en bestaande uit: metalen onderplaten, spoorwisselsegmenten,
(eventueel) stempelveren.
F 7140 GPS-nauwkeurig buienverwachtingssysteem
bestemd voor: het doen van plantenziektenkundig relevante waarnemingen
van klimatologische aard op land- en tuinbouwbedrijven,
en bestaande uit: GPS-nauwkeurig buienverwachtingssysteem,
lichtsensoren, temperatuursensoren, elektronische verwerkings- en
registratie-installatie, sturingsinstallatie, (eventueel) plantsensoren.
F 7142 Plaatsspecifiek verzorgen van landbouwgewassen
bestemd voor: het zodanig toedienen van meststoffen en/of
gewasbeschermingsmiddelen dat rekening wordt gehouden met de plaatselijk
in de grond aanwezige voorraad meststoffen via directe meting en
elektronische positiebepaling (bijvoorbeeld GPS/GIS),
en bestaande uit: elektronisch positiebepalingssysteem, (eventueel)
continue geleidbaarheidsmeter en -opnemer voor de in de grond aanwezige
voorraad meststoffen, (eventueel) regeleenheid voor de hiervan
afhankelijke toedieningshoeveelheid, (eventueel) elektrische grondboor
met GPS-koppeling.
F 7143 Systeem voor het monitoren van plantactiviteit
bestemd voor: het waarnemen van plantactiviteit bij land- en
tuinbouwbedrijven, en waarop direct gestuurd wordt door de
procescomputer bij het toedienen van water, meststoffen en/of gewasbeschermingsmiddelen,
en bestaande uit: plantactiviteitssensor, overige plantsensoren,
elektronische verwerkings- en registratie-installatie.
Exclusief de procescomputer.
A 7151 Graszaai- en/of klaverdoorzaaimodule voor opbouw op schoffel/wiedapparatuur
bestemd voor: het verwijderen van onkruid en het inzaaien van gras
en/of klaver gedurende de groei van het hoofdgewas ter voorkoming van de
uitspoeling van mineralen in de periode van uitrijping en gedurende het winterseizoen,
en bestaande uit: graszaai- en/of klaverdoorzaaimodule op één frame
samengebouwd met schoffel- of wiedapparatuur.
F 7160 Doseereenheid voor vloeibare meststoffen
bestemd voor: het gelijktijdig met het zaaien, poten, planten, frezen,
schoffelen of aanaarden gedoseerd toedienen van meststoffen, niet zijnde
dierlijke mest, in de grond, vlakbij het zaad, de knol of het plantje,
en bestaande uit: een geheel van een volume-regeleenheid, tank,
zuigslang, verdeelstuk, doseerslangen, aangepaste injectiekouter of
-tand, en slangenpompset of membraan-, centrifugaal- of tandwielpomp.
B 7161 Precieze dosering mest
bestemd voor: het optimaliseren van de mestgift,
en bestaande uit:
a.mechanische kunstmeststrooier met afdraaiinrichting, elektronische
afgifteregeling, kantstrooiinrichting, (eventueel) elektronische
weegschaal, of
b.pneumatische kunstmeststrooier met afdraaiinrichting en
elektronische afgifteregeling of
c.hoeveelheidsregeling voor (dierlijke) mest door middel van sensor,
rekeneenheid, besturing, display of
d.computergestuurde weeginrichting en regeling voor gebruik bij meststrooien.
B 7162 Fertigatiesysteem
bestemd voor: het gereguleerd doseren van water en meststoffen aan
gewassen in de volle grondteelt ter voorkoming van uitspoeling,
en bestaande uit: vochtmeter, (eventueel) lichtmeter, (eventueel)
mineralenbepalingsapparaat, regeleenheid, waterafgiftesysteem.
F 7171 Aardappelhaarwortelsnijmachine
bestemd voor: het ondergronds afsnijden van haarwortels van aardappelen,
en bestaande uit: aardappelhaarwortelsnijmachine.
B 7173 Aardappelloofbrander
bestemd voor: het thermisch verwijderen van aardappelloof,
en bestaande uit: aardappelloofbrander.
B 7174 Brander voor loofverwijdering
bestemd voor: het bestrijden van onkruid en ziektekiemen door middel
van vuur of warmtestraling,
en bestaande uit: gasfles, gasbrander en edelstaalreflectoren,
draagbok, gascontainer.
F 7181 Tunnelspuit
bestemd voor: het afgeschermd spuiten van bestrijdingsmiddelen in de
tuinbouw, fruitteelt en boomteelt,
en bestaande uit: verrijdbare of zelfrijdende tunnelspuit met
opvangvoorziening, ventilatoren, spuitinrichting, tank, pomp,
(eventueel) procescomputer, (eventueel) scherm, (eventueel) sensoren.
F 7182 Injectiesysteem op spuitmachine
bestemd voor: het doseren en injecteren van geconcentreerd
bestrijdingsmiddel in de vloeistofstroom in de spuitleiding of in de spuitdoppen,
en bestaande uit: rek, fusten, (eventueel) pomp, leidingen,
spuitdoppen, (eventueel) procescomputer, (eventueel) kantdoppen.
A 7184 Luchtondersteuningssysteem voor spuitmachines
bestemd voor: het met een nagenoeg verticale, naar beneden gerichte
luchtondersteuning gericht verspreiden van bestrijdingsmiddelen bij
houtige en niet-houtige gewassen in de buitenlucht,
en bestaande uit: luchtondersteuningssysteem, (eventueel) kantdoppen,
(eventueel) sensoren, (eventueel) regelsysteem.
Exclusief de spuitmachine.
B 8050 Innamemachine voor verpakkingen
bestemd voor: het innemen van verpakkingen niet zijnde flessen of
kratten, waarbij de verpakkingen of het materiaal wordt hergebruikt,
en bestaande uit: innamemachine, (eventueel) systeem van statiegeld of
andere tegenprestatie.
B 8051 Rekfoliewikkelmachine
bestemd voor: het verpakken van producten op een pallet door een folie
aan te brengen met een wikkelaar; de folie moet daarbij ten minste 300%
(1 meter wordt 4 meter) worden voorgerekt waarbij ten hoogste een
versmalling van 13% van de folie mag optreden. De machine moet zijn
vergezeld van een verklaring afgegeven door een door de Raad voor
Accreditatie erkende organisatie waaruit blijkt dat aan de hiervoor
genoemde eisen is voldaan,
en bestaande uit: stalen frame, draaitafel met folie-afroller,
voorrekmodule met vaste voorrekinstelling.
F 8060 Reinigingsinstallatie op basis van koolzuur- of ijskorrels
bestemd voor: het door het onder hoge druk opbrengen van koolzuur- of
ijskorrels reinigen van (gevel)oppervlakken, machine-onderdelen,
halffabricaten of producten,
en bestaande uit: straalunit, straalnozzles, persluchtinstallatie,
(eventueel) afzuiginstallatie, (droog)ijsproductie-installatie,
(eventueel) buffer en waterzuiveringsapparatuur voor het ontstane afvalwater.
Exclusief het transportsysteem.
B 8070 Pyrolyse-installatie voor hergebruik van afvalstoffen
bestemd voor: het onder zuurstofarme of zuurstofloze omstandigheden
verwerken van afvalstoffen door thermische ontleding, waarbij
vrijkomende vaste, vloeibare of gasvormige reactieproducten worden
aangewend als grondstof of als brandstof en daarbij fossiele
energiedragers verdringen,
en bestaande uit: pyrolysereactor, (eventueel) vergasser, (eventueel)
smeltinstallatie, gasreinigingssysteem, (eventueel) toe- en
afvoersysteem, (eventueel) afvalvoorbewerkingsinstallatie(s),
(eventueel) elektriciteitsopwekkingsinstallatie.
B 8071 Installatie voor het vervaardigen van bouwstoffen uit afvalstromen
bestemd voor: het vervaardigen van producten die voldoen aan de eisen
van het Bouwstoffenbesluit uit baggerspecie, boorslib,
grondreinigingsresiduen, rookgasreinigingsresiduen, verontreinigde
grond, (bodem- of vlieg)as en/of zuiveringsslib door het aan elkaar
hechten van de deeltjes,
en bestaande uit: menger, doseerapparatuur, droogapparatuur,
verhardingsinstallatie, korrelvormings- of pelleteer- of
vormgevingsinstallatie, rookgasreinigingsinstallatie, transportsysteem
tussen de installatieonderdelen, (eventueel) oxidatie-/sinteroven.
B 8072 Stofemissievrije verwerkingsinstallatie voor
asbesthoudend afval en/of asbesthoudende grond
bestemd voor: het stofemissievrij verwerken van asbesthoudend afval
en/of asbesthoudende grond door de asbestresten bij lage temperatuur
(lager dan 250 °C) met behulp van natronloog af te breken, waarbij de
silicaathoudende filterkoek wordt gebruikt als bouwstof of als
toeslagstof in de bouw en voldoet aan de eisen van het Bouwstoffenbesluit,
en bestaande uit: stofemissievrije afvalverkleiningsinstallatie,
(eventueel) scheidingsinstallatie, verwarmings- en koelsysteem,
natronloogdoseerinstallatie, filterinstallatie, behandelingsinstallatie
voor filterkoek.
B 8073 Installatie voor het versneld verouderen van (AVI-) bodemas
bestemd voor: het chemisch fixeren van uitloogbare stoffen uit (AVI-)
bodemas waardoor de kwaliteit verbeterd wordt tot een categorie 2
bouwstof volgens het Bouwstoffenbesluit, door CO2 en lucht
door de (AVI-) bodemas te blazen,
en bestaande uit: CO2-opslagtank, verdamper,
CO2-injectie-systeem, luchtinjectiesysteem, doseersysteem,
(eventueel) gasreinigingssysteem.
B 8080 Wegdek conditioneringssysteem
bestemd voor: het benutten van de in bestrating of wegverharding
aanwezige warmte of koude voor de temperatuurregeling van het wegdek,
en bestaande uit: warmtewisselaarsysteem in de wegverharding, warmte-
of koude-opslag.
A 8090 Olierecyclinginstallatie
bestemd voor: het zuiveren en hergebruiken van hydraulische-, smeer-
of systeemolie door:
a.elektrostatische reiniging,
en bestaande uit: pomp, elektrostatische scheidingsreactor,
buffervat, of
b.offline filtratie,
en bestaande uit: (eventueel) pomp, filter, buffervat, of
c.een bypassfilter naast het hoofdfilter,
en bestaande uit: bypassfilter, of
d.vacuümfiltratie en/of desorbtie,
en bestaande uit: vacuümfilter, (eventueel) desorbtie-eenheid,
(eventueel) koeleenheid, of
e.centrifugale werking,
en bestaande uit: trommel of cycloon, aandrijving,
olie-opvangeenheid, (eventueel) filter.
B 8100 Smeeroliesysteem voor dieselmotoren
bestemd voor: continue verversing en suppletie van smeerolie van
dieselmotoren zodanig dat de periodieke algehele olieverversing
achterwege kan blijven,
en bestaande uit: smeeroliesuppletietank, (eventueel) continue
oliepeilmeting, meet- en regeleenheid, doseringseenheid inclusief
bijbehorende leidingen en appendages.
B 8101 Automatische vetsmeersysteem
bestemd voor: het automatisch smeren van transportmiddelen en
(mobiele) werktuigen met biologisch afbreekbaar, niet-toxisch smeervet,
en bestaande uit: pomp met vetreservoir, elektronische regeleenheid,
doseerblokken, smeerleidingnet.
A 8110 Systeem voor levensduurverlenging van TL-verlichting
bestemd voor: het verlengen van de levensduur en het verminderen van
het energieverbruik van bestaande TL-verlichting zodanig dat de
stroomsterkte na de inschakelperiode met ten minste 18% wordt gereduceerd,
en bestaande uit: elektronische componenten, armatuur aanpassingen.
Exclusief nieuwe armaturen.
B 8130 Infrarood productiebakoven
bestemd voor: het op industriële schaal in één bewerking garen en
kleuren van etenswaren met als enige warmtebron infrarood verhitting
zonder dat daarbij gebruik wordt gemaakt van bakolie,
en bestaande uit: productiebakoven.
B 8131 Filter voor standtijdverlenging van eetbare oliën of vetten
bestemd voor: het zuiveren van eetbare oliën of -vetten door middel
van membraanfiltratie ter verlenging van de standtijd,
en bestaande uit: membraanfiltratie-installatie, (eventueel)
voorfilter, pomp.
B 8132 Versvetafscheider
bestemd voor: het afscheiden van vers vet door middel van een
scheidingscentrifuge, waarbij vet, water en slib direct na het ontstaan
van het afvalwater in een continue stroom van elkaar worden gescheiden,
waarna het vet een nuttige toepassing vindt,
en bestaande uit: centrifugale versvetafscheider.
B 8140 Droogschilmachine
bestemd voor: het schillen van aardappels, waarbij in het schilproces
geen water wordt gebruikt,
en bestaande uit: droogschilmachine.
B 8141 Droge preischoningslijn
bestemd voor: het schonen van prei door middel van een droog proces,
waarbij alleen in de laatste fase van de reiniging (voor het verpakken)
water wordt gebruikt in een hoeveelheid van maximaal 300 liter per uur,
en bestaande uit: prei-droogschoningsinstallatie.
B 8142 Mobiele schoningsinstallatie
bestemd voor: het wassen van plantaardige producten in een mobiele
schoningsinstallatie, waarbij plantaardige delen, zand en slib worden
afgescheiden en waarbij het spoelwater wordt hergebruikt,
en bestaande uit: mobiele schoningsinstallatie voor plantaardige
producten, (eventueel) waterzuiveringsapparatuur.
B 8150 Grijswater-recyclinginstallatie
bestemd voor: het hergebruiken van eigen zwembad- of douche- of
gezuiverd afvalwater voor toiletspoeling of klimaatbeheersing,
en bestaande uit: grijswatertank, secundair waterleidingnet, drukvat,
automatische omschakelaar, filtratie-uniteenheid.
B 8151 Waterterugwininstallatie voor wasstraten ten behoeve van
hergebruik van water
bestemd voor: het behandelen van reinigingswater van wasstraten voor
voertuigen, landbouwmachines en werktuigen zodat tenminste 90% van het
gebruikte water wordt hergebruikt in de wasstraat,
en bestaande uit: (eventueel) vuilwatertanks, zandvanger of cycloon,
slibopvangput, benzine/olieafscheider of bioreactor met
benzine/olieafscheiding, filters, pomp, retourleiding, (eventueel)
aanvullende zuivering.
B 8152 Waterbesparingsinstallatie
a.bestemd voor: het hergebruik van spoelwater gebruikt voor het
reinigen van bakvormen en persinstallaties in de keramische industrie,
en bestaande uit: (eventueel) sedimentatie-afscheider, (eventueel)
olie-afscheider, (eventueel) filters, (eventueel) pomp, (eventueel)
hydrocycloon, retourleiding, of
b.bestemd voor: het hergebruik van spoelwater dat vrijkomt bij het
wassen van land- en tuinbouwproducten, inclusief
boomkwekerijproducten, waarbij plantaardige delen, zand en slib
worden afgescheiden,
en bestaande uit: spoeleenheid, afscheiders, pomp, (eventueel)
waterrecycling, (eventueel) filters, (eventueel)
opslagvoorzieningen, of
c.bestemd voor: het hergebruik van spoelwater dat vrijkomt bij
natwasserijen, door middel van membraanfiltratie,
en bestaande uit: membraanfiltratie-eenheid, (eventueel)
trommelfilter, opslag- en recirculatietanks, pompen, retourleiding, of
d.bestemd voor: het hergebruik van spoelwater van de tapijtindustrie
voor de aanmaak van latexcompounds,
en bestaande uit: buffertank, pomp, (eventueel) doseerinstallatie,
(eventueel) roerwerk, retourleiding, of
e.bestemd voor: het hergebruik van spoelwater dat ontstaat bij het
afspoelen van offsetplaten in een plaatontwikkelmachine,
en bestaande uit: waterreservoir, pomp, filters, retourleiding,
(eventueel) pH-neutralisatie-eenheid of
f.bestemd voor: het hergebruik van spoel- of slijpwater in de glasindustrie,
en bestaande uit: verzamelbassin, (eventueel) centrifuge,
(eventueel) sedimentatie-afscheider, (eventueel) pomp, retourleiding of
g.bestemd voor: het hergebruik van spoelwater dat gebruikt wordt in
de natte oppervlaktebehandelende industrie,
en bestaande uit: pompen, filters, (eventueel) ionenwisselaars,
(eventueel) opslagtanks, retourleiding.
B 8153 Recyclinginstallatie voor bulkgoederensproeiwater
bestemd voor: het hergebruik van water dat vrijkomt bij het besproeien
van (voor verstuiving gevoelige) bulkgoederen die worden overgeslagen
en/of die worden opgeslagen, ter beperking van de stofemissie, waarbij
het sproeiwater wordt hergebruikt,
en bestaande uit: vaste stofafscheider, doseerstation, filters,
pompstations, transportleidingen, (eventueel) buffer.
B 8154 Melkleidingenwassysteem
bestemd voor: het reinigen van melksystemen met gebruik van een
buffersysteem, waardoor de reinigingsvloeistof meerdere malen wordt aangewend,
en bestaande uit: pomp, water- en reinigingsmiddelenreservoir, bedieningsapparatuur.
B 8155 Waswateropslagsysteem
bestemd voor: het opslaan van waswater dat gebruikt is voor het
reinigen van melkleidingen en dat aangewend wordt voor het reinigen van stallen,
en bestaande uit: buffertank, (eventueel) bufferput, pomp, spuit.
B 8170 Regenwaterinstallatie
bestemd voor: het gebruik van regenwater als:
a.water voor toiletspoeling, wasmachine en andere
niet-drinkwaterdoeleinden in de gebouwde omgeving, of
b.proces-, reinigings- of koelwater in de industrie, of
c.drinkwater voor vee,
en bestaande uit: regenwateropslag, pomp, (eventueel)
waterzuiveringsinstallatie, (eventueel) luchtreinigingsinstallatie,
besturing en bewaking.
B 8171 Ondergrondse wateropslagvoorziening
bestemd voor: het individueel of collectief opslaan van regenwater of
regenwater en recirculatiewater voor gebruik als gietwater in de
glastuinbouw met een totale opslagcapaciteit van tenminste 1.000
m3 per hectare glasoppervlak,
en bestaande uit: ondergrondse wateropslagvoorziening.
Exclusief de pompen, leidingen, kasdek en goten.
B 8190 Hydrofysische ontsmettingsinstallatie
bestemd voor: het ontsmetten van:
a.drain- en/of recirculatie- en/of spoelwater uit de land- en
tuinbouw of
b.inpandige waterleidingen door de in het water aanwezige
micro-organismen en verontreinigingen bloot te stellen aan hoge
drukverschillen, centrifugaal- en wrijvingskrachten in een drukkamer,
en bestaande uit: drukkamer, pomp, regeleenheid.
B 8200 Hydrodynamisch cavitatiesysteem
bestemd voor: het elimineren van roest, kalkaanslag en bio-fouling in
koelwatersystemen en inpandige waterleidingen door middel van
hydrodynamische cavitatie,
en bestaande uit: pomp, hydrodynamische cavitatie-eenheid, (eventueel)
afscheidingssysteem, (eventueel) opvangvoorzieningen.
B 8211 Mijnsteenwasser
bestemd voor: het fractioneren en wassen van mijnsteen afkomstig van
mijnsteenbergen voor de productie van (wegen)bouwgrondstoffen en brandstoffen,
en bestaande uit: bunker, ontijzeringsinstallatie, (eventueel)
shredder, wasinstallatie, fractioneringsinstallatie, waterbehandelingsinstallatie.
B 8221 Terugwinningsinstallatie voor betonpuin
bestemd voor: het binnen de inrichting breken en zeven van resten van
beton en betonwaren, die vrijkomen bij de productie binnen deze
inrichting, met behulp van een vast opgestelde breekinstallatie, waarbij
alle componenten worden hergebruikt,
en bestaande uit: storttrechter, (eventueel) transportband,
breekinstallatie, zeefinstallatie, (eventueel) magnetische scheider.
B 8223 Installatie voor hergebruik van zaagstof
bestemd voor: het scheiden van zaagstof dat vrijkomt bij het zagen van
beton- of cementproducten of natuursteen, in water en zaagresten met
hergebruik van afgescheiden producten en water,
en bestaande uit: scheidingsapparatuur, opvangbakken, pomp.
B 8230 Recyclinginstallatie voor bitumineus afval
bestemd voor: het verwerken van bitumineus afval door verkleining tot
maalgoed of korrels die nuttig worden toegepast,
en bestaande uit: (eventueel) voorscheidingsapparatuur, (eventueel)
wasapparatuur, (eventueel) shredder of maalmolen, (eventueel)
drooginstallatie, (eventueel) mengschroef of smelthomogenisator,
(eventueel) smeltzuiveringsinstallatie, (eventueel) extruder of
agglomerator, transportbanden, (eventueel) menginstallatie, (eventueel) granulator.
B 8231 Schuimbitumenmachine
bestemd voor: in één werkgang renoveren van een rijbaan door fresen
van het oude wegdek en het gelijktijdig mengen van de vrijgekomen
materialen met bitumenschuim (hete bitumen gemengd met circa 2% water),
en bestaande uit: mobiele frees- en bitumenschuiminstallatie.
B 8232 Thermische scheidingsinstallatie bitumineus afval
bestemd voor: het scheiden van bitumenhoudend bouw- en sloopafval en
productie-afval uit het fabricageproces van dakrollen door middel van
een thermisch proces, waarbij de bitumen als vloeibare fractie
beschikbaar komt voor hergebruik en/of verbranding met energiebenutting,
en bestaande uit: toe- en afvoersysteem, thermische
scheidingsinstallatie, (eventueel) rookgasreinigingsinstallatie,
(eventueel) afvalvoorbewerkingsinstallatie.
A 8240 Absorptiemateriaalrecyclinginstallatie
bestemd voor: het verwerken van gebruikte luiers en
incontinentiemateriaal in een recyclingproces, waarbij vezels,
absorptiemateriaal en kunststof van elkaar worden gescheiden en voor
hergebruik geschikt zijn,
en bestaande uit: absorptiemateriaalrecyclinginstallatie.
B 8250 Accucel productie-eenheid
bestemd voor: het vervaardigen van nieuwe accu/batterijpacks met
gebruik van uitsluitend bestaande batterijbehuizingen,
en bestaande uit: assemblagemachine.
B 8260 Apparatuur voor hergebruik van regeneratiechemicaliën
bestemd voor: het hergebruiken van regeneratiechemicaliën die ontstaan
bij ontzouten en/of ontharden van waterstromen,
en bestaande uit: reactietank, (eventueel) buffertanks, (eventueel)
nabehandelingapparatuur, (eventueel) doseerinrichtingen.
B 8270 Ontzoutmachine
bestemd voor: het ontzouten van huiden waarbij het afgeklopte zout
wordt hergebruikt,
en bestaande uit: roterend kooivat, opvangtrechter, (eventueel) transporteur.
B 8280 Recyclinginstallatie voor vorm- en kernzand
bestemd voor: het terugwinnen van vorm- en kernzand voor hergebruik in metaalgietwerk,
en bestaande uit: zandopslagtank, (eventueel) zanddroger, (eventueel)
zandkoeler, (eventueel) slijpsysteem, (eventueel) cyclonen, (eventueel)
filter, (eventueel) transportsysteem, (eventueel) wervelbedoven.
B 8290 Hogesnelheid thermische spuitinstallatie voor
metallische deklagen
bestemd voor: het aanbrengen van metallische deklagen (metallische
coatings) op metalen voorwerpen,
en bestaande uit: spuitpistool, lucht/watergekoeld spuitstuk,
gasvolume- en drukregelinstallatie, (eventueel) geluidsdichte cabine,
(eventueel) afzuiginstallatie, (eventueel) werkstukmanipulator,
(eventueel) robot, (eventueel) luchtreinigingsinstallatie.
B 8292 Installatie voor het aanbrengen van een keramische
deklaag op lichtmetalen
bestemd voor: het opbrengen van een keramische deklaag op lichtmetalen
oppervlakken, halffabrikaten en producten, door plasmaontlading in een elektrolyt,
en bestaande uit: elektrolytbad, plasmeontladingseenheid.
B 8300 Terugwininstallatie voor waterverdunbare verf, lak, inkt
of lijm
bestemd voor: het terugwinnen voor hergebruik van waterverdunbare verf
of waterverdunbare lak of waterverdunbare inkt of waterverdunbare lijm
uit spoelwater,
en bestaande uit: membraaninstallatie of verdamper, buffervat, pomp,
(eventueel) voorfilter, (eventueel) opvangvoorziening voor gereinigd spoelwater.
B 8301 Aftapinstallatie
bestemd voor: het met gesloten containers gebruiken van verf, lak,
inkt of olie waardoor geen verpakkingsafval ontstaat en waarbij de
geleverde containers worden teruggeleverd aan de leverancier,
en bestaande uit: aftapinstallatie, mengbuis, aansluitstukken, pomp.
B 8320 Recyclinginstallatie voor polystyreenhardschuim
bestemd voor: het verdichten van resten polystyreenhardschuim in een
agglomerator, gevolgd door omzetting in schoon granulaat,
en bestaande uit: agglomerator, extruder, filter.
B 8323 Kunststofproductie-installatie voor kunststofrecycling
bestemd voor: het verwerken van kunststofafval, niet afkomstig van de
eigen installatie, tot producten of halffabrikaten, door een bedrijf dat
kunststofafval verwerkt, waarbij het bedrijf ten hoogste 5% nieuwe
kunststof (virgin material) bijmengt,
en bestaande uit: (eventueel) was- en drooginstallatie, extruder of
spuitgietmachine of pers- of intrusie-installatie, (eventueel)
mengschroef of smelthomogenisator,(eventueel)
smeltzuiveringsinstallatie, (eventueel) pomp, (eventueel) accumulator,
(eventueel) spuitkop of matrijs.
B 8325 Gasinjectiesysteem voor spuitgietmachines
bestemd voor: het spuitgieten van kunststof waarbij tijdens het
vulllen van de matrijs inert gas wordt geïnjecteerd zodanig dat de druk
en het gesmolten kunststof gelijkmatig wordt verdeeld over de matrijsholte,
en bestaande uit: gasinjectiesysteem.
B 8326 Zelfregelende matrijs voor rubberverwerking
bestemd voor: het vormpersen van rubber in een matrijs die door een
bismut-plaat op de verwarmingsplaat automatisch wordt uitgelijnd, zodat
bramen en flashes worden voorkomen,
en bestaande uit: zelfregelende matrijs.
A 8330 Kristallisatiereactor
bestemd voor: het verwijderen van zware metalen, fosfaten, fluoriden
of kalk uit afvalwater door middel van toevoeging van een reagens in een
gefluïdiseerd-bed-reactor, waarna de te verwijderen componenten
neerslaan op zandkorrels of vergelijkbaar dragermateriaal, welke
vervolgens kunnen worden afgescheiden ten behoeve van terugwinning,
en bestaande uit: gefluïdiseerd-bed-reactor (met invoerverdeling en
recirculatieleidingen), (doseer)pompen, reinigings- en terugwininstallatie.
B 8340 Fosfaatverwijderingsinstallatie
bestemd voor: het verwijderen van fosfaat in combinatie met stikstof
uit anaërobe afvalwaterstromen door middel van de vorming van struviet
(magnesiumammonium-, magnesiumkalium- en/of magnesiumwaterstoffosfaat),
waarbij het gevormde struviet nuttig wordt toegepast,
en bestaande uit: beluchtingstanks, buffertank, reactietank,
bezinktank, doseerinstallatie voor magnesiumverbindingen,
ontwateringspers, opslagtank, pompen, vijzels.
B 8350 Drainstoomsysteem
bestemd voor: het ontsmetten van de bodem door middel van stoom onder
toepassing van dampafzuiging door drains,
en bestaande uit: (eventueel) aanpassingen aan de stoomketel,
dampafzuigingsleiding, drains, ventilator, stoomtoedieningssysteem.
F 8360 Spuitinstallatie met pulserende verneveling
bestemd voor: het gericht toedienen van bestrijdingsmiddelen aan
tuinbouwgewassen onder glas door een pulserende spuitnevel waarbij de
druk aan de spuitmond tot ten minste 200 bar kan oplopen,
en bestaande uit: aansturingselektronica, pomp(en), sproeiers,
leidingen, (eventueel) automatische spuitboom (spuitrobot), (eventueel)
(automatische) verplaatsingswagen met spuitvloeistoftank, (los) bedieningspaneel.
B 8361 Plantrobot met volledig gecontroleerde toediening van bodemfungicide
bestemd voor: het tijdens één handeling gecontroleerd behandelen van
de onderkant van perspotten met een bodemfungicide en het beplanten van
deze perspotten,
en bestaande uit: plantrobot met spuiteenheid voor bodemfungicide.
A 8380 Bemestingseenheid
a.bestemd voor: de rijenbemesting in de teelt van
boomkwekerijgewassen in de vollegrond,
en bestaande uit: voorraadbak, mechanische of hydraulische
aandrijving, strooi-inrichting, verdeelmechanisme,
b.bestemd voor: nauwkeurige bemesting van teelten in de vollegrond,
waarbij geen meststoffen op de paden komen,
en bestaande uit: voorraadbak, mechanische, pneumatische of
hydraulische aandrijving, strooi-inrichting met zijwaarts begrensde uitstroomopeningen.
A 8382 Spuitcomputer met meteorologische sensoren
bestemd voor: het spuiten van bestrijdingsmiddelen met aanpassing van
de druppelgrootte en plaatselijke bepaling van de doseerhoeveelheid,
afgestemd op de weersomstandigheden,
en bestaande uit: spuitcomputer met meteorologische sensoren.
F 8383 Optische sensortechnieken voor spuitmachines
bestemd voor: het selectief toedienen van bestrijdingsmiddelen met
behulp van door optische sensoren gestuurde spuitdoppen,
en bestaande uit: sensoren, spuitdop, computer, regeleenheid,
sensorbesturing van spuitboom.
A 8384 Lucht-vloeistofmengselspuitinstallatie
bestemd voor: het spuiten van bestrijdingsmiddelen met behulp van een
systeem, waarbij lucht en vloeistof door middel van een compressor
actief gemengd worden,
en bestaande uit: lucht-vloeistof spuitinstallatie met compressor,
(eventueel) procescomputer, (eventueel) kantdoppen, (eventueel) sensoren.
B 8400 Zaadcoatingsinstallatie
bestemd voor: het coaten van zaaizaden met behulp van een
coatingsinstallatie die voorzien is van een zelfregulerende
doseerinstallatie voor gewasbeschermingsmiddelen,
en bestaande uit: coatingsinstallatie, zelfregulerende
doseerinstallatie, pomp.
A 8410 Bol- en knolontsmettingsinstallatie
a.bestemd voor: het toedienen van ontsmettingsmiddelen aan bollen en
knollen met behulp van schuim,
en bestaande uit: compressor, luchtketel, vloeistoftank, pomp,
schuimkop, of
b.bestemd voor: het toedienen van stoom en/of ontsmettingsmiddelen
aan bollen en knollen met verzadigde damp die op de bollen of
knollen condenseert,
en bestaande uit: verwarmingselement, vloeistoftank, vernevelaar,
doseersysteem, of
c.bestemd voor: het toedienen van ontsmettingsmiddelen aan bollen en
knollen door onderdompeling in een gesloten bak of trommel met
geperforeerde schoepen, waarbij het fust niet in aanraking met het
ontsmettingsmiddel komt,
en bestaande uit: gesloten ontsmettingsbak, aandrijvings- en
bedieningsapparatuur, lekbak, of
d.bestemd voor: het toedienen van ontsmettingsmiddelen aan bollen en
knollen in palletkisten (kuubkisten) met een installatie die een
gedoseerde hoeveelheid middel toevoegt in de vorm van fijn verdeelde
druppels waarbij het residu wordt opgevangen,
en bestaande uit: sproei- of douche-installatie, doseersysteem,
regelapparatuur, (eventueel) voorraadtank, (eventueel) pomp,
(eventueel) voorziening om de kist aan de buitenzijde droog te
houden, (eventueel) droogvoorziening of
e.bestemd voor: het toedienen van ontsmettingsmiddelen aan bollen en
knollen met een elektrostatisch geladen spuitvloeistof,
en bestaande uit: (schijf)vernevelaar, tank, regeleenheid, pomp,
elektrostatisch systeem, (eventueel) droogvoorziening. Alle
bovengenoemde installaties komen in aanmerking exclusief doorvoersysteem.
F 8430 Groenrooimachine
bestemd voor: het in één werkgang rooien en toedekken van aardappelen,
ter voorkoming van het gebruik van bladdodingsmiddelen,
en bestaande uit: groenrooimachine, (eventueel) diabolorol.
A 8460 Afzuig/afblaasinstallatie voor galvanische processen
bestemd voor: het verminderen van de uitsleepvloeistof van galvanische
procesvloeistoffen via gerichte afzuig/afblaas van de vloeistof en
terugvoer naar het concentraatbad,
en bestaande uit: afzuig/afblaaseenheid, opvangtank, pompen,
terugvoervoorziening, (eventueel) afschermkap.
B 8461 Badenreinigingsinstallatie
bestemd voor: het afscheiden van verontreinigingen uit galvanische,
ets- en beitsbaden, waterige ontvettingsbaden en baden met snij-, wals-,
boor- en koelvloeistofemulsies, waardoor de standtijd wordt verlengd,
dan wel het water en/of de chemicaliën worden teruggewonnen en/of
hergebruikt, door middel van:
a.centrifugeren en/of pasteuriseren,
en bestaande uit: centrifuge en/of pasteurisatie-eenheid, of
b.gravitaire afscheiding,
en bestaande uit: sedimentatie-afscheider, (eventueel) skimmer,
(eventueel) centrifuge, (eventueel) oliewiel, (eventueel)
lamellator, of
c.selectieve absorptie,
en bestaande uit: filter, absorptiekolommen, pompen, (eventueel)
voorfilter, of
d.(membraan)dialyse,
en bestaande uit: dialysecel, pompen, vaten, (eventueel)
voorfilter, of
e.membraanscheiding,
en bestaande uit: membraanfiltersysteem, pomp, of
f.magneetscheiding,
en bestaande uit: magneetscheidingsinstallatie, of
g.coalescentieplaten,
en bestaande uit: (eventueel) voorfilter, coalescentieplaten,
pomp, of
h.retardatie,
en bestaande uit: retardatiekolom, (eventueel) voorfilter, pomp,
buffervat, of
i.druk/ontspanningsflotatie,
en bestaande uit: compressor, (eventueel) drijflaagafscheider, of
j.vacuümfiltratie en/of desorbtie,
en bestaande uit: vacuümfilter, (eventueel) desorbtie-eenheid,
(eventueel) koeleenheid.
A 9050 Waterkrachthydrauliek
bestemd voor: het overbrengen van kracht met behulp van een
hydraulisch systeem, waarbij water als hydrauliekvloeistof wordt
toegepast. Aan het water mogen geen stoffen worden toegevoegd, anders
dan vriespuntverlagende middelen bij systemen die beneden het vriespunt
moeten opereren,
en bestaande uit: hydrauliekpomp, besturings- en regelkleppen,
waterhydraulische hydromotor, cilinder.
B 9060 Elektrostatisch of magnetisch vloeistofbehandelingsapparaat
bestemd voor: het voorkomen van aankalking van leidingen of
warmtewisselaars door middel van een magnetisch veld,
en bestaande uit: (eventueel) elektrostatische spanningsomvormer,
(eventueel) magneten, doorstroomapparaat.
B 9070 Persgaskoeler
bestemd voor: het verlagen van de olie-uitstoot van de compressor in
een koelinstallatie door koeling van de olie direct na de compressor en
voor de olie-afscheider,
en bestaande uit: warmtewisselaar, regelklep, temperatuursensoren,
druksensor, (eventueel) vloeistofpomp, fijnfilter na de olie-afscheider.
B 9090 Dresgrondrecyclinginstallatie
bestemd voor: het onderhouden van grasvelden door een mobiele
installatie die de dresgrond ter plaatse uit de bodem wint, waardoor
separate winning, transport en opslag niet langer nodig is,
en bestaande uit: dresgrondrecyclinginstallatie met geulenfrees en strooi-inrichting.
B 9100 Micro-organisme stimuleringssysteem voor bodemsanering
bestemd voor: het activeren en monitoren van microbiologische
processen in de bodem voor sanering van bodem- en grondwaterverontreiniging,
en bestaande uit: monitorings- en/of doseerinstallatie, (eventueel)
compressor of blower, elektronisch verwerkingssysteem.
B 9101 Saneringsgrondwaterbenuttingssysteem
bestemd voor: het winnen en als koel- of proceswater aanwenden van
verontreinigd grondwater, waarbij het water na gebruik geloosd wordt op
een zuiveringswerk,
en bestaande uit: pomp, (eventueel) warmtewisselaar.
B 9103 Elektroforese- of elektro-bioreclamatie-installatie
bestemd voor: het verwijderen van metalen en andere geïoniseerde
verbindingen uit verontreinigde bodems, grondwater, baggerspecie en
overig slib, door een elektrisch veld,
en bestaande uit: elektroden, elektroderuimte met elektrodevloeistof,
elektrodevloeistofvoorziening, recyclingseenheid voor
elektrodevloeistoffen, (eventueel) energievoorziening.
B 9104 Sulfaat-injectiesysteem voor bioleaching
bestemd voor: het verlagen van de zuurgraad in de bodem door
sulfaat-injectie waardoor in de bodem aanwezige metalen in oplosbare
vorm beschikbaar komen en verwijderd kunnen worden,
en bestaande uit: sulfaat-injectiesysteem, sulfaatopslag,
doseersysteem, (eventueel) kweekreactor voor zwavelzuurproducerende bacterieën.
B 9110 Wormwielbaggerkop met milieukap voor saneringsbaggeren
bestemd voor: saneringsbaggeren door een baggerkop, waarbij het
wormwiel wordt omgeven door een kap die slechts aan één zijde open is,
en bestaande uit: wormwielbaggerkop, beplating, (eventueel) wisselklep.
B 9111 Baggerschraper
bestemd voor: het laagsgewijs verwijderen van verontreinigde
waterbodem die door middel van een snijplaat wordt gescheiden van de bodem,
en bestaande uit: baggerschraper met snijplaat, schraapschoepen, centrifugaalpomp.
A 9120 Helophytensysteem
bestemd voor:
a.het zuiveren van afvalwater met een vervuilingswaarde van minder
dan 200 inwonerequivalenten, of
b.het voorzuiveren van oppervlaktewater voor drinkwaterbereiding, of
c.het nabehandelen van effluent afkomstig van een communale afvalwaterzuiveringsinstallatie,
en bestaande uit: helophytensysteem samengesteld uit bodemmateriaal,
waterzuiverende planten en een vloeistofdichte bodemafdichting,
(eventueel) voorafscheider, (eventueel) pomp, (eventueel) buffervat.
B 9121 Algen- of wierensysteem
bestemd voor: het verwerken van afvalwater of dierlijke mest door
biologische afbraak door algen of wieren, waarbij de algen of wieren
geoogst worden,
en bestaande uit: (eventueel) voorscheidingsapparatuur, vloeistofdicht
bassin, schoepenrad of pomp, continu meetsysteem, besturingssysteem, oogstapparatuur.
B 9130 Bioreactor met verminderde slibretentie voor stikstofverwijdering
bestemd voor: de biologische behandeling van stikstofrijk afvalwater
waarbij nitrificatie en denitrificatie plaatsvindt zonder nitraatvorming,
en bestaande uit: bioreactor, (lamellen)afscheider,
chemicaliëndosering, compressor, beluchtingsinstallatie, menger,
koolstofbrondosering, (eventueel) warmtewisselaar.
A 9131 Membraanbioreactor
bestemd voor: het zuiveren of recyclen van spoel- en afvalwaterstromen
in een aërobe biologische zuiveringsinstallatie onder gelijktijdige
verwijdering van gezuiverd water via membraantechnologie,
en bestaande uit: aërobe waterzuiveringsinstallatie,
membraanfiltratie-eenheid, pomp, (eventueel) voorzuiveringsapparatuur.
A 9140 Nitraatverwijderingsinstallatie bij kwekerijen van vis,
schaaldier- of schelpdieren
bestemd voor: de biologische verwijdering van nitraat uit
nitraathoudend kweekwater bij vis-, schaaldier- of schelpdierkwekerijen,
waardoor het water geloosd of gerecirculeerd kan worden,
en bestaande uit: denitrificatiesysteem, reactorvat, (eventueel)
slibdragermateriaal, (eventueel) recirculatieleiding, (eventueel)
biologisch actief zandfilter, (eventueel) beluchting.
A 9151 Aërobe biologische waterzuiveringsinstallatie met
stikstof- en fosfaatverwijdering
bestemd voor: het zuiveren van afvalwaterstromen van huishoudelijke
aard of hiermee vergelijkbaar door een aërobe waterzuiveringsinstallatie
waarbij tevens een verregaande verwijdering van stikstof en fosfaat
plaatsvindt met een maximale capaciteit van 250 inwonerequivalenten en
voorzien van een attest met productiecertificaat klasse IIIb op grond
van de BRL’s K10002, K10004 en K10005,
en bestaande uit: waterzuiveringsinstallatie.
B 9162 Tegenstroom filtrerend gefluïdiseerd zandbed (aanpassing
bestaande zuivering)
bestemd voor: het in de beluchtingstank scheiden van biologisch slib
in afvalwater door het te zuiveren water opwaarts door een gefluïdiseerd
zandbed te laten stromen, ter vergroting van nabezinkcapaciteit van een
bestaande zuiveringsinstallatie, waardoor het droge stofgehalte in het
effluent maximaal 2 mg/l bedraagt,
en bestaande uit: compartiment met gefluïdiseerd zandbed,
recirculatieleidingen, recirculatiepompen.
B 9170 Anaërobe sulfaatreductiereactor
bestemd voor: het biologisch onder anaërobe omstandigheden verwijderen
van sulfaat of zware metalen uit afvalwater, waarbij sulfide wordt gevormd,
en bestaande uit: anaërobe reactor (tank, invoerverdeelsysteem,
gasafscheider), (eventueel) dragermateriaal ten behoeve van biomassa,
(eventueel) bovenafdekking, (doseer)pompen, (eventueel) stripper,
(eventueel) gaswasser, (eventueel) zwavelindikkingseenheid, (eventueel)
regeneratietank, (eventueel) chemicaliëntanks.
B 9171 Biologische oxidatiereactor voor zwavelverwijdering
bestemd voor: het verwijderen uit afvalwater op biologische wijze van
sulfide, sulfaat of organische zwavelverbindingen,
en bestaande uit: beluchtingseenheid of biorotorinstallatie
(rotorpakketten, aandrijving), bezinker, (eventueel) lamellenseparator,
overkapping, (doseer)pompen, (eventueel) chemicaliëntanks.
A 9180 Anaërobe waterbehandelingsinstallatie
bestemd voor: de omzetting van verontreinigingen in afvalwaterstromen
door middel van anaërobe micro-organismen waarbij het biogas als
brandstof kan worden aangewend,
en bestaande uit: biogasreactor, (eventueel) verzuringsreactor,
(eventueel) biogasopslag, (eventueel) biogasbehandelingsinstallatie,
(eventueel) biogasbranders of dual-fuel branders, (eventueel) gasmotor
of generator.
A 9181 Anaërobe vergistingsinstallatie
bestemd voor: het anaëroob vergisten van organische reststoffen,
en bestaande uit: reactor, (eventueel) menger, (eventueel) dual fuel
brander, biogashouder, warmtewisselaar, (eventueel) silo, (eventueel)
biogasbehandeling, (eventueel) gasmotor of -turbine, (eventueel)
generator, (eventueel) compressor.
A 9182 Ultrageluidinstallatie voor zuiveringsslib
bestemd voor: het behandelen van zuiveringsslib voorafgaand aan
vergisting met biogaswinning door met ultrageluid celstructuren open te
breken en enzymen te activeren,
en bestaande uit: ultrageluidinstallatie.
B 9190 Fuzzy-filter voor verwijdering van zwevende deeltjes
bestemd voor: het verwijderen van zwevende deeltjes uit afvalwater of
effluent van afvalwaterzuiveringsinstallaties door een filter gevuld met
samendrukbare balletjes van synthetische vezels waarbij door de mate van
samendrukking het filter wordt afgestemd op de vuillast,
en bestaande uit: fuzzy-filter.
B 9191 Verwijderinginstallatie voor zwevende deeltjes
bestemd voor: het verwijderen van zwevende deeltjes uit afvalwater of
rookgasontzwavelingsvloeistoffen door middel van een filter met geëtste schijven,
en bestaande uit: vat, platenbatterij met geëtste schijven, pomp,
(eventueel) regeneratie-eenheid.
A 9220 (Katalytische) Oxidatiereactor
a.bestemd voor: het niet-katalytisch oxideren van organische of
cyanidische verontreinigingen in afvalwater of koelwater of
oppervlaktewater of drinkwater tijdens de bereiding of zwembadwater
met behulp van waterstofperoxide en/of ozon en/of UV-straling,
en bestaande uit: oxidatiereactor met waterstofperoxide-eenheid
en/of ozongenerator met (eventueel) restozonvernietiger en/of
UV-reactor, (eventueel) recirculatietank, (eventueel)
recirculatiepomp, (eventueel) biologisch actief koolfilter, of
b.bestemd voor het oxideren van verontreinigingen in afvalwater of
oppervlaktewater of drinkwater tijdens de bereiding door een
gekatalyseerde oxidatie met zuurstof,
en bestaande uit: reactorvat met katalysator, pompen, buffertanks,
zuurstofopslag, zuurstofinjectie-installatie, stoominjecteur, tanks
voor hulpstoffen, (eventueel) recirculatietank, (eventueel)
recirculatiepomp, (eventueel) biologisch actief koolfilter of
c.bestemd voor: het oxideren van verontreinigingen in afvalwater of
oppervlaktewater of drinkwater tijdens de bereiding door een
gekatalyseerde reactie met ozon,
en bestaande uit: filter, ozongenerator, (eventueel)
restozonvernietiger, reactorvat met katalysator, pompen, (eventueel)
recirculatietank, (eventueel) recirculatiepomp, (eventueel)
biologisch actief koolfilter of
d.bestemd voor: het oxideren van organische of chemische
verontreinigingen in oppervlaktewater of drinkwater tijdens de
bereiding door een gekatalyseerde reactie met UV-straling,
en bestaande uit: UV-reactor, (eventueel) recirculatietank,
(eventueel) recirculatiepomp, (eventueel) biologisch actief koolfilter.
A 9221 Natte-oxidatiereactor
bestemd voor: het in een ondergrondse schacht onder hoge druk en
temperatuur al dan niet katalytisch oxideren van verontreinigingen in
afvalwaterstromen, niet zijnde slib van een biologische zuiveringsinstallatie,
en bestaande uit: reactor, (eventueel) katalysator, (eventueel)
compressoren, (eventueel) zuurstofproductie-eenheid, pompen,
buffertanks, bezinktanks, (eventueel) nabehandelingsinstallatie.
B 9230 Roterend filter
bestemd voor: het zuiveren van afvalwater door een roterend filter,
waarbij in één doorgang de zware en de lichte vervuilingsfracties worden
gescheiden en waarna de zware fractie beschikbaar komt voor hergebruik
na afscheiding uit een cilindrische borstelset en de lichte fractie
wordt verwijderd via filterkaarsen,
en bestaande uit: roterend filter met cilindrische borstelset en filterkaarsen.
B 9240 Destillatie-installatie met damprecompressie
bestemd voor: het destilleren van vloeibare afvalstoffen, waarbij de
damp door middel van thermisch of mechanisch bewerkstelligde
drukverhoging condenseert bij een hogere temperatuur dan het
atmosferische kookpunt, waardoor de condensatiewarmte kan worden benut,
en bestaande uit: destillatiekolom met thermische of mechanische damprecompressie-eenheid.
B 9250 Indampinstallatie
bestemd voor: het indampen van waterige afvalstromen met een
verdampingsinstallatie met terugwinning van de verdampingswarmte met een
maximale verdampingscapaciteit van 250 liter per uur en een maximaal
energiegebruik van 0,05 kWh per liter afvalwater na opstarten,
en bestaande uit: verdampingsinstallatie met vacuümpomp, (eventueel)
opvangvat of -tank.
A 9260 Elektrodialyse-membraaninstallatie
bestemd voor:
a.het verwijderen en concentreren van zouten, zuren of logen, of
b.het scheiden van organische stoffen uit afvalwater,
en bestaande uit: elektrodialyse-cellen, membranen, gelijkrichter,
pompen, vaten, (eventueel) voorfiltratie.
F 9270 Waterzuiveringsinstallatie voor chemisch verontreinigd
spuit-, spoel- of ontsmettingswater
bestemd voor: het behandelen van chemisch verontreinigd spuit-, spoel-
of ontsmettingswater uit de land- en tuinbouw, door achtereenvolgens
chemische flocculatie/precipitatie (bezinking), mechanische filtratie en actiefkooladsorptie,
en bestaande uit: behandelings- of ontvangsttank, (eventueel)
roerwerk, bezinktank, grindfilter en/of zandfilter of gelijkwaardig, ten
minste twee in serie geschakelde adsorptiefilters, (doseer)pompen.
B 9300 Scheidingsinstallatie voor catering- en kantine-afval
bestemd voor: het scheiden van catering- en kantine-afval in glas,
blik, karton, kunststof en dergelijke,
en bestaande uit: transportbanden, zifters, magneetscheiders, zeven,
balenpersen, perscontainers, (eventueel) buffers.
B 9302 Reststoffeninzamelpunt
bestemd voor: het gescheiden inzamelen van afval in een
reststoffeninzamelpunt, waarbij ten minste 4 deelstromen gescheiden
worden gehouden van reststoffen en waarbij de gescheiden deelstromen
ondergronds worden opgeslagen,
en bestaande uit: containers, (eventueel) opslageenheden, (eventueel)
inname-apparatuur, (eventueel) pers.
B 9303 Ondergrondse afvalcontainer voor GFT
bestemd voor: het ondergronds opvangen van GFT-afval zodanig dat alle
lekstoffen worden opgevangen in een opvangbak,
en bestaande uit: vloeistofdichte container voor GFT-afval die voor
ten minste tweederde deel ondergronds wordt geplaatst, opvangbak.
B 9304 Pneumatisch ondergronds transportsysteem
bestemd voor: het afvoeren van gescheiden huisvuilstromen of
HDO-afvalstromen uit gestapelde bouw door middel van een pneumatisch
ondergronds afvoersysteem,
en bestaande uit: stortkoker, buffers, zuigleiding, vacuümpomp, verzamelcontainer.
B 9310 Asbestcontainer
bestemd voor: het vervoeren en storten van asbesthoudend afval door
middel van een gesloten container,
en bestaande uit: container met laaddeur en intern en extern
sproeisysteem en folie-afdekmechanisme.
B 9320 Windziftereenheid voor vaste afvalstoffen
bestemd voor: het scheiden van componenten uit een afvalstroom door
blazen met een geforceerde luchtstroom, gevolgd door opvang van de componenten,
en bestaande uit: trilgoot, blaasnozzle, cycloon, expansiekamer,
draaisluis, ventilator, opstellingsframe, doorblaasfilter.
B 9321 Stijgziftereenheid voor vaste afvalstoffen
bestemd voor: het scheiden van componenten uit een afvalstroom door
zuigen met een luchtstroom, gevolgd door opvang van de componenten,
en bestaande uit: trilgoot, zuignozzle, cycloon, draaisluis,
ventilator, opstellingsframe, doorblaasfilter.
B 9340 Drukvormwasinstallatie voor zeefdrukvormen
bestemd voor: het in twee opeenvolgende processtappen verwijderen van
inkt en het strippen van zeefdruksjablonen in een gesloten systeem,
en bestaande uit: inktverwijderingseenheid, stripeenheid, rondpompsysteem.
B 9341 Gesloten wasautomaat voor verfgereedschap
bestemd voor: het reinigen van verfgereedschap in een gesloten systeem
met terugvoer van reinigingsvloeistof,
en bestaande uit: gesloten wasautomaat.
A 9350 Pertractie-membraaninstallatie
bestemd voor: het verwijderen en concentreren van organische stoffen
en/of zware metalen uit afvalwater, spoelwater of galvanische baden,
en bestaande uit: membraancontactor module, absorptievloeistof (niet
mengbaar met water), pompen, voorfiltratie, vaten, meet- en
regelapparatuur, regeneratie van absorptievloeistof.
A 9352 Elektrochemische reactor
a.bestemd voor: het verwijderen van zware metalen uit afvalwater
door elektrolyse met als voorconcentratiestap
vloeistof-vloeistofextractie of membraanfiltratie of ionenwisseling
of indampen,
en bestaande uit: (semipermeabele) elektrolysecel, (eventueel)
extractie-eenheid of membraanfilter of ionenwisselaar of indamper,
spanningsvoeding, of
b.bestemd voor: de regeneratie van
metaaloppervlaktebehandelingsbaden door elektrolyse,
en bestaande uit: (semipermeabele) elektrolysecel, pomp, filter,
chemicaliëntanks, (eventueel) roerwerken, spanningsvoeding, of
c.bestemd voor: de oxidatie van afbreekbare (organische) stoffen
door elektrolyse met als voorconcentratiestap
vloeistof-vloeistofextractie of membraanfiltratie of ionenwisseling
of indampen,
en bestaande uit: (semipermeabele) elektrolysecel, (eventueel)
extractie-eenheid of membraanfilter of ionenwisselaar of indamper,
spanningsvoeding, pomp.
A 9353 Membraanelektrolyse-installatie
bestemd voor:
a.het zuiveren van spoel- en afvalwaterstromen en scheiden van zware
metalen uit afvalwater en oppervlaktebehandelingsbaden door
elektrolyse, of
b.het verwijderen van zouten uit afvalwater, eventueel met
voorconcentratiestap door membraanelektrolyse, waarbij zuur of loog
wordt gevormd, of
c.het oplossen in zuur van zware metalen uit reststoffen, gevolgd
door het verwijderen van de zware metalen door (membraan)elektrolyse,
en bestaande uit: membraanelektrolysecel of gescheiden elektrolysecel
met membraanfilter, pompen, (eventueel) voorfilter, (chemicaliën)tanks,
(eventueel) roerwerken, (eventueel) bezinker, spanningsvoeding.
A 9354 Elektrodialyse-installatie
a.bestemd voor: het verwijderen van metalen uit afvalwater of
ketelvoedingswater door elektrodialyse,
en bestaande uit: elektrodialysecellen, spanningsvoeding, pompen, of
b.bestemd voor: het verwijderen van ionen uit leidingwater door elektrodialyse,
en bestaande uit: ionenwisselaar, elektrodialysecellen,
spanningsvoeding, pompen.
A 9355 Elektroflotatie-installatie
bestemd voor: het verwijderen van zware metalen of organische
verbindingen uit afvalwater door elektrolyse van water, waarbij geen
metalen oplossen, gevolgd door oxidatie en flotatie van metalen of
afscheiding van organische verbindingen,
en bestaande uit: buffercirculatietank, schakelkast, stroomomvormer,
reactor, bezinkingsflotatiebekken, vlokverzamelingsbekken, pomp,
filterpers, doseerventiel, (eventueel) luchtafzuigkap,
vacuümschuimzuiger, drukvat.
B 9356 Metaalverwijderingssysteem
bestemd voor: het verwijderen van zware metalen uit reststoffen door
toepassing van hoge smelttemperatuur, waarbij vluchtige zware metalen
door sublimatie worden verwijderd en niet-vluchtige metalen in een
verglaasde slak of in kunstbasalt worden gebonden dan wel worden
teruggewonnen, en waarbij de ontstane verglaasde slak of het kunstbasalt
voldoet aan de eisen gesteld in het Bouwstoffenbesluit,
en bestaande uit: smeltoven, productvoorbehandelingseenheid,
slakverwerkingseenheid, afgasbehandelingsinstallatie.
B 9360 Ontvleesmachine met automatische contourinstelling
bestemd voor: het voorkomen van in het looiproces komen van restvlees
door gebruikmaking van een automatische contourinstelling van het ontvleesmes,
en bestaande uit: ontvleesmachine, (eventueel) ontmestcylinder.
B 9410 Röntgen-afvalscheidingsinstallatie
bestemd voor: het met röntgenstraling herkennen en afscheiden van
afvalstoffen voor hergebruik,
en bestaande uit: stralingsbron, röntgensensor, (eventueel) scheidingstechnieken.
B 9420 Afvalfolie-rolpers
bestemd voor: het reduceren van het volume van afvalfolie door opslag
op een rol ten behoeve van hergebruik,
en bestaande uit: oprolautomaat.
B 9430 Afvalopwerkingsinstallatie
bestemd voor: het opwerken van afvalstoffen tot brandstof van een
constante kwaliteit met een energie-inhoud van minimaal 15 MJ/kg,
en bestaande uit: (eventueel) sorteerinstallaties, (eventueel)
scheidingsinstallaties, (eventueel) drooginstallaties, (eventueel)
vormgevingsinstallaties, (eventueel) trommeloven, (eventueel) verkleiningsapparatuur.
B 9433 Wervelbedverbrandingsinstallatie ten behoeve van
teerhoudend wegenbouwmateriaal
bestemd voor: het verbranden van teerhoudend wegenbouwmateriaal in een
wervelbedverbrandingsinstallatie, waarbij de zand- en grindfractie
opnieuw ingezet wordt in de wegenbouw en waarbij de vrijkomende energie
wordt benut,
en bestaande uit: wervelbedverbrandingsinstallatie, (eventueel) rookgasreinigingsapparatuur.
C 9434 Plasma-omzetter voor gevaarlijke afvalstoffen
bestemd voor: het in een plasmaveld thermisch ontleden van gevaarlijke
afvalstoffen, waardoor de afvalstoffen uiteenvallen in hun elementaire componenten,
en bestaande uit: plasma-omzetter met voedingssysteem,
gasbehandelingssysteem, (eventueel) afvoersysteem, (eventueel) elektriciteitsopwekkingsinstallatie.
B 9440 Vergassingsinstallatie
bestemd voor: het vergassen van afvalstoffen of biomassa, waarbij de
vrijkomende vaste, vloeibare of gasvormige producten worden aangewend
als brandstof, grondstof of tussenproduct,
en bestaande uit: voorbewerkingsapparatuur, vergassingsreactor, dual
fuel brander, gasreinigingssysteem, rookgasreinigingsinstallatie, warmtewisselaar.
Exclusief gasturbine, gasmotor en generator.
B 9441 Biomassabrander ten behoeve van bijstook in een elektriciteitsopwekkingseenheid
bestemd voor: het verbranden van biomassapoeder of
rioolwaterzuiveringsslib of gassen afkomstig van een vergassings- of
vergistingsinstallatie als bijstook in een
elektriciteitsopwekkingseenheid, waarbij geen sprake mag zijn van
bijstook of bijmenging van kunststoffen en waarbij wel sprake moet zijn
van een netto opbrengst van energie, gerekend over de totale keten van
voorbehandeling tot en met eindproduct,
en bestaande uit: (poeder)brander.
F 9471 Duurzame mestverwerking
bestemd voor: het verwerken van mest door een installatie welke:
a.ten minste energie neutraal is, en waarbij ten minste 40% van de
totale N in de mest in minerale vorm wordt afgezonderd. De
installatie moet tijdens het in bedrijf zijn volledig in zijn eigen
energie voorzien dan wel energie opleveren, gerekend over de totale
keten van voorbehandeling tot en met eindproduct, of
b.ten minste energie neutraal is, en waarvan het eindproduct wordt
afgezet buiten de Nederlandse landbouw. De installatie moet tijdens
het in bedrijf zijn in eigen energie voorzien dan wel energie
opleveren, gerekend over de totale keten van voorbehandeling tot en
met eindproduct. Bij het berekenen van het energieverbruik hoeft de
warmte uit de ventilatielucht van de stallen niet te worden
verrekend. Dat onder a en b voldaan wordt aan de eisen met
betrekking tot energiegebruik en stikstofverwijdering dient
aannemelijk te worden gemaakt aan de hand van een berekening door
een onafhankelijk deskundige,
en bestaande uit: mestverwerkingsinstallatie, (eventueel)
luchtreiniging, (eventueel) korrelpers, (eventueel) voorzieningen voor
productopslag, (eventueel) installatie voor de opwekking van
duurzame energie.
B 9480 Verlaadinstallatie voor bieten of aardappelen
bestemd voor: het verladen van bieten of aardappelen door middel van
een verlaadinstallatie met een nokkenbed, sterrenbed of vijzelbed,
waarbij de aanhangende aarde en zand op de rooiakker achterblijven,
en bestaande uit: verlaadinstallatie met nokkenbed, sterrenbed of
vijzelbed, (eventueel) borstels, storttrechter, (eventueel) ingebouwde aandrijfeenheid.
Appendix A, behorende bij de Milieulijst willekeurige
afschrijving milieu-investeringen 2005
Hoofdcategorie rundvee
A 1. melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar
A 1.3. loopstal met hellende vloer en gier-goot en maximaal 3
m2 mestbesmeurd oppervlak per koe
(Groen Label BB 93.03.003V1; BB 93.03.003/A 93.04.00-4V1; BB
93.03.003/-B 93.04.005V1; BB 93.03.003/C 93.04.0-06V1; BB
93.03.003/D 9-4.06.020V1)
A 1.4. loopstal met hellende vloer en spoelsysteem met maximaal
3,75 m2 mestbesmeurd oppervlak per koe (Groen Label BB 94.02.015V1)
A 1.5. loopstal met sleufvloer en mestschuif (Groen Label BB 97.05.055)
A 4. vleeskalveren tot 8 maanden
A 4.1. mechanisch geventileerde stal met een chemisch
luchtwassysteem met 90% emissiereductie
Hoofdcategorie varkens
D 1. fokzeugen (incl. biggen tot 25 kg)D 1.1. biggenopfok (gespeende biggen)
D 1.1.3.2. mestgoot met schuine wand en ontmestingssysteem, met
hokoppervlak groter dan 0,35 m2(Groen Label BB 95.12.031V1)
D 1.1.6.2. mestopvang in en spoelen met aangezuurde vloeistof;
hokoppervlak groter dan 0,35 m2(Groen Label (volledig roostervloer) BB 96.04.038V2))
D 1.1.11.2. koeldeksysteem (150% koeloppervlak), met hokoppervlak
groter dan 0,35 m2(Groen Label BB 97.01.052V2; BB 00.06.093)
D 1.1.12.1. opfokhok met schuine putwand met een emitterend
mestoppervlak van maximaal 0,07 m2, ongeacht groepsgrootte
D 1.1.12.2. emitterend mestoppervlak groter dan 0,07
m2, echter kleiner dan 0,10 m2, en in kleine
groepen, tot 30 biggen, gehuisvest
D 1.1.12.3. opfokhok met schuine putwand en met een emitterend
mestoppervlak groter dan 0,07 m2 maar kleiner dan 0,10
m2, waarin biggen in grote groepen (d.w.z. vanaf 30
biggen) worden gehuisvest met hokoppervlak groter dan 0,35 m2(Groen Label BB 99.06.072; BB 99.06.072/A
99.11.080; BB 99.06.072/A 99.11.082)
D 1.1.13. volledig rooster met water- en mestkanalen, eventueel
voorzien van schuine putwand(en), emitterend mestoppervlak kleiner
dan 0,10 m2(Groen Label BB 99.06.073)
D 1.1.14.2. chemisch luchtwassysteem met 95% emissiereductie met
hokoppervlak groter dan 0,35 m2(Groen Label BB 99.06.076; BB 00.02.084)
D 1.2. kraamzeugen (incl. biggen tot spenen)
D 1.2.9. schuiven in mestgoot
D 1.2.10. biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (Groen Label BB 96.10.042V1; BB 96.10.042/A
96.10.044V1; BB 96.10.042/B 96.10.045V1; BB 96.10.042/C
96.10.046V1; BB 96.10.042V1/D 99.06.075; BB 96.10.042V1/E
00.06.087) (BWL 2004.01)
D 1.2.11. chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (Groen Label BB 96.10.043V1; BB 96.10.043V1/A
99.06.074) (BWL 2004.02; BWL 2005.01)
D 1.2.12. koeldeksysteem (150% koeloppervlak) (Groen Label BB 97.01.051V1; BB 00.06.093)
D 1.2.15. chemisch luchtwassysteem 95% emissiereductie (Groen Label BB 99.06.076; BB 00.02.084)
D 1.3. guste en dragende zeugen
D 1.3.1. smalle ondiepe mestkanalen met metalen
driekantroostervloer en rioleringssysteem (alleen toepasbaar bij
individuele huisvesting) (Groen Label BB 95.02.027V1)
D 1.3.2. mestgoot met combinatierooster en frequente mestafvoer
(alleen toepasbaar bij individuele huisvesting) (Groen Label BB 95.06.028)
D 1.3.3. spoelgotensysteem met dunne mest (Groen Label bij individuele huisvesting: BB 95.10.030)
(Groen Label bij groepshuisvesting: BB 95.10.030/A 98.10.060; BB
95.10.030/B 99.11.078)
D 1.3.4. mestopvang in en spoelen met aangezuurde vloeistof
(Groen Label bij individuele huisvesting BB
96.04.036V1) (Groen Label bij groepshuisvesting: BB 96.04.036V1/A 98.10.061)
D 1.3.5. schuiven in mestgoot (alleen toepasbaar bij individuele huisvesting)
D 1.3.6. biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (Groen Label bij individuele huisvesting: BB
96.10.042V1;BB 96.10.042/A 96.10.044V1; BB 96.10.042/ B
96.10.045V1; BB 96.10.042/C 96.10.046V1; BB 96.10.042V1/D
99.06.075; BB 96.10.042V1/E 00.06.087) (Groen Label bij
groepshuisvesting BB 96.10.042V1; BB 96.10.042/A 96.10.044V1, BB
96.10.042/ B 96.10.045V1; BB 96.10.042/C 96.10.046V1; BB
96.10.042V1/D 99.06.075; BB 96.10.042V1/E 00.06.087) (BWL 2004.01)
D 1.3.7. chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (Groen Label bij individuele huisvesting BB
96.10.043V1; BB 96.10.043V1/A 99.06.074) (Groen Label bij
groepshuisvesting BB 96.10.043V1; BB 96.10.043V1/A 99.06.074) (BWL
2004.02; BWL 2005.01)
D 1.3.8.1. koeldeksysteem 115% koeloppervlak (Groen Label bij individuele huisvesting en
groepshuisvesting BB 97.03.054; BB 00.06.093)
D 1.3.8.2. koeldeksysteem 135% koeloppervlak (Groen Label bij groepshuisvesting BB 97.03.054/A
98.10.062; BB 00.06.093)
D 1.3.9. groepshuisvestingssysteem met voerligboxen of
zeugenvoerstations, zonder strobed, met metalen drie-kantroosters en
schuine putwanden in het mestkanaal: (Groen Label
BB 00.06.085V1)
D 1.3.11. chemisch luchtwassysteem 95% emissiereductie (Groen Label bij individuele huisvesting BB 99.06.076;
BB 00.02.084) (Groen Label bij groepshuisvesting BB 99.06.076; BB 00.02.084)
D 3. vleesvarkens, opfokberen van ca. 25 kg tot 7 maanden,
opfokzeugen van ca. 25 kg tot eerste dekking
D 3.2.4.2. gedeeltelijk roostervloer met mestopvang in met
formaldehyde behandelde mestvloeistof in combinatie met metalen
driekantroostervloer met hokoppervlak groter dan 0,8 m2(Groen Label BB 95.02.025V2)
D 3.2.6.1.1. gedeeltelijk roostervloer, koeldeksysteem (200%
koeloppervlak) met metalen roostervloer, emitterend mestoppervlak
maximaal 0,8 m2(Groen Label BB 96.04.035V1; BB 00.06.093)
D 3.2.6.1.2. gedeeltelijke roostervloer, koeldeksysteem (200%
koeloppervlak) met metalen roostervloer; emitterend mestoppervlak
maximaal 0,5 m2
D 3.2.7.1.1. gedeeltelijk roostervloer, mestkelders met (water-
en) mestkanaal; schuine putwand; met metalen driekantroosters op het
mestkanaal en emitterend mestoppervlak maximaal 0,18 m2(Groen tabel BB 97.07.056V2; BB 97.07.056/A
97.11.059V2) (BWL 2004.03)
D 3.2.7.2.1. gedeeltelijk roostervloer, mestkelders met (water-
en) mestkanaal; schuine putwand; met roosters anders dan metalen
driekant op het mestkanaal en emitterend mestoppervlak maximaal 0,18 m2(Groen Label BB 99.02.070) (BWL 2004.05)
D 3.2.8.2. biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie en
hokoppervlak groter dan 0,8 m2(Groen Label BB 96.10.042V1; BB 96.10.042/A
96.10.044V1; BB 96.10.042/B 96.10.045V1; BB 96.10.042/C
96.10.046V1;BB 96.10.042V1/D 99.06.075; BB 96.10.042V1/E
00.06.087) (BWL 2004.01)
D 3.2.9.2. chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie en
hokoppervlak groter dan 0,8 m2(Groen Label BB 96.10.043V1; BB 96.10.043V1/A
99.06.074) (BWL 2004.02; BWL 2005.01)
D 3.2.12.2. spoelgotensysteem met metalen driekantroosters,
hokoppervlak groter dan 0,8 m2(Groen Label BB 98.10.064)
D 3.2.14.2. chemisch luchtwassysteem 95% emissiereductie met
hokoppervlak groter dan 0,8 m2(Groen Label BB 99.06.076; BB 00.02.084)
D 3.3. scharrelvleesvarkens
D 3.3.1. beddenstal met maximaal 0,14 m2
roosteroppervlak tot 50 kg levend gewicht en met maximaal 0,29
m2 roosteroppervlak vanaf 50 kg levend gewicht
Hoofdcategorie kippen
E 1. opfokhennen en hanen van legrassen; jonger dan 18 weken
E 1.8.1. volière-opfokhuisvesting, minimaal 50% van de leefruimte
is rooster, met daaronder een mestband. Mestbanden minimaal eenmaal
per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages.
E 1.8.2. volière-opfokhuisvesting, 65–70% van de leefruimte is
rooster, met daaronder een mestband met 0,3 m3/dier/uur
mestbeluchting. Mestbanden minimaal eenmaal per week afdraaien.
Roosters minimaal in twee etages.
E 1.9. chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie bij volière-
en grondhuisvesting: (Groen Label BB 00.06.089/A 00.06.090)
E 2. legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen
E 2.8. grondhuisvesting met beluchting onder gedeeltelijk
verhoogde roostervloer (perfosysteem) (Groen
Label BB 00.06.088)
E 2.10. chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie; volière- en
grondhuisvesting (Groen Label BB 00.06.089)
E 2.11.1. volièrehuisvesting, minimaal 50% van de leefruimte is
rooster met daaronder een mestband. Mestbanden minimaal eenmaal per
week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages.
E 2.11.2. volièrehuisvesting, 50% van de leefruimte is rooster met
daaronder een mestband met mestbeluchting. Mestbanden minimaal
tweemaal per week afdraaien, roosters minimaal in twee etages.
E 2.11.3. volièrehuisvesting, 55–60% van de leefruimte is rooster
met daaronder een mestband met 0,7 m3/dier/uur
mestbeluchting. Mestbanden minimaal eenmaal per week afdraaien.
Roosters minimaal in twee etages.
E 2.11.4. volièrehuisvesting, 30–35% van de leefruimte is rooster
met daaronder een mestband met 0,7 m3/dier/uur
mestbeluchting. Mestbanden minimaal eenmaal per week afdraaien.
Roosters minimaal in twee etages.
E 2.12.1. scharrelstal in twee verdiepingen met mestbanden onder
de roosters (twee maal per week afdraaien). Bezetting: 9 dieren/m2
E 2.12.2. scharrelhuisvesting met frequente mest- en strooiselverwijdering
E 4. (groot-)ouderdieren van vleeskuikens
E 4.2. volièrehuisvesting met geforceerde mestdroging (Groen Label BB 97.01.050; BB 97.01.050/ A 99.02.067)
E 4.3. volièrehuisvesting met geforceerde mest- en
strooiseldroging (Groen Label BB 97.01.053; BB
97.01.053/A 99.02.068)
E 4.4.1. grondhuisvesting met mestbeluchting van bovenaf met
warmtewisselaar of luchtmengkast
E 4.5. perfosysteem op gedeeltelijk verhoogde roostervloer (Groen Label BB 98.10.066)
E 4.6. chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie; volière- en
grondhuisvesting (Groen Label BB 00.06.089/B 00.06.091)
E 5. vleeskuikens
E 5.1. zwevende vloer met strooiseldroging (Groen Label BB 93.03.002; BB 93.03.002/A 94.04.017V1;
BB 93.03.002/B 96.04.034; BB 93.03.002/C 96.10.048)
E 5.2. geperforeerde vloer met strooiseldroging (Groen Label BB 94.04.016; BB 94.04.016/A 96.10.047)
E 5.3. etagesysteem met volledige roostervloer en
mestbandbeluchting (Groen Label BB 97.07.057)
E 5.4. chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie,
grondhuisvesting (Groen Label BB 00.02.083; BB
00.06.089/C 00.06.092)
E 5.5. grondhuisvesting met vloerverwarming en vloerkoeling
Hoofdcategorie kalkoenen
F 4. vleeskalkoenen
F 4.1. gedeeltelijk verhoogde strooiselvloer
F 4.2. mechanisch geventileerde stal met een chemisch
luchtwassysteem 90% emissiereductie
F 4.3. mechanisch geventileerde stal met frequente strooiselverwijdering
Hoofdcategorie konijnen
I 1. voedster inclusief 0,15 ram en bijbehorende jongen tot speenleeftijd
I 1.1. mechanisch geventileerde stal met gescheiden afvoer van
mest en urine
I 2. vlees- en opfokkonijnen tot dekleeftijd
I 2.1. mechanisch geventileerde stal met gescheiden afvoer van
mest en urine
Appendix B, behorende bij de Milieulijst willekeurige
afschrijving milieu-investeringen 2005
Hoofdcategorie varkens
D 1. fokzeugen (incl. biggen tot 25 kg)D 1.1. biggenopfok (gespeende biggen)
D 1.1.9.2. biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie en
hokoppervlak groter dan 0,35 m2(Groen Label BB 96.10.042V1; BB 96.10.042/A
96.10.044V1; BB 96.10.042/B 96.10.045V1; BB 96.10.042/C
96.10.046V1) (BB 96.10.042V1/D 99.06.075; BB 96.10.042V1/E
00.06.087) (BWL 2004.01)
D 1.1.10.2. chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie en
hokoppervlak groter dan 0,35 m2(Groen Label BB 96.10.043V1; BB 96.10.043V1/A
99.06.074) (BWL 2004.02; BWL 2005.01)
D 1.2. kraamzeugen (incl. biggen tot spenen)
D 1.2.13. mestpan/-bak onder kraamhok (Groen
Label BB 98.10.063)
D 1.2.14. mestpan met water- en mestkanaal onder kraamhok (Groen Label BB 99.11.081)
D 1.2.16. waterkanaal in combinatie met een afgescheiden
mestkanaal of mestbak
D1.3. guste en dragende zeugen
D 1.3.10. rondloopstal met zeugenvoerstation en strobed (Groen Label BB 00.06.086)
D 3. vleesvarkens, opfokberen van ca. 25 kg tot 7 maanden,
opfokzeugen van ca. 25 kg tot eerste dekking
D 3.2.6.2.1. gedeeltelijke roostervloer, koeldeksysteem (200%
koeloppervlak) met roostervloer anders dan metaal (emitterend
mestoppervlak maximaal 0,6 m2) (Groen
Label BB 99.02.069; BB 00.06.093)
D 3.2.7.1.2. gedeeltelijk roostervloer, mestkelders met (water-
en) mestkanaal; schuine putwand; met metalen driekant roosters op
het mestkanaal en emitterend mestoppervlak groter dan 0,18
m2 maar kleiner dan 0,27 m2(Groen Label BB 97.07.056V2; BB 97.07.056/A
97.11.059V2)(BWL 2004.04)
Hoofdcategorie kippen
E 2. legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen
E 2.9. grondhuisvesting met mestbeluchting via buizen onder de beun
E 4. (groot-)ouderdieren van vleeskuikens
E 4.4.2. grondhuisvesting met mestbeluchting met verticale slangen
Appendix C, behorende bij de Milieulijst willekeurige
afschrijving milieu-investeringen 2005
Begripsbepaling
1.Deze appendix wordt aangehaald als: Maatlat Groen Label Kas 2005.
2.Technische uitwerking van de maatregelen is gedaan in het
Certificatieschema Groen Label Kas 2005 van Stichting Milieukeur
(hierna: het certificatieschema) of een gelijkwaardig schema.
3.In deze appendix wordt verstaan onder:
a.certificatieschema: verzameling
eisen te stellen aan het product of systeem, die na goed
overleg met alle belanghebbende groeperingen is vastgesteld
door het College van Deskundigen en door de houder van het
certificatieschema Groen Label Kas zijn aanvaard als
beoordelingsgrondslag voor de afgifte van certificaten. In
de bijlagen bij het certificatieschema worden controles en
rekenmethodes uitgewerkt en beschreven met voorbeelden;
b.bedrijfsmatig telen: het
professioneel produceren van tuinbouwgewassen waaronder
tevens begrepen handelskwekerijen mede ten behoeve van
demonstratiemateriaal, veredeling en laboratoria;
c.College van Deskundigen: de
onafhankelijke commissie van deskundigen die ingeschakeld
wordt bij het nemen van beslissingen met betrekking tot het
certificatieschema en de beoordelingsrichtlijnen;
d.condensorrendement: het
rendement van een condensor bepaald volgens EEM in de module
‘Rendement rookgascondensor’ of gelijkwaardige procedure,
waarbij de rookgastemperatuur na de condensor maximaal 50 °C
mag bedragen;
e.dubbelwandige niet flexibele
kunststofplaat: constructie bestaande uit tenminste
twee lagen niet-flexibele kunststofplaat voorzien van een luchtspouw;
f.dubbel glas: constructie
bestaande uit twee lagen glas voorzien van een luchtspouw;
g.duurzame energie: het deel van
de energie dat tot stand is gekomen zonder verbranding van
fossiele brandstoffen;
h.erkend registratiesysteem: een
registratiesysteem dat erkend is door de houder van het
certificatieschema. Een verklaring van deelname moet
overlegd kunnen worden. De basis voor een te erkennen
systeem is dat de te registreren aspecten en de
controlemethodiek gelijkwaardig is aan de reeds erkende systemen;
i.gecoat glas: glas met een
isolatiewaarde tenminste gelijk aan die van een glasplaat
met een laagdikte van 300 nm en een emissiecoëfficiënt van 0,25;
j.Groen Label Kas (GLK): moderne
kas waarbij reeds in aanzienlijke mate rekening is gehouden
met toekomstige milieueisen, omvattende de glasopstand met
toebehoren. De kas is bestemd voor het bedrijfsmatig telen
van tuinbouwgewassen en er wordt door een Groencertificaat,
afgegeven door een bij de Raad voor Accreditatie
geaccrediteerde organisatie aangetoond dat de betreffende
kas voldoet aan de basiseisen zoals die voor de betreffende
teelt gesteld zijn in de Maatlat, tevens weergegeven in de
Beoordelingsrichtlijn, en de benodigde punten heeft behaald
volgens de vastgelegde systematiek;
k.GLK beoordeling: een
systematisch en onafhankelijk onderzoek om na te gaan of
(nog) voldaan wordt aan de in de Maatlat en het
certificatieschema gestelde eisen ten aanzien van het GLK
Groencertificaat en of het wordt uitgevoerd zoals het staat beschreven;
l.GLK Groencertificaat:
certificaat dat aangeeft dat er een gerechtvaardigd
vertrouwen bestaat dat het product waarop het certificaat
betrekking heeft in overeenstemming is met het
certificatieschema Groen Label Kas;
m.Groen Label Kas: moderne kas
waarbij reeds in aanzienlijke mate rekening is gehouden met
toekomstige milieueisen, omvattende de glasopstand met alle
toebehoren, indien niet nadrukkelijk uitgezonderd. De kas is
bestemd voor het bedrijfsmatig telen van tuinbouwgewassen en
er wordt door een Groencertificaat, afgegeven door een bij
de Raad voor Accreditatie geaccrediteerde organisatie
(Certificatie Instelling) aangetoond dat de betreffende kas
voldoet aan de basiseisen zoals die voor de betreffende
teelt gesteld zijn in de Maatlat, tevens weergegeven in de
Beoordelingsrichtlijn, en de benodigde punten heeft behaald
volgens de vastgelegde systematiek;
n.heteluchtteelt/lichtestookteelt:
teelt in een kas waarbij de gemiddelde minimum
etmaaltemperatuur (op basis van de stooklijn) in de maand
januari lager is dan 17 °C;
o.houder certificatieschema:
Stichting Milieukeur die het GLK Groencertificaat verleent
via een Certificatie Instelling;
p.ketelrendement: het rendement op
bovenwaarde van een verwarmingsketel bepaald volgens EEM in
de module ‘Ketelrendement en rookgasanalyse’ of
gelijkwaardige procedure;
q.opwekkingsvermogen: elektrisch
vermogen uitgedrukt in Watt per m2
teeltoppervlakte dat met de installatie wordt verwarmd;
r.restwarmte: warmte die van
buiten het bedrijf wordt betrokken. Het gaat hier om
afvalwarmte van industriële processen en/of,
elektriciteitscentrales en/of WKK’s van derden. Warmte uit
ketelinstallaties van derden wordt hierin expliciet
uitgesloten;
s.zware stookteelt: teelt in een
kas waarbij de gemiddelde minimum etmaal-temperatuur (op
basis van de stooklijn) in de maand januari tenminste 17 °C is.
4.Het minimaal aantal punten bedraagt voor:
a.zware stookteelt: 100 punten op
basis van de hierna opgenomen keuzemaatregelen;
b.hetelucht/lichtestookteelt: 85
punten op basis van de hierna opgenomen keuzemaatregelen.
1. Basiseisen voor kassen voor zware stookteelt
1.1. Geïsoleerde kasvoet is vervallen als basiseis, zie 3.12.a/4.1.
1.2. Lichtdoorlatendheid complete dek gemeten volgens IDT 2004
methode ontwikkeld door TNO.
–Voor Venlo kassen minimaal 75,0%
–Voor Breedkap kassen (inclusief gording) minimaal 71,0%
Kasdekken die zonder scherming 5% verbetering van de U-waarde
kunnen scoren (volgens IDT methode), zijn vrijgesteld van deze basiseis.
1.4. Alle roeden zijn vervaardigd van aluminium of van
tweezijdig gecoat verzinkt staal.
Het betreft dekroeden, gevelroeden, nokken, dekprofielen,
stapelprofielen in gevels en dek, kalfprofielen (steunregels onder
het luchtraam).
1.5. Dekmateriaal één van de volgende (combinaties van) materialen:
–enkel glas met beweegbaar binnenscherm
–dubbel glas
–isolerend gecoat glas
–dubbelwandige, niet flexibele kunststof plaat
–duurzame folie
Eisen aan het dek:
–luchtramen sluiten goed
–er is geen ruitbreuk
Een gesloten binnenscherm vertoont geen kieren, scheuren of gaten
1.6. Buitengevels één van de volgende (combinaties van) materialen:
–enkelglas met binnenscherm
–dubbel glas
–isolerend gecoat glas
–dubbelwandige, niet flexibele kunststof plaat
Een binnenscherm is niet vereist bij bedrijven met lichte stook
of die hete-lucht-verwarming gebruiken.
1.7.3. Elke ketel:
–bij lichte stook een rendement op bovenwaarde van minimaal 84%
–bij zware stook geldt een afgastemperatuur van maximaal 50 °C
–NOx-uitstoot < 50 mg/Nm3 (3% O2)
–wordt jaarlijks onderhouden
Alle ketelwarmte dient gebruikt te worden voor het verwarmen van
de kas.
Ketels geplaatst na 1998:
–front watergekoeld
–alle overige keteldelen geïsoleerd (voor/achterzijde)
–cilindrisch gedeelte geïsoleerd met minimaal 10 cm steenwol
of gelijkwaardig
Ketels geplaatst voor 1998:
–cilindrisch gedeelte geïsoleerd met minimaal 5 cm steenwol
of gelijkwaardig.
1.7.6. Elke transportleiding voorzien van een frequentieregeling
van het debiet op basis van druk- en/of temperatuurverschil.
1.7.7. Horizontale verschillen in de temperatuur van de kaslucht
zijn kleiner dan 1,5 °C gemeten
–op een hoogte van 1,50 m
–in een stookafdeling bij een vaste buistemperatuur van 60 °C
(of bij een lager maximum)
–in situatie met binnenscherm open én met binnenscherm dicht
Metingen dienen te worden uitgevoerd als beschreven in bijlage 2
‘Meting van temperatuurverschillen’ van het certificatieschema.
1.8a. Bij bedrijven met een totaal elektrisch vermogen van meer
dan 500 kW moet bij de opwekking van warmte en elektriciteit een
besparing van totaal minimaal 15% worden gerealiseerd ten opzichte
van een referentiesituatie.
In de referentiesituatie wordt
–alle warmte opgewekt met aardgas met een conversiefactor van
0,03165 GJ/m3
–alle elektriciteit ingekocht
Hierbij zijn de omrekenfactoren voor brandstoffen en
elektriciteit van het Besluit Glastuinbouw van toepassing, waarbij
energie wordt teruggerekend naar GJ/ha.
Duurzame energie heeft een conversiefactor 0.
Bij energielevering door derden, zoals restwarmte of warmte uit
clusters, moet de energiebesparing op bedrijfsniveau worden gerealiseerd.
Aan derden geleverde energie mag in mindering worden gebracht op
het bedrijfstotaal. Berekening van de energiebesparing dient te
worden uitgevoerd conform de uitwerking in bijlage 4
‘Energiecertificaat Groen Label Kas’ van het certificatieschema.
1.8b. Bij warmte-kracht:
–worden de rookgassen teruggekoeld tot onder 50 °C
–is er een koppeling aan een warmteopslag van minimaal 60 m3/ha
–wordt op minimaal de grootste warmte-krachtkoppeling
permanent rookgasreiniging toegepast indien de warmtekracht
wordt gebruikt. Een uitzondering hierop is mogelijk indien de
gedoseerde CO2 door derden wordt geleverd of op het
bedrijf geen CO2 wordt gedoseerd.
–indien toepassing van rookgasreiniger verplicht is wordt het
ureumgebruik bijgehouden
–is het methaanslip gemeten volgens NEN-EN 13526, maximaal
1,2% voor de open kamer verbranding en 1,6% bij voorkamerverbranding.
–is de NOx-uitstoot maximaal 140g NOx/GJ
1.10. NKO-geijkte sensoren (regelvoelers) of sensoren geijkt
volgens gelijkwaardige methode. Sensoren die onder de regeling
vallen zijn de sensoren voor meting van de kaslucht- en de
buistemperatuur , luchtvochtigheid en CO2 gehalte van
de kaslucht.
Afwijking temperatuur:
+/– 0,2 °C in het regelgebied van 5–25 °C
Afwijking.luchtvochtigheid:
+/– 3% RV in het regelgebied van 70–90%
+/– 5% RV in het regelgebied van 50–70%
Afwijking. CO2-concentratie:
+/– 30 ppm, in het regelgebied van 300–1000ppm.
1.12. Aansluiting op externe warmtebron (restwarmte) is
verplicht indien:
–de distributieleidingen maximaal 10 meter liggen vanaf de
perceelsgrens waaraan een ketelhuis is gesitueerd
–de leverancier technisch bereid en in staat is om tegen
concurrerende prijzen (conform tariefberekening in bijlage 9
van het controledocument) warmte te leveren
–de geleverde warmte niet duurder is dan wanneer deze met een
eigen ketel met een conversiefactor van 0,03165
GJ/m3 was opgewekt
–bij de warmteopwekking minimaal 15% energie bespaard wordt
–de levering van de warmte niet tot gevolg heeft dat de
energiebesparing van 1.8 en 2.8 verminderd wordt
1.13. Kasklimaatcomputer voor het regelen en besturen van het
kasklimaat door een regelsysteem, dat bestaat uit:
–digitale proces-computer
–bedieningsstation
–meet- en stuursysteem
De kasklimaatregeling dient voor zover van toepassing te
omvatten de:
–verwarmingsinstallatie
–de regelorganen, -warmtebuffer
–kunstmatige belichting, CO2-dosering
–wkk-installatie of andere energie-opwekking – de
energielevering van derden.
1.16. Gegevens van registratie zijn minimaal op het niveau van
bijlage 1 bij het Besluit Glastuinbouw.
De geregistreerde gegevens dienen ter beschikking te worden
gesteld (via controlerende instelling) aan de beheerder van het certificatieschema.
1.17. Alle benodigde vergunningen zijn aanwezig en geldig
–Bouw en sloop
–Wet Milieubeheer
–Gebruik bodemwater.
2. Basiseisen voor kassen voor lichtestookteelt/heteluchtteelt
2.1. Geïsoleerde kasvoet is vervallen als basiseis, zie 3.12.a/4.1.
2.2. Lichtdoorlatendheid complete dek gemeten volgens IDT2004
methode ontwikkeld door TNO.
–Voor Venlo kassen minimaal 75,0%.
–Voor Breedkap kassen (inclusief gording) minimaal 71,0%.
Kasdekken die zonder scherming 5% verbetering van de U-waarde
kunnen scoren (volgens IDT methode), zijn vrijgesteld van deze basiseis.
2.4. Alle roeden zijn vervaardigd van aluminium of van
tweezijdig gecoat verzinkt staal.
Het betreft dekroeden, gevelroeden, nokken, dekprofielen,
stapelprofielen in gevels en dek, kalfprofielen (steunregels onder
het luchtraam).
2.5. Dekmateriaal één van de volgende (combinaties van) materialen:
–enkel glas met beweegbaar binnenscherm
–dubbel glas
–isolerend gecoat glas
–dubbelwandige, niet flexibele kunststof plaat
–duurzame folie
Eisen aan het dek:
–luchtramen sluiten goed
–er is geen ruitbreuk
Een gesloten binnenscherm vertoont geen kieren, scheuren of gaten
Een beweegbaar binnenscherm is niet vereist bij bedrijven met
lichte stook of die hete-lucht-verwarming gebruiken.
2.6. Buitengevels één van de volgende (combinaties van) materialen:
–enkelglas met binnenscherm
–dubbel glas
–isolerend gecoat glas
–dubbelwandige, niet flexibele kunststof plaat
Een binnenscherm is niet vereist bij bedrijven met lichte stook
of die hete-lucht-verwarming gebruiken.
2.7.2. Elke ketel:
–bij lichte stook een rendement op bovenwaarde van minimaal 84%
–bij zware stook geldt een afgastemperatuur van maximaal 50 °C
–NOx-uitstoot < 50 mg/Nm3 (3% O2)
–wordt jaarlijks onderhouden
Alle ketelwarmte dient gebruikt te worden voor het verwarmen van
de kas.
Ketels geplaatst na 1998:
–front watergekoeld
–alle overige keteldelen geïsoleerd (voor/achterzijde)
–cilindrisch gedeelte geïsoleerd met minimaal 10 cm steenwol
of gelijkwaardig
Ketels geplaatst voor 1998:
–cilindrisch gedeelte geïsoleerd met minimaal 5 cm steenwol
of gelijkwaardig
2.7.4. Hete-lucht verwarming:
–is uitgevoerd met low NOx branders
–is voorzien van Gaskeur SV of Gastec Qa LOW NOx certificaat
–heeft een maximale NOx emissie van 50
mg/m3 (3% O2)
–wordt jaarlijks onderhouden
2.7.1. Elke transportleiding voorzien van een frequentieregeling
van het debiet op basis van druk- en/of temperatuurverschil.
2.7.5. Horizontale verschillen in de temperatuur van de kaslucht
zijn kleiner dan 1,5 °C gemeten
–op een hoogte van 1,50 m
–in een stookafdeling bij een vaste buistemperatuur van 60 °C
(of bij een lager maximum)
–in situatie met binnenscherm open én met binnenscherm dicht.
Metingen dienen te worden uitgevoerd als beschreven in bijlage 2
‘Meting van temperatuurverschillen’ van het controledocument.
2.8a. Bij bedrijven met een totaal elektrisch vermogen van meer
dan 500 kW moet bij de opwekking van warmte en elektriciteit een
besparing van totaal minimaal 15% worden gerealiseerd ten opzichte
van een referentiesituatie.
In de referentiesituatie wordt:
–alle warmte opgewekt met aardgas met een conversiefactor van
0,03165 GJ/m3
–alle elektriciteit ingekocht
Hierbij zijn de omrekenfactoren voor brandstoffen en
elektriciteit van het Besluit Glastuinbouw van toepassing, waarbij
energie wordt teruggerekend naar GJ/ha.
Duurzame energie heeft een conversiefactor 0.
Bij energielevering door derden, zoals restwarmte of warmte uit
clusters, moet de energiebesparing op bedrijfsniveau worden gerealiseerd.
Aan derden geleverde energie mag in mindering worden gebracht op
het bedrijfstotaal. Berekening van de energiebesparing dient te
worden uitgevoerd conform de uitwerking in bijlage 4
‘Energiecertificaat Groen Label Kas’ van het certificatieschema.
2.8b. Bij warmte-kracht:
–worden de rookgassen teruggekoeld tot onder 50 °C
–is er een koppeling aan een warmteopslag van minimaal 60 m3/ha
–wordt op minimaal de grootste warmte-krachtkoppeling
permanent rookgasreiniging toegepast indien de warmtekracht
wordt gebruikt. Een uitzondering hierop is mogelijk indien de
gedoseerde CO2 door derden wordt geleverd of op het
bedrijf geen CO2 wordt gedoseerd.
–indien toepassing van rookgasreiniger verplicht is wordt het
ureumgebruik bijgehouden
–is het methaanslip, gemeten volgens NEN-EN 13526, maximaal
1,2% voor de open kamer verbranding en 1,6% bij voorkamerverbranding
–is de NOx-uitstoot maximaal 140 g NOx/GJ.
2.9. NKO-geijkte sensoren (regelvoelers) of sensoren geijkt
volgens gelijkwaardige methode. Sensoren die onder de regeling
vallen zijn de sensoren voor meting van de kaslucht- en de
buistemperatuur, luchtvochtigheid en CO2 gehalte van de kaslucht.
Afwijking temperatuur:
+/– 0,2 °C in het regelgebied van 5–25 °C
Afwijking.luchtvochtigheid:
+/– 3% RV in het regelgebied van 70–90%
+/– 5% RV in het regelgebied van 50–70%
Afwijking. CO2-concentratie:
+/– 30 ppm, in het regelgebied van 300–1000 ppm.
2.10. Aansluiting op externe warmtebron (restwarmte) is
verplicht indien:
–de distributieleidingen maximaal 10 meter liggen vanaf de
perceelsgrens waaraan een ketelhuis is gesitueerd
–de leverancier technisch bereid en in staat is om tegen
concurrerende prijzen (conform tariefberekening in bijlage 9
van het controledocument) warmte te leveren
–de geleverde warmte niet duurder is dan wanneer deze met een
eigen ketel met een conversiefactor van 0,03165
GJ/m3 was opgewekt.
–bij de warmteopwekking minimaal 15% energie bespaard wordt.
–de levering van de warmte niet tot gevolg heeft dat de
energiebesparing van 1.8 en 2.8 verminderd wordt.
2.11. Kasklimaatcomputer voor het regelen en besturen van het
kasklimaat door een regelsysteem, dat bestaat uit:
–digitale proces-computer,
–bedieningsstation,
–meet- en stuursysteem.
De kasklimaatregeling dient voor zover van toepassing te
omvatten de:
–verwarmingsinstallatie,
–de regelorganen, -warmtebuffer,
–kunstmatige belichting, CO2-dosering,
–wkk-installatie of andere energie-opwekking – de
energielevering van derden.
2.14. Gegevens van registratie zijn minimaal op het niveau van
bijlage 1 bij het Besluit Glastuinbouw.
De geregistreerde gegevens dienen ter beschikking te worden
gesteld (via controlerende instelling) aan de beheerder van het certificatieschema.
2.15. Alle benodigde vergunningen zijn aanwezig en geldig
–Bouw en sloop
–Wet Milieubeheer
–Gebruik bodemwater.
3. Keuzemaatregelen voor kassen voor zware
stookteelt, onderdeel energie
3.1. Hoofdtransportleidingen verwarming onder de grond of indien
verdeelpomp in ketelhuis groepsverwarmingspijpen naar de kasdelen ondergronds.
Uitvoeren als stadsverwarmingspijp in de grond of als
geïsoleerde leidingen in een leidingengoot.
Punten worden uitsluitend toegekend indien op de
transportleidingen minimaal 2 groepen zijn aangesloten en deze
leiding langer is dan 50 m: 1 punt
3.2a. Ketel met een afgastemperatuur van maximaal 45 °C.
Alle overige eisen gelijk aan de basiseis voor
ketelinstallaties: 6 punten
3.2b. NOx-gehalte van de ketel onder de 50
mg/Nm3 (3% O2) gemeten volgens de Regeling
meetmethoden emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer (BEES A
en B) dan wel blijkens wettelijk erkende branderkeuringen: 1 punt per 5 mg
3.3a. Warmteopslag met een volume (uitgaande van de buitenmaat,
dus inclusief isolatie) bij zware stook groter dan 100
m3/ha: 6 punten
Warmteopslag voldoet aan volgende eisen:
–aangesloten op het verwarmingssysteem
–isolatiedikte bij nieuw te plaatsen tank (geldt ook bij
aankoopt 2e hands tank) minimaal 15 cm
–isolatiedikte 10 cm bij bestaande tank
–geïsoleerde steunen.
3.3b. Minimaal 5 cm meer isolatie op de warmteopslag dan bij
3.3a en 4.5a
isolatiedikte van minimaal 20 cm bij een nieuw te plaatsen warmteopslag
isolatiedikte van minimaal 15 cm bij bestaande warmteopslag:
1 punt
3.4. Indien warmte-kracht geen basiseis is in 1.8a/2.8a voldoet
de warmte-kracht met aansluiting voor levering van de
elektriciteit aan derden aan dezelfde eisen als in 1.8b/2.8b.
Een warmte-kracht met aansluiting voor levering van de
elektriciteit aan derden: puntentelling volgens
onderstaande tabel
0 | 0 | 10 | 7 | 20 | 12 | 30 | 16 | 40 | 16 | 50 | 15 | 60 | 12 | 70 | 9 | 80 | 7 | 90 | 5 |
1 | 1 | 11 | 7 | 21 | 13 | 31 | 16 | 41 | 16 | 51 | 15 | 61 | 12 | 71 | 9 | 81 | 7 | 91 | 5 |
2 | 1 | 22 | 8 | 22 | 13 | 32 | 16 | 42 | 16 | 52 | 15 | 62 | 12 | 72 | 9 | 82 | 6 | 92 | 5 |
3 | 2 | 13 | 9 | 23 | 14 | 33 | 16 | 43 | 16 | 53 | 14 | 63 | 11 | 73 | 9 | 83 | 6 | 93 | 4 |
4 | 3 | 14 | 9 | 24 | 14 | 34 | 16 | 44 | 16 | 54 | 14 | 64 | 11 | 74 | 8 | 84 | 6 | 94 | 4 |
5 | 3 | 15 | 10 | 25 | 14 | 35 | 16 | 45 | 16 | 55 | 14 | 65 | 11 | 75 | 8 | 85 | 6 | 95 | 4 |
6 | 4 | 16 | 10 | 26 | 15 | 36 | 16 | 46 | 16 | 56 | 13 | 66 | 11 | 76 | 8 | 86 | 6 | 96 | 4 |
7 | 5 | 17 | 11 | 27 | 15 | 37 | 16 | 47 | 16 | 57 | 13 | 67 | 10 | 77 | 8 | 87 | 5 | 97 | 4 |
8 | 5 | 18 | 11 | 28 | 15 | 38 | 16 | 48 | 16 | 58 | 13 | 68 | 10 | 78 | 7 | 88 | 5 | 98 | 3 |
9 | 6 | 19 | 12 | 29 | 16 | 39 | 16 | 49 | 16 | 59 | 13 | 69 | 10 | 79 | 7 | 89 | 5 | 99 | 3 |
3.5. Bij warmte-kracht verdere reductie van methaanslip (zie
1.10 en 2.10).
Meting volgens NEN-EN 13526:
–voor de open kamer verbranding: per 0,2%
methaanslipreductie:1 punt
–voor de voorkamerverbranding: per 0,3% methaanslipreductie:
1 punt
3.5a. Bij warmte-kracht verdere reductie van
NOx-emissie van de gasmotor beneden de basiseis van 140
g/GJ in het geval van uitzondering op de rookgasreiniger (zie 1.8b
en 2.8b). Per extra reductie van 20 gram NOx/GJ:
1 punt
3.6. Dekking van CO2-vraag uit een bron buiten het bedrijf.
De CO2 mag niet afkomstig zijn van een bron / bedrijf
waarvan ook warmte wordt afgenomen, tenzij het bedrijf het gaat om
afname van restwarmte: 1 punt per
kg/m2 op jaarbasis met een maximum van 15 punten
3.7. Gebruik van restwarmte voor verwarmen van de kas
–dekking > 80%: 20 punten
–dekking 60%–80%: 15 punten
–dekking 40%–60%: 10 punten
–dekking 20%–40%: 5 punten
* zie begrippenlijst
3.8a. Module voor temperatuurintegratie op de klimaatcomputer
wordt toegepast: 1 punt
3.8b. Module voor gebruik weersverwachting op de klimaatcomputer
wordt toegepast: 1 punt
3.10. Frequentieregeling van het debiet van alle groepspompen op
basis van druk- en/of temperatuurverschil: 1 punt
3.11. Extra lichtdoorlatendheid dek boven de waarde van 1.2 en
2.2 gemeten volgens IDT2004 methode ontwikkeld door TNO. Waarde in
hele procenten afgerond naar beneden.
–Bij Venlo kassen minimaal 75,0%.
–Voor Breedkap kassen (inclusief gording) minimaal 71,0%:
per % extra lichtdoorlatendheid 2 punten
3.12. Stomen onderdruk stoomsysteem, waarbij de stoom van boven
naar beneden door de grond wordt gezogen via speciale stoomdrains
of door gebruik te maken van reeds aanwezige drainagebuizen.
De stoomdrains of de aanwezige drainagebuizen moeten minimaal 10
cm boven de hoogste grondwaterstand liggen: 3 punten
3.13. Verbetering van de U-waarde van de complete kas gemeten
volgens IDT2004 methode ontwikkeld door TNO of erkend
gelijkwaardige methode.
Referentie U-waarde (= Ur-waarde)
–Venlokas 7,42 W/m2K
–Breedkas 7,33 W/m2K
De berekening is inclusief een eerste binnenscherm. Een tweede
en een derde scherm levert (niet cumulatief) respectievelijk
standaard 10% en 15% verhoging van de berekende punten op: puntentelling volgens de U-waarde bepaling in bijlage
7 van het certrificatieschema: 1 punt per 3% verbetering U-waarde
3.14. Toepassing van duurzame energie geproduceerd door derden
of in eigen beheer. De hoeveelheid gebruikte duurzame energie moet
goed inzichtelijk zijn (facturen en/of aparte bemetering).
Het aantal punten is gelijk aan de energiebehoeftedekking, die
wordt berekend met:
Dekking DE = DE/ET
Waarbij:
Dekking DE: energiebehoeftedekking (%)
DE zelf gebruikte duurzame energie per jaar in GJ.
ET totale input en output aan energie op het bedrijf volgens de
berekening van de energienorm in het Besluit Glastuinbouw (GLAMI)
+ zelf gebruikte duurzame energie in GJ.
Aan derden geleverde energie wordt in mindering gebracht op het
totale energieverbruik.
Berekening van de punten kan ook plaatsvinden volgens het
rekenmodel in bijlage 4 van het certrificatieschema.
Het aantal punten is gelijk aan het percentage
energiebehoeftedekking 0–100
3.15. Het gebruik van plantsensoren gekoppeld aan de universele klimaatcomputer.
Dit betreft sensoren voor de meting van:
–de steeldikte van de plant
–de sapstroom in de plant
–de vruchtgroei
–de planttemperatuur: 1 punt
3.16. Het vervangen van de stralingsmeter op de meteomast door
een geijkte gereviseerde lichtmeter. De frequentie voor het
vervangen van de lichtmeter bedraagt 1 × per 2 jaren: 1 punt
4. Keuzemaatregelen voor kassen voor
lichtestookteelt/heteluchtteelt, onderdeel energie
4.3. Hoofdtransportleidingen verwarming onder de grond of indien
verdeelpomp in ketelhuis groepsverwarmingspijpen naar de kasdelen ondergronds.
Uitvoeren als stadsverwarmingspijp in de grond of als
geïsoleerde leidingen in een leidingengoot.
Punten worden uitsluitend toegekend indien op de
transportleidingen minimaal 2 groepen zijn aangesloten en deze
leiding langer is dan 50 m: 1 punt
4.4a. Ketel met een afgastemperatuur van maximaal 45 °C.
Alle overige eisen gelijk aan de basiseis voor
ketelinstallaties: 8 punten
4.4b. Ketel met een afgastemperatuur van maximaal 50 °C.
Alle overige eisen gelijk aan de basiseis voor
ketelinstallaties: 5 punten
4.4c. NOx-gehalte van de ketel onder de 50
mg/Nm3 (3% O2) gemeten volgens de Regeling
meetmethoden emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer (BEES A
en B) dan wel blijkens wettelijk erkende branderkeuringen: 1 punt per 5 mg
4.5a. Warmteopslag met een volume (uitgaande van de buitenmaat,
dus inclusief isolatie)
–bij zware stook groter dan 100 m3/ha: 6 punten
–Warmteopslag voldoet aan volgende eisen:
–aangesloten op het verwarmingssysteem
–isolatiedikte bij nieuw te plaatsen tank (geldt ook bij
aankoopt 2e hands tank) minimaal 15 cm
–isolatiedikte 10 cm bij bestaande tank
–geïsoleerde steunen.
4.5b. Minimaal 5 cm meer isolatie op de warmteopslag dan bij
3.3a en 4.5a
–isolatiedikte van minimaal 20 cm bij een nieuw te plaatsen warmteopslag.
–isolatiedikte van minimaal 15 cm bij bestaande warmteopslag:
1 punt
4.6. Indien warmte-kracht geen basiseis is in 1.8a/2.8a voldoet
de warmte-kracht met aansluiting voor levering van de
elektriciteit aan derden aan dezelfde eisen als in 1.8b/2.8b.
Een warmte-kracht met aansluiting voor levering van de
elektriciteit aan derden: puntentelling volgens
onderstaande tabel
Pe | pnt | Pe | pnt | Pe | pnt | Pe | pnt | Pe | pnt | Pe | pnt | Pe | pnt | Pe | pnt | Pe | pnt | Pe | pnt |
W m-2 | | W m-2 | | W m-2 | | W m-2 | | W m-2 | | W m-2 | | W m-2 | | W m-2 | | W m-2 | | W m-2 | |
0 | 0 | 10 | 13 | 20 | 17 | 30 | 15 | 40 | 10 | 50 | 4 | 60 | 0 | 70 | 0 | 80 | 0 | 90 | 0 |
1 | 2 | 11 | 13 | 21 | 17 | 31 | 14 | 41 | 9 | 51 | 4 | 61 | 0 | 71 | 0 | 81 | 0 | 91 | 0 |
2 | 3 | 22 | 14 | 22 | 16 | 32 | 14 | 42 | 9 | 52 | 3 | 62 | 0 | 72 | 0 | 82 | 0 | 92 | 0 |
3 | 5 | 13 |
15 | 23 | 16 | 33 | 13 | 43 | 8 | 53 | 3 | 63 | 0 | 73 | 0 | 83 | 0 | 93 | 0 |
4 | 6 | 14 | 15 | 24 | 16 | 34 | 13 | 44 | 8 | 54 | 2 | 64 | 0 | 74 | 0 | 84 | 0 | 94 | 0 |
5 | 8 | 15 | 16 | 25 | 16 | 35 | 12 | 45 | 7 | 55 | 2 | 65 | 0 | 75 | 0 | 85 | 0 | 95 | 0 |
6 | 9 | 16 | 16 | 26 | 16 | 36 | 12 | 46 | 7 | 56 | 1 | 66 | 0 | 76 | 0 | 86 | 0 | 96 | 0 |
7 | 10 | 17 | 16 | 27 | 16 | 37 | 11 | 47 | 6 | 57 | 1 | 67 | 0 | 77 | 0 | 87 | 0 | 97 | 0 |
8 | 11 | 18 | 16 | 28 | 15 | 38 | 11 | 48 | 5 | 58 | 0 | 68 | 0 | 78 | 0 | 88 | 0 | 98 | 0 |
9 | 12 | 19 | 16 | 29 | 15 | 39 | 10 | 49 | 5 | 59 | 0 | 69 | 0 | 79 | 0 | 89 | 0 | 99 | 0 |
4.7. Bij warmte-kracht verdere reductie van methaanslip (zie
1.10 en 2.10).
Meting volgens NEN-EN 13526:
–voor de open kamer verbranding: per 0,2%
methaanslipreductie:1 punt
–voor de voorkamerverbranding: per 0,3% methaanslipreductie:
1 punt
4.7a. Bij warmte-kracht verdere reductie van
NOx-emissie beneden de basiseis van 140 g/GJ in het
geval van uitzondering op de rookgasreiniger (zie 1.8b en 2.8b).
Per extra reductie van 20 gram NOx/GJ: 1 punt
4.8. Dekking van CO2-vraag uit een bron buiten het bedrijf.
De CO2 mag niet afkomstig zijn van een bron/bedrijf
waarvan ook warmte wordt afgenomen, tenzij het gaat om afname van
restwarmte: 1 punt per kg/m2 op
jaarbasis met een maximum van 15 punten
4.9. Gebruik van restwarmte voor verwarmen van de kas
–dekking > 80%: 20 punten
–dekking 60%–80%: 15 punten
–dekking 40%–60%: 10 punten
–dekking 20%–40%: 5 punten
* zie begrippenlijst
4.10a. Module voor temperatuurintegratie op de klimaatcomputer
wordt toegepast: 1 punt
4.10b. Module voor gebruik weersverwachting op de
klimaatcomputer wordt toegepast: 1 punt
4.12. Frequentieregeling van het debiet van alle groepspompen op
basis van druk- en/of temperatuurverschil: 1 punt
4.13. Extra lichtdoorlatendheid dek boven de waarde van 1.2 en
2.2 gemeten volgens IDT2004 methode ontwikkeld door TNO. Waarde in
hele procenten afgerond naar beneden.
–Bij Venlo kassen minimaal 75,0%.
–Voor Breedkap kassen (inclusief gording) minimaal 71,0%:
per % extra lichtdoorlatendheid 2 punten
4.14. Stomen onderdruk stoomsysteem, waarbij de stoom van boven
naar beneden door de grond wordt gezogen via speciale stoomdrains
of door gebruik te maken van reeds aanwezige drainagebuizen.
De stoomdrains of de aanwezige drainagebuizen moeten minimaal 10
cm boven de hoogste grondwaterstand liggen: 3 punten
4.15. Verbetering van de U-waarde van de complete kas gemeten
volgens IDT2004 methode ontwikkeld door TNO of erkend
gelijkwaardige methode.
Referentie U-waarde (= Ur-waarde)
–Venlokas 7,42 W/m2K
–Breedkas 7,33 W/m2K
De berekening is inclusief een eerste binnenscherm. Een tweede
en een derde scherm levert (niet cumulatief) respectievelijk
standaard 10% en 15% verhoging van de berekende punten op: puntentelling volgens de U-waarde bepaling in bijlage
7 van het certrificatieschema: 1 punt per 2% verbetering U-waarde
4.16. Toepassing van duurzame energie geproduceerd door derden
of in eigen beheer. De hoeveelheid gebruikte duurzame energie moet
goed inzichtelijk zijn (facturen en/of aparte bemetering).
Het aantal punten is gelijk aan de energiebehoeftedekking, die
wordt berekend met:
Dekking DE = DE/ET
Waarbij:
Dekking DE: energiebehoeftedekking (%)
DE zelf gebruikte duurzame energie per jaar in GJ.
ET totale input en output aan energie op het bedrijf volgens de
berekening van de energienorm in het Besluit Glastuinbouw (GLAMI)
+ zelf gebruikte duurzame energie in GJ.
Aan derden geleverde energie wordt in mindering gebracht op het
totale energieverbruik.
Berekening van de punten kan ook plaatsvinden volgens het
rekenmodel in bijlage 4 van het controlemodel.
Het aantal punten is gelijk aan het percentage
energiebehoeftedekking 0–100
4.17. Het gebruik van plantsensoren gekoppeld aan de universele klimaatcomputer.
Dit betreft sensoren voor de meting van:
–de steeldikte van de plant
–de sapstroom in de plant
–de vruchtgroei
–de planttemperatuur: 1 punt
4.18. Het vervangen van de stralingsmeter op de meteomast door
een geijkte gereviseerde lichtmeter. De frequentie voor het
vervangen van de lichtmeter bedraagt 1 × per 2 jaren: 1 punt
5. Keuzemaatregelen voor kassen, onderdeel lichthinder
5.1. Bij toepassing van assimilatiebelichting wordt de
wettelijke donkerperiode van 20.00–24.00 uur aangehouden.
Daarnaast wordt door één van de volgende opties de horizontale en
verticale uitstraling verder gereduceerd:
–95% reductie van 20.00 uur tot 4.00 uur, van 1 september tot
1 mei, of
–85% reductie van zon-onder tot zon-op, van 1 september tot 1 mei
De reductie wordt door middel van meting vastgesteld: 11 punten
6. Keuzemaatregelen voor kassen, onderdeel nutriënten
6.1a. Bij het voorziene teeltplan kan 80% van de waterbehoefte
worden gedekt met hemelwater.
De inhoud of capaciteit van de hemelwateropslag of erkend
vergelijkbare voorziening moet daarvoor voldoende groot zijn.
Er wordt uitgegaan van een jaarrond situatie. Bij een teeltplan
met verschillende gewassen moet de waterbehoefte van de
afzonderlijke gewassen naar rato van het aandeel in het teeltplan
(qua teeltduur en oppervlak) worden gesommeerd: 10 punten
6.1b. In vergelijking met 6.1a 10% meer dekking van de
waterbehoefte uit regenwater: 10 punten
6.2. Bij het voorziene teeltplan kan 100% van de waterbehoefte
worden gedekt met een van onderstaande opties:
–gebruik van bronwater met een laag natriumgehalte (< 0,5
mmol/liter) en een 100% waterbehoefte-dekking en/of
–gebruik van een omgekeerde osmose-installatie met
semi-permeabele membranen met een diameter tussen 0,1 en 1
nanometer en/of
–gebruik van een installatie om selectief natrium uit het
drain(age)water te verwijderen. Het Na-gehalte in het
productwater is kleiner dan 1mmol/l, tenzij het Na-gehalte van
nature < 1 mmol/l is
De installaties dienen de dekking te kunnen realiseren zonder
gebruik van hemelwater.
Lozingen moeten bij het waterschap gemeld worden: 10 punten
100% waterbehoeftedekking door een combinatie
van omgekeerde osmose of een installatie voor selectieve
Na-verwijdering en minimaal 90% waterbehoeftedekking via een
wateropslagbassin levert 20 punten op. 100% waterbehoeftedekking
door een combinatie van omgekeerde osmose of een installatie
voor selectieve Na-verwijdering en minder dan 90%
waterbehoeftedekking via een wateropslagbassin levert 10 punten op.
6.3. Gerichte irrigatie, waarbij de watergift bij grondgebonden
teelten wordt afgestemd op het waterverbruik van het gewas.
Het watergeven wordt gestuurd door een systeem met:
–een model dat de verdamping van het gewas berekent
–sensoren voor het meten van het bodemvochtgehalte
Deze maatregel mag niet worden gecombineerd met 6.4: 15 punten
6.4. Maximaal hergebruik van drainagewater bij grondgebonden
teelten door
–een stelsel van geperforeerde buizen, die in de grond zijn
aangebracht voor de afvoer van drainagewater
–een voorziening voor het verzamelen en opslaan van drainagewater
Deze maatregel mag niet worden gecombineerd met 6.3: 20 punten
6.5. Ondergrondse hoofdleidingen van het watergeefsysteem
uitvoeren in PE: 2 punten
6.6. Installatie met ionspecifieke sensoren voor het meten van
de 3 elementen N, P en K. De sensoren moeten volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant worden onderhouden (inclusief
ijking): 2 punten
7. Keuzemaatregelen gewasbescherming
7.1. Insectengaas voor de luchtramen van de gehele kas waarbij de
rand van het gaas zonder kieren aansluit op de rand van het
luchtraam. De eisen die worden gesteld aan het insectengaas in
relatie tot het betreffende insect zijn omschreven in het rapport
Effecten insectengaas op tuinbouwbedrijven 1995 van de PD en het
PTG. Het insectengaas dient de bij de betreffende teelt relevante
plaaginsecten te kunnen weren: 15 punten
7.2a. Selectieve ontsmetting van drain(age)water op plantpathogene
bacteriën en schimmels met één van onderstaande opties:
–Behandeling met UV-licht (hoge of lage druk): stralingsdosis
100 mJ/cm2
–Voorbehandeling met een filter met een fijnheid van 40 micron
–Behandeling met UV-licht (lage druk) en Pervitar gedurende 1
uur. Er moet een contract zijn afgesloten voor jaarlijks onderhoud
–Lavafiltratie: fractie 1–4 mm, doorstroomsnelheid 350
liter/uur/m2 filteroppervlak
–Langzame zandfiltratie: zandfractie maximaal 1 mm,
doorstroomsnelheid kleiner of gelijk 100 liter/uur/m2 filteroppervlak
De capaciteit van de ontsmetter moet zodanig zijn dat al het
drain(age)water dat terugkomt kan worden ontsmet in een tijdsperiode
die eindigt op het moment dat het drain(age)water weer wordt
gebruikt voor de watergift: 9 punten
7.2b. Selectieve ontsmetting van regenwater in combinatie met
drain(age)water: 3 punten
7.3a. Volledige ontsmetting van drain(age)water op plantpathogene
bacteriën, schimmels, virussen en aaltjes met één van onderstaande opties:
–Verhitting: minimaal 30 seconden bij 95 °C of 5 minuten bij 85 °C
–Behandeling met UV-licht (hoge of lage druk): stralingsdosis
250 mJ/cm2
–Voorbehandeling met een filter met een fijnheid van 40 micron
–Behandeling met UV-licht (lage druk) en Pervitar:
behandelingstijd van 1 uur
–Behandeling met ozon: 10 gr Ozon/m3
Tegen aaltjes is een dubbele behandelingstijd of concentratie nodig.
Er moet een contract zijn afgesloten voor jaarlijks onderhoud
De capaciteit van de ontsmetter moet zodanig zijn dat al het
drain(age)water dat terugkomt, kan worden ontsmet in een
tijdsperiode die eindigt op het moment dat het drain(age)water weer
wordt gebruikt voor de watergift: 13 punten
7.3b. Volledige ontsmetting van regenwater in combinatie met
drain(age)water: 3 punten
7.4. Gecertificeerde volledige biologische gewasbescherming
(volgens EKO-certificaat of aantoonbaar volgens gelijkwaardige
gecertificeerd systeem): 40 punten
7.5a. Spuiten van bestrijdingsmiddelen met een mechanisch
aangedreven of automatisch spuitboom of spuitmast:
–met een instelbare constante snelheid en
–waarbij de spuitboom of spuitmast beweegt en het gewas stil
staat: 5 punten
7.5b. Spuiten van bestrijdingsmiddelen met een mechanisch
aangedreven of automatisch spuitboom of spuitmast
–met een instelbare constante snelheid en
–waarbij het teeltsysteem in beweging is en de spuitboom/-mast
stil staat: 10 punten
7.5a. en 7.5b. zijn niet cumuleerbaar
7.6a. Spuitvloeistof met behulp van luchtondersteuning in het
gewas inbrengen: 5 punten
7.6b. Spuiten van bestrijdingsmiddelen in een afgeschermde ruimte,
waarbij de spuitvloeistof die geen doel treft wordt opgevangen en
hergebruikt: 5 punten
7.7. Minimaal 1 × per jaar het kasdek reinigen met mechanische
kasdekreiniger: 5 punten